Beaumont, Johanna Jacoba van (ca. 1752-1827)

 
English | Nederlands

BEAUMONT, Johanna Jacoba van, ook bekend onder haar pseudoniem Netje Revolutionair (geb. Sluis ca. 1752 – gest. Bergen op Zoom 17-10-1827), patriotsgezind schrijfster. Dochter van Adriaan van Beaumont en Johanna Joons (gest. 1770). Johanna Jacoba van Beaumont trouwde (1) in Amsterdam? met Hendricus van Haaren (gest. 1805), makelaar in assurantiën; (2) op 6-2-1807 in Amsterdam met Jacob Fredrik Hubert Adam de Greuve. Voor zover bekend bleven beide huwelijken kinderloos.

Johanna Jacoba van Beaumont werd halverwege de achttiende eeuw geboren in Sluis, een vestingstad in het toenmalige Staats-Vlaanderen. Haar ouders woonden beiden eerst in het nabijgelegen dorp IJzendijke, waar haar moeder, Johanna Joons (Jones), geboren was. Vóór hun huwelijk in 1737 verhuisden ze echter naar Sluis, de geboorteplaats van vader Adriaan van Beaumont. Het is onbekend wanneer Johanna Jacoba uit Vlaanderen is weggegaan en waar ze toen heen ging. Ze trouwde, waarschijnlijk in Amsterdam, met Hendricus van Haaren, die daar rond 1786 werkte als zelfstandig makelaar in assurantiën (Van Eeghen, 50).

Noch Johanna Jacoba van Beaumont, noch haar echtgenoot lijkt een rol te hebben gespeeld in de Patriottenbeweging. Na de Bataafse omwenteling van 1795 begon Van Beaumont echter met een groepje patriotse journalistes te strijden voor revolutionaire idealen. Zij was een van de radicalere schrijfsters en deelde haar democratische ideeën met haar vriendin Catharina Heybeek, die met Lieve van Ollefen de redactie van de Nationaale Bataafsche Courant voerde. Als unitaristen betoonden beiden zich in augustus 1797 fel tegenstander van het federalistische grondwetsvoorstel. Een dag voordat hierover zou worden gestemd, riep Van Beaumont de krantenlezers op dit ‘rampzalig plan’ te verwerpen. Omdat zij als vrouw geen stemrecht had, hoopte zij de mannelijke stemgerechtigden van haar gelijk te overtuigen.

Nadat het grondwetsvoorstel was verworpen, bleef Van Beaumont zich inzetten voor vrijheid en democratie. Eind 1797 richtte zij zich rechtstreeks tot de Nationale Vergadering met een petitie waarin zij, met 27 andere ondertekenaars, haar steun uitsprak voor de radicale representanten die principes nastreefden als een- en ondeelbaarheid van het land, gelijkwaardigheid van burgers en verregaande volksinvloed. Indien nodig zouden de vrouwen ‘goed en bloed’ geven voor het vaderland. De heren van de Vergadering vermeldden de petitie van deze groep Amsterdamse vrouwen in de notulen (Staatsregeling 1798, KS 67, p. 31). Van Beaumont publiceerde haar steunbetuiging ook in de Oprechte Bataafsche Courant, welk stuk zij ondertekende met ‘Netje Revolutionair’. Dit in navolging van Caetje Revolutionair, het pseudoniem van de inmiddels wegens haar artikel gearresteerde Heybeek.

De staatsgreep van 22 januari 1798, waarbij de federalisten uit de Vergadering werden verwijderd, beschouwde Van Beaumont als een overwinning van haar partij. Zij reageerde met een lofdicht op de ‘volksvriend’ Theodorus van Leeuwen, de democratisch-unitariër die bij de volgende staatsgreep alweer van het toneel zou verdwijnen. Ook de nieuwe Constituerende Vergadering ontving een petitie van haar, ditmaal ondertekend door 77 vrouwen. Van Beaumont richtte haar democratische pijlen eveneens op het lokale bestuur: de Amsterdamse Municipaliteit zou voortaan met open deuren moeten vergaderen.

Omwenteling

In april 1798 publiceerde Johanna Jacoba van Beaumont een berijmde Zegezang naar aanleiding van het aannemen van het Ontwerp van Staatsregeling. Zij stuurde deze aan alle leden van het nieuw uitgeroepen Vertegenwoordigend Lichaam, die het dichtwerk in dankbaarheid aanvaardden. In de Zegezang toont Van Beaumont kennis van bijbel en klassieken, maar het oratorisch gehalte van de tekst blijft beperkt tot een ruim gebruik van uitroeptekens. Het gedicht besluit triomfantelijk met ‘Leve de Republiek! Leve de constitutie!’.

