Bakker, Klaziena (1875-1966)

 
English | Nederlands

BAKKER, Klaziena, vooral bekend als Ina Boudier-Bakker (geb. Amsterdam 15-4-1875 – gest. Utrecht 26-12-1966), schrijfster. Dochter van Frederik Bakker (1842-1897), hoofdboekhouder, en Aleida Emilia Holm (1849-1924). Ina Bakker trouwde op 14-8-1902 in Amsterdam met Henricus Anthonius Boudier (ca. 1878-1952), hoofdambtenaar PTT. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Ina Bakker, een gesloten, teruggetrokken kind, groeide na de dood van twee jongere broertjes op als enig kind in een beschut, gegoed burgerlijk gezin. Na de hbs, de kweekschool, enige jaren mo-Nederlands en -Frans, en een zangstudie in Amsterdam kreeg ze een betrekking als onderwijzeres. Een toelage van de ouders van haar vriendin Cor Scheltema Beduin stelde haar in staat haar baan op te geven en zich toe te leggen op wat ze als kind al wilde: schrijven. Vanaf 1897 verschenen haar eerste schetsen in kranten en tijdschriften – ze debuteerde onder het pseudoniem Aleide Fredericks. Haar eerste romans en novellenbundels vertonen vooral naturalistische en neoromantische invloeden van de door haar bewonderde Henrik Ibsen, Emile Zola, Marcellus Emants en Augusta de Wit. Met haar goed ontvangen roman Armoede (1909) vestigde zij haar naam als psychologisch schrijfster. Een stroom van romans, novellen en toneelstukken volgde.

In Bakkers werk staat de onvolkomenheid van menselijke relaties centraal. De mens kan en moet aanvaarden dat hij zich niet ten diepste kan uiten en daardoor absoluut eenzaam is. Met uitzondering van haar brochure De moderne vrouw en haar tekort (1921, over vrouwenemancipatie) is haar werk niet maatschappelijk of politiek geëngageerd. Zelf leefde ze zeker niet in afzondering; ze had vele literaire contacten, waarvan P.C. Boutens, Lodewijk van Deyssel, Kitty de Josselin de Jong, Top Naeff, P.H. Ritter jr., Herman Robbers en Annie Salomons de voornaamste waren. Van 1905 tot 1914 was ze bestuurslid van de Vereniging van Letterkundigen en in 1929 was ze betrokken bij de oprichting van de Utrechtse soroptimistenclub. Ondertussen was ze in 1902 getrouwd met Henri Boudier – voortaan noemde ze zich consequent Boudier-Bakker.

In 1924 verscheen De straat, volgens velen het meesterwerk van Boudier-Bakker. Er was lof voor haar stijlbeheersing en voor de opbouw van deze novelle over kleinsteedse bekrompenheid in de straat in Vianen waar het echtpaar Boudier van 1917 tot 1922 woonde. De straat riep daar dan ook veel weerstand, maar was een groot succes. Nog meer succes oogstte ze met haar lijvige, wat onevenwichtige familieroman De klop op de deur uit 1930, naar eigen zeggen geïnspireerd door Buddenbrooks van Thomas Mann.

Na 1930 veranderde het literaire klimaat in Nederland. Boudier-Bakker vond hierbij geen aansluiting. In 1935 beschuldigde Menno ter Braak haar van plagiaat in haar ambitieuze historische roman Vrouw Jacob (Ter Braak, 609-624). Haar verbitterde verweer schaadde haar reputatie, het erop volgende literaire schandaal haar zelfvertrouwen als schrijfster. Daarbij kwam dat haar hartsvriendin Cor Scheltema Beduin, die haar werk altijd kritisch had begeleid, in 1938 overleed. In hetzelfde jaar werd Boudier-Bakker benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

De weigering van Ina Boudier-Bakker lid te worden van de Kultuurkamer maakte in de bezettingsjaren een voorlopig einde aan haar schrijversloopbaan. Haar oorlogsverzen kwamen in 1945 in boekvorm uit. Haar oorlogsdagboek werd in 1975 gepubliceerd onder de titel Met de tanden op elkaar. Na het overlijden van haar man in 1952 schreef ze weinig meer. Boudier-Bakker werd nog introverter en zwaarmoediger, vooral door onverwerkt jeugdverdriet. Haar novellen Kleine kruisvaart (1955) en Finale (1957) verrasten de critici door hun moderne, geconcentreerde vorm en stijl. Met name Jan Greshoff was vol lof. In 1955 werd haar op haar tachtigste verjaardag een album amicorum aangeboden., en vijf jaar later, nog bij haar leven, werd in haar woonplaats Utrecht een laan naar haar genoemd. In november 1964 ontving ze de Tollensprijs voor haar gehele oeuvre. Op 26 december 1966 overleed Ina Boudier-Bakker, 92 jaar oud. Ze werd begraven in Bilthoven.

