Ball, Antje (1833-1911)

 
English | Nederlands

BALL, Antje (geb. Zoutelande, Zeeland 18-2-1833 – gest. Middelburg 10-1-1911), dichteres, steenkolenhandelaarster. Dochter van Leendert Ball (ca. 1800-1853), onderwijzer, en Neeltje Johanna de Koning (1794-1876). Antje Ball bleef ongehuwd.

Antje Ball werd geboren in Zoutelande, als achtste kind in een gezin met ten minste twaalf kinderen, van wie er zes jong overleden. Haar vader was afkomstig uit Zierikzee en bij zijn huwelijk in 1822 ‘schoolhouder’ in Zoutelande. Haar moeder was afkomstig uit Wissekerke. Hun dochter Antje kon vanaf haar vroegste jeugd slecht zien, maar verloor bovendien in 1852 het gebruik van een oog door een ongeval. In 1857 werd ze volledig blind.

Omstreeks 1850 begon Antje Ball met dichten. Zij schreef kinder- en gelegenheidsgedichten over nationale en regionale gebeurtenissen. Haar eerste bundel met kindergedichten werd door dominee en dichter J.L.L. ten Kate enthousiast bij de lezer aanbevolen: ‘Wij aarzelen niet Antje Ball onder de verdienstelijke kinderdichters, die het voetspoor van vader Van Alphen trachten te drukken, ene eervolle plaats aan te wijzen’ (Boekzaal der geleerde Wereld 1857, 617). Haar kindergedichten waren net als die van dichter Hieronymus van Alphen vroom en opvoedkundig, met titels als ‘Het ouderlievende kind’, ‘Jezus de kindervriend’, en ‘Luiheid’ (Gedichten voor kinderen). Antje Ball schreef ook een treurlied op de dood van Alexander, kroonprins der Nederlanden, dat in 1884 in Middelburg werd uitgegeven.

In tal van gedichten en boektitels zinspeelde Antje Ball op haar blindheid. Zo schreef zij in het voorwoord van haar Treur- en juichtoonen eener ouderlooze blinde: ‘’k ben blind, schoon ’t zielsoog ziet. Vaak treurend, maar toch zing ik gestaag de Here een lied’. In 1894 stuurde zij een brief in braille aan dichter Nicolaas Beets, die vooral een religieuze lofzang bevatte (brief aan Beets, 13 september 1894).

Van 2 augustus 1871 tot 1 juni 1876 woonde Antje Ball in Oostvoorne bij Den Briel, waar zij kinderen onderwijs gaf in de ‘beginselen der christelijke leer’ (Treur- en juichtoonen, 21). Volgens Van Breen voorzag zij met haar schrijfwerk in haar onderhoud en dat van haar moeder. Toen zij in 1911 op bijna 78-jarige leeftijd in Middelburg overleed, werd echter vermeld dat haar beroep steenkolenhandelaarster was.

Naslagwerken

Frederiks/Van den Branden; Nagtglas.

Archivalia

  • Universiteitsbibliotheek Leiden, Handschriftencollectie: brief in braille van Antje Ball aan Nicolaas Beets (13-9-1894).
  • Zeeuws Archief: BS.

Publicaties

  • Geschiedkundige en andere dichtstukken (Middelburg 1850).
  • Gedichten voor kinderen (Middelburg 1856).
  • Uit- en inwendige ervaringen eener vaderlooze blinde (Middelburg 1875).
  • Treur- en juichtoonen eener ouderlooze blinde (Middelburg 1877).
  • Liederen, gezongen in den nacht eener blinde (Middelburg 1880).
  • Mengelpoëzie (Middelburg 1883).
  • Uitspanningen in blindheidsnacht (Middelburg 1884).
  • Treurlied (bij den dood van Prins Alexander) (Middelburg 1884).
  • Het verraad op Lombok: een woord aan Neerlands volk (Middelburg 1894).

Literatuur

Leo van Breen, ‘Kinderpoëzie in de vorige eeuw’, Ons Zeeland 9 (1929) 4-6.

Illustratie

Portret, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Zeeuwse Bibliotheek/Beeldbank Zeeland, Middelburg).

Redactie

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 744

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.