Baart, Lucretia Jacoba (1850-1932)

 
English | Nederlands

BAART, Lucretia Jacoba, ook bekend onder het pseudoniem Mevrouw van Heuvelinck (geb. Middelburg 2-4-1850 – gest. Bergen, Noord-Holland 4-3-1932), feministisch schrijfster en vertaalster. Dochter van Kornelis Baart (1842-1897), winkelier in manufacturen, en Wilhelmina Maria Beunke (1812-1896). Lucretia Baart bleef ongehuwd.

Lucretia Jacoba (Lucy) Baart werd geboren als tweede van vier dochters in een ontwikkeld middenstandsgezin in Middelburg. Haar vader kwam van het Zeeuwse platteland; hij was met manufacturen de boer op geweest en had zich weten op te werken tot winkelier in Middelburg. Hij speelde een opmerkelijke rol in het Middelburgse culturele leven en gaf zijn dochters een goede opvoeding: ze moesten leren op eigen benen te staan, zodat ze nooit tegen hun zin hoefden te trouwen.

Als jongvolwassen vrouw opende Lucy Baart in Middelburg een foto-atelier. Ook deed ze vertaalwerk en begon ze te schrijven. In 1873 maakten zij en haar zus Elize kennis met de feministe Mina Kruseman. Laatstgenoemde beijverde zich om Lucy’s novelle ‘De familie Wollink’ geplaatst te krijgen in het tijdschrift Nederland van J. ten Brink. Toen deze weigerde (‘De goede kwaliteiten wegen tegen de gebrekkige vorm niet op’) nam Kruseman het stuk op in haar autobiografie Mijn leven (Dordrecht 1877). De strekking van de novelle is dat ouders hun kinderen nooit tot een huwelijk mogen dwingen, dat meisjes voor zichzelf moeten kunnen zorgen en dat mannen niet bang moeten zijn een geëmancipeerde vrouw te trouwen.

Nam Kruseman Lucy’s zus Elize geheel onder haar hoede, met Lucy zelf was het contact afstandelijker. In februari 1876 gaf Kruseman haar het advies te stoppen met vertaalwerk en zich te richten op het schrijven van portretten: ‘Dat is ’t enige genre dat geschikt is voor iemand, die, als jij, z’n hoofd zo vol heeft met allerhande uiteenlopende gedachten’ (gecit. BWSA). In 1880 deed Lucy Baart haar atelier over aan de fotograaf Gerben Liewes Hiemstra, die het jaar erop trouwde met haar oudere zuster Johanna. Zelf vertrok ze naar Groningen, waar ze secretaresse werd van de vrijdenker F. Feringa, een vriend van haar kort daarvoor gestorven zus Elize. In 1884 keerde ze naar Middelburg terug.

Van 1886 tot 1892 publiceerde Lucy Baart onder het pseudoniem Mevrouw van Heuvelinck verhalen in de tijdschriften Europa en Nederland. Ook bracht ze een bundel Novellen uit (1889). Haar werk draaide om het thema vrouw en huwelijk: zelfstandigheid van vrouwen en wederzijdse liefde waren een voorwaarde voor een goed huwelijk, zo betoogde zij, en het huwelijk als zodanig was geen levensvervulling. Haar werk kan gezien worden als een voorloper van de feministische bestseller Hilda van Suylenburg (1897) van Cecile Goekoop-de Jong van Beek en Donk. Vanaf 1893 maakte ze, eveneens onder haar schrijverspseudoniem, vertalingen uit het Frans, Duits, Engels en (waarschijnlijk via het Duits) uit het Pools.

Na de dood van haar moeder (1896) verhuisde Lucy Baart naar het Noord-Hollandse Schoorldam omdat een van haar zussen daar woonde – haar zwager was er notaris. In 1906 verhuisde zij naar het naburige Bergen, waar haar jongste zuster een pension begonnen was. Ze werd actief in de plaatselijke afdeling van de SDAP en haar boerenhuisje werd een middelpunt van propaganda voor het socialisme. In 1922 raakte Lucy Baart verlamd als gevolg van een attaque. Bij haar dood tien jaar later schreef Het Volk: ‘Wat in deze streek, vele jaren lang een der achterlijkste van ons land, aan arbeidersbeweging is tot stand gekomen, is in de eerste plaats haar werk’. Baarts literaire werk was toen al grotendeels in de vergetelheid geraakt.

Naslagwerken

BWSA; Ter Laan.

Publicaties

Lucy Baart schreef alleen verhalen. Ze vertaalde werk van onder anderen Kurt von Albrecht, Hall Caine, Ludwig Ganghofer, Robert Hichens, Rudyard Kipling, Emmuska Orczy, Eliza Orzeszkowa, Clara Viebig, C.N. en W.M. Williamson.

Literatuur

Behalve diverse necrologieën in kranten en tijdschriften:

  • Mina Kruseman, Mijn leven, deel 2 en 3 (Dordrecht 1877).
  • P.J. Meertens, ‘Een Middelburgse burgerfamilie uit de negentiende eeuw. Kornelis Baart en zijn dochters’, Archief Zeeuws Genootschap der Wetenschappen (1970) 68-99 [herdrukt in: P. J. Meertens, In het voetspoor van Henriette Roland Holst (Alphen a/d Rijn 1982) 160-204].

Illustratie

Portretfoto, door onbekende fotograaf, ca. 1888 (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam).

Auteur: Redactie

 

 

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 780

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.