Reputatie

Op grond van haar bekendste boek, het naturalistische en sterk psychologiserende De klop op de deur, wordt Ina Boudier-Bakker doorgaans nogal eenzijdig getypeerd als de ‘koningin van de Nederlandse damesroman’. Haar betekenis moet echter niet zozeer gezien worden in de enkele familieroman die zij schreef – en die haar tijdens haar leven enerzijds populariteit, anderzijds verguizing opleverde – maar eerder in haar talrijke gave novellen en verhalen, die juist altijd minder aandacht gekregen hebben. In 1970-1971 werd De klop op de deur door de KRO voor televisie verfilmd, tien jaar later (1982-1983) is van haar roman Armoede een televisieserie gemaakt. Daarna is de belangstelling voor Boudier-Bakkers werk weggeëbd. Toch worden haar novellen en kleinere romans zoals De straat en Finale door kenners nog altijd hoog aangeschreven. Sinds kort is er sprake van hernieuwde belangstelling voor het werk van Boudier-Bakker: tussen 2000 en 2010 zijn zes van haar werken herdrukt. De herdruk van Finale (2001) werd ontvangen als ‘verrassend modern’ (Schrijvende vrouwen, 60-61).

 

Naslagwerken

Aardweg; Aletta; Van Bork/Verkruijsse; BWN; Persoonlijkheden; Schrijvende vrouwen.

Archivalia

  • Letterkundig Museum, Den Haag: collectie Boudier-Bakker [o.a. manuscripten en brieven].
  • Gemeentearchief Vianen: verzameling van familiedocumenten en foto’s.
  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: familieadvertenties Bakker, Boudier en Holm.

Publicaties

Bibliografie van alle in boekvorm verschenen publicaties van Ina Boudier-Bakker op www.dbnl.nl en in Vaartjes (1982).

Literatuur

  • P.H. Ritter jr., De vertelster weerspiegeld. Leven en werken van Ina Boudier-Bakker (Amsterdam 1931).
  • Menno ter Braak, Verzameld werk, deel 5 (Amsterdam 1949).
  • A. Romein-Verschoor, Vrouwenspiegel. Een literair-sociologische studie over de Nederlandsche romanschrijfster na 1880 (Amsterdam 1936).
  • C.J.A. de Ranitz e.a., Ina Boudier-Bakker tachtig jaar: een album amicorum (Amsterdam 1955).
  • M.G. Schenk, Paspoort voor de lezer. Nederlandse en Vlaamse auteurs van nu (Bussum 1968).
  • Hans Edinga, Tien huizen, duizend levens. Het leven van Ina Boudier-Bakker (Amsterdam 1969) [in 1970 herdrukt onder de titel De vrouw achter De klop op de deur: het leven van Ina Boudier-Bakker].

  • Gé Vaartjes, ‘In zijn werk spreekt een mens verborgen voor zich uit, en dat is een verlossing…’.  Het wezen van het schrijverschap van Ina Boudier-Bakker (doctoraalscriptie Universiteit Leiden, 1982, ex. Letterkundig Museum, Den Haag).
  • Gé Vaartjes, ‘Een literaire rel uit 1935. Ina Boudier-Bakker en Vrouw Jacob’, Literatuur 2 (1985) 35-42.
  • E. van Boven, Een hoofdstuk apart. ‘Vrouwenromans’ in de literaire kritiek 1898-1930 (Amsterdam 1992).
  • K.H.R. de Josselin de Jong, Rozen in december. Herinneringen [aan] Ina Boudier-Bakker [en] andere schrijvers, J.J. van Herpen ed. (Hilversum 2000).

Illustratie

Portret, onbekende fotograaf circa 1950 (Literatuurmuseum, Den Haag).

Auteur: Gé Vaartjes

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 830

laatst gewijzigd: 21/07/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.