© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Beatrix, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Beatrix [13/01/2014]
BEATRIX, ook bekend als Beatrix de Rijke (geb. ca. 1421 – gest. na 1468), vondeling. Beatrix trouwde in Dordrecht met Jacob Roerom (ca. 1420-?). Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 1 zoon geboren.
Beatrix’ naam is verbonden aan de grote Sint-Elisabethsvloed in de nacht van 17-18 november van 1421. Tijdens deze stormvloed brak de dijk bij Werkendam, tussen Dordrecht en Geertruidenberg. De hele Zuid-Hollandse waard verdween onder water en duizenden mensen verdronken. De ramp kreeg in later eeuwen mythische proporties: in plaats van de achttien of twintig dorpen die door het water verdwenen waren, werden het er 72. Tijdens de vloed spoelde er een rieten mandje aan met daarin een kindje en een kat. Het vondelingetje werd Beatrix, ‘de gelukkige’, genoemd. De stad Dordrecht voorzag in haar opvoeding, en toen zij de huwbare leeftijd had bereikt, trouwde ze met Jacob Roerom. Hun dochter Clara stierf kinderloos, maar via de kinderen van hun zoon Cornelis werden zij de voorouders van vooraanstaande Dordtse families.
Het verhaal van Beatrix is voor het eerst in 1677 gepubliceerd door de Dordtse stadshistoricus Matthijs Balen. Het wiegje met de kat erop is echter al te zien op een altaarretabel, dat omstreeks 1490-1495 is vervaardigd door de Meester van de Sint-Elisabethpanelen, vermoedelijk in opdracht van een of meer inwoners van het dorp Wieldrecht. Over de plaats waar het wiegje aan land kwam zijn de meningen verdeeld: sommige auteurs stellen dat het bij een dijk bij Alblasserdam was, die daarom ‘Kinderdijk’ is gaan heten, anderen zeggen dat zij bij de Vuilpoort van Dordrecht was aangespoeld. Het Beknopt biographisch handwoordenboek van Kobus en De Rivecourt vermeldt dat Beatrix een ‘keten van bloedkoralen, met ene gouden stift’ droeg, en dat er een ‘gouden kruis met het wapen der ouders’ bij haar werd gevonden. Desondanks zijn de namen van de ouders van het naamloze vondelingetje niet overgeleverd.
Naslagwerken
Chalmot; Kobus/De Rivecourt; Kok.
Archivalia
CBG, Den Haag: Dossiers Roerom.
Literatuur
- Matthijs Balen Jzn., Beschryvinge der stad Dordrecht (Dordrecht 1667) 769-770, 1205-1213, 1266.
- M.K. Elisabeth Gottschalk, ‘De Sint Elisabethsvloed. De legendarische stormramp van 1421’, Spiegel Historiael 6 (1971) 668-675.
- Liesbeth M. Helsum, ‘De Elisabethsvloed en het altaar van de Wieldrechtenaren in de Grote Kerk van Dordrecht’, Kwartaal & Teken 18 (1992) nr 1, 1-10.
- Jan van Herwaarden e.a. red., Geschiedenis van Dordrecht tot 1572 (Hilversum 1996) 160-163.
- Hans Gramberg, ‘De Sint-Elisabethsvloed (1421)’, in: Els Kloek red., Verzameld verleden (Hilversum 2004) 22-25.
- Ruben A. Koman, Bèèh ...! Groot Dordts volksverhalenboek (Bedum 2005) 99-105.
Illustratie
Kat met de wieg op het water: detail van het altaarretabel van de Meester van de Sint-Elisabethpanelen, ca. 1490-1495 (Collectie Rijksmuseum Amsterdam). Uit: Nelleke Noordervliet, ‘Op de zeef van de tijd’. Een geschiedenis van Nederland (Amsterdam/Zwolle 1999).
Redactie
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.