Van Beaumont publiceerde ook regelmatig andersoortige artikelen in dicht- of prozavorm in de Nationaale en Bataafsche couranten. Bij de verschijning in 1798 van Gerrit Paapes De Bataafse Republiek, een werk over ‘toekomstige gebeurtenissen in 1998’, schreef zij lovend over diens vooruitstrevende visie op de positie van de vrouw. Een week later verscheen nog een lofdicht van haar hand voor de ‘verdienstelijke vrouwen-vriend’ Paape. Ook de gesneuvelde held van de zeeslag bij Kamperduin (1797), de Friese kapitein Dooitse Eelkes Hinxt, is in dichtvorm geëerd door Van Beaumont. Na de staatsgreep van 12 juni 1798, waarbij de gematigden de omwenteling van 22 januari ongedaan maakten, verdween Van Beaumont uit de kolommen van Nationaale en Bataafsche couranten. Op 4 juli volgde in de Haagsche Courant nog een gedicht waarin zij de Ierse vrijheidsstrijders en met name de ‘Amazonen’ aanmoedigde in hun gewapende strijd voor democratische rechten en tegen de Britse overheersing. In 1800 publiceerde zij haar tweedelige verhalenbundel Fabelen, geschiedenissen en voorbeelden in dichtmaat, maar daarin was weinig ruimte gereserveerd voor haar politieke gedachtegoed.

Aan het begin van de negentiende eeuw veranderde het privéleven van Johanna Jacoba van Beaumont ingrijpend. In 1805 overleed haar man en twee jaar later hertrouwde ze met de katholieke Amsterdammer Jacob Fredrik Hubert Adam de Greuve. Net als Van Beaumont was De Greuve eerder gehuwd geweest, en hij had twee kinderen uit zijn eerste huwelijk. Waarschijnlijk is zij na het overlijden van haar tweede man naar Bergen op Zoom vertrokken. In deze overwegend katholieke Brabantse stad sleet Van Beaumont haar laatste jaren vermoedelijk in eenzaamheid: op 17 oktober 1827 deden twee buren, een wijnkoper en een winkelier, aangifte van haar overlijden.

Naslagwerken

Van der Aa.

Archivalia

  • Stadsarchief Amsterdam: DTB, Trouwen 655, p. 177 [otr. Van Beaumont en Greuve, d.d. 6-2-1807]. DTB, Begraven 1207, p. 12 [Van Haaren, d.d. 12-3-1805].
  • Markiezenhof Historisch Centrum, Bergen op Zoom: BS, Overlijdensregister 1827, akte nr. 103 [Van Beaumont, wed. de Greuve, d.d. 17-10-1827].

Publicaties

  • Zegezang op het aannemen van het Ontwerp van Staatsregeling (Amsterdam 1798).
  • Proclamatie in vaersen gebragt (Amsterdam 1798).
  • Op het constituëeren der beide kameren van het vertegenwoordigend ligchaam des Bataafschen Volks (1798).
  • Fabelen, geschiedenissen en voorbeelden in dichtmaat, zijnde een vrije navolging van eenige autheuren met fraaije kunstvignetten verrijkt (Amsterdam 1800).
  • Verder artikelen en gedichten in de Oprechte Nationaale Courant, Oprechte Bataafsche Courant, Extra Oprechte Bataafsche Courant, Nationaale Bataafsche Donderdagsche Courant en Haagsche Courant.

Literatuur

  • Algemeen Nederlandsch Familieblad (1890) 16.
  • I.H. van Eeghen, ‘De Vos & Zoon en de Amsterdamse assurantiebezorgers’, Jaarboek Amstelodamum 72 (1980) 44-62, aldaar 50.
  • Myriam Everard, ‘In en om de (Nieuwe) Bataafsche Vrouwe Courant. Het aandeel van vrouwen in een revolutionaire politieke cultuur’, Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 24 (2001) 67-87.
  • Myriam Everard, ‘Een ultrarevolutionaire “loonschrijver”, een schrijvende Batavin en een gekwetste natie’, in: Anna de Haas red., Achter slot en grendel. Schrijvers in Nederlandse gevangenschap 1700-1800 (Zutphen 2002) 207-221, aldaar 215.
  • Constituties en Staatsregelingen Bataafse Tijd 1796-1806 [digitale versie op: www.inghist.nl].

Illustratie

Gegraveerd portret door Noach van der Meer, 1799 (Rijksprentenkabinet, Amsterdam) Zie http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.152266

Auteur: Maarten Hell

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 567

laatst gewijzigd: 18/06/2019

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.