Boes, Sijtje (1895-1983)

 
English | Nederlands

BOES, Sijtje (geb. Marken 27-10-1895 – gest. Purmerend 19-4-1983, zakenvrouw en beeldmerk van Marken. Dochter van Klaas Boes (1851-1934), zeevisser, en Maretje Appel (1870-1945). Sijtje Boes trouwde op 28-1-1920 op Marken met Jan Vlasbloem (1892-1960), zeevisser. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Sijtje Boes was het vijfde van de elf kinderen van een gereformeerd vissersgezin in de Havenbuurt op Marken – drie ervan stierven jong. Het toch al arme gezin werd zwaar getroffen toen het huis in 1903 door brand werd verwoest. Vanaf haar dertiende verkochten Sijtje en haar zusjes Maretje en Aaltje, gehuld in Marker klederdracht, spullen aan toeristen, net als andere eilandkinderen. Dat leverde soms klachten op van toeristen over jong volk dat bedelde.

Kijkhuis

In 1915 ging de twintigjarige Sijtje Boes naar Haarlem om als dienstbode te werken. Twee jaar later solliciteerde ze met succes bij de Vereenigde Amsterdamsche Melkinrichtingen (VAMI), die in 1917 was opgericht – ze werkte eerst in een melksalon aan de Nieuwendijk en daarna in een lunchroom in de Hoogstraat en leerde zo een woordje Engels spreken. In 1919 keerde Sijtje Boes terug naar Marken. In datzelfde jaar werkte ze mee aan een presentatie van Marker folklore tijdens het Vaderlandsch Historisch Volksfeest, een drie dagen durend festival in het Openluchtmuseum in Arnhem. Sijtje leidde bezoekers rond in het aldaar opgestelde Marker huisje. Het bezorgde haar enige roem, zoals blijkt uit de advertentie van een benefietavond in Musis Sacrum later dat jaar, waar zij werd aangekondigd als ‘Sijtje Boes, het populaire Marker meisje’.

Sijtje Boes trouwde in 1920 met de Markense visser Jan Vlasbloem – het stel betrok een woning in de Kerkbuurt van Marken. Vanaf 1921 stelde Sijtje Boes (zo bleef ze zich noemen) haar authentieke Marker huisje als ‘kijkhuis’ gratis open voor publiek. Met haar bonte Markense klederdracht was ze zelf ook een bezienswaardigheid. Om wat te verdienen verkocht ze mutsen en zakdoekjes. Ze was niet de enige op Marken die haar woning als ‘kijkhuis’ voor toeristen openstelde, maar Boes was wel de eerste die de commerciële mogelijkheden ervan zag en deze bijzonder assertief uitwerkte. Intussen nam onder sommige bewoners van het eiland de irritatie toe omdat deze kijkhuisjes naar de letter van de wet geen winkels waren en er soms toch souvenirs werden verkocht, vooral als dit op zondag gebeurde. Met lokale bepalingen probeerde de gemeente het fenomeen van de kijkhuisjes in te perken.

In 1925 opende Sijtje Boes een nieuw kijkhuis annex souvenirzaak aan de haven, op de plek waar ze slechts een vergunning had gekregen voor het bouwen van een woonhuis. Ondanks waarschuwingen van de stedelijke overheid zette ze haar plannen door. Er volgde een jarenlang kat-en-muisspel tussen Boes en de veldwachter. Meteen in 1925 al kreeg ze een bekeuring omdat zij met luide stem tegen voorbijgangers ‘de toegang is vrij’ zou hebben geroepen en daarmee het publiek had uitgenodigd tot het bezichtigen van de woning. Sijtje Boes verweerde zich door vol te houden dat zij het slechts ‘op conversatietoon’ had gezegd en ging in beroep tegen de bekeuring. Intussen ging zij door met haar nering en werd nog vele malen daarna bekeurd. Voor de kantonrechter verklaarde Boes dat de tegenwerking van de veldwachter, die de letter van de wet strikt naleefde, tevens voortkwam uit jaloezie vanwege haar succes als zakenvrouw die haar vreemde talen beheerste, en ‘het aardigste huisje op Marken’ bewoonde. De rechter stelde haar in het ongelijk; zij moest de boete van drie gulden betalen. In 1928 kreeg Boes opnieuw een geldboete omdat ze op een zondag mensen in haar huis had toegelaten; naar eigen zeggen waren het privékennissen die niet voor de winkel waren gekomen.

‘De ongekroonde koningin van Marken’

Door de aanleg van de Afsluitdijk (1932) kwam in Marken de visserij als bron van inkomsten onder druk te staan. De toeristische activiteiten van onder anderen Sijtje Boes bleken een goed alternatief. Boes adverteerde in buitenlandse bladen en had als een van de eersten op het eiland een vaste telefoonlijn. In 1936 mocht ze op uitnodiging van Anthony Fokker mee in een vliegtuigje om haar nering van bovenaf te zien. Nog datzelfde jaar stond ze wederom voor de rechter. De rechter beboette haar vanwege te grote vrijmoedigheid: ze had gezegd dat de veldwachter met zijn ambtseed goochelde. Toen in 1937 het ongevraagd aanspreken van klanten met een plaatselijke verordening expliciet werd verboden, tekende Boes bezwaar aan: door de verordening zou ze afhankelijk worden van gidsen die provisie vroegen. Het was vergeefs, want de verordening kwam er toch. Ook protesteerde ze toen er een strengere zondagsrustverordening kwam. Onder haar leiding deelden Markers in de zomer glazen water uit aan toeristen die op zondag nergens iets mochten gebruiken. Zelf verkocht ze nooit op zondag, maar wel accepteerde ze spontane donaties voor het bezichtigen van haar huisje.

Haar geld investeerde Sijtje Boes in antiek waarmee ze haar kijkhuis decoreerde en dat zij deels weer verkocht. En de toeristen bleven komen. Boten meerden aan in de haven, waar haar winkel meteen in het oog sprong. Zo dronk de Amerikaanse filmster Mary Pickford in 1939 een kopje thee met haar. Boes droeg altijd klederdracht en was daarmee fotogeniek: na de koningin gold zij een tijdlang als de meest gefotografeerde vrouw van Nederland. In de oorlogsjaren 1940-1945 nam de handel af, al bleven er ook toen toeristen – vooral Nederlanders en Duitse soldaten – naar Marken komen. Na de oorlog nam de belangstelling voor Marken een hoge vlucht, en in de winkels van Sijtje Boes was steeds meer personeel nodig: in 1950 had ze negen winkelbediendes op de loonlijst staan. Boes beschouwde zichzelf als ‘de ongekroonde koningin van Marken’. Financieel ging het het echtpaar Vlasbloem-Boes voor de wind.

In 1957 leek het einde van toeristisch Marken nabij toen de dijk naar het vasteland werd aangelegd, een project waartegen Sijtje Boes zich fel keerde omdat zij omzetverlies vreesde. De toeristenstroom bleef echter groeien. Boes kocht al voor de opening van de dijk een derde winkelpand, dichtbij de nieuwe bushalte. Toeristen kwamen zo nog altijd eerst bij haar terecht. In 1960 stierf haar echtgenoot Jan Vlasbloem op zee. Sijtje Boes was inmiddels 65 jaar oud, maar werkte nog achttien jaar door in haar eigen winkels. Nadat in 1978 haar nicht Sijtje Zeeman de winkels had overgenomen, verhuisde Sijtje Boes naar verpleegtehuis Overwhere te Purmerend. Daar overleed zij op 19 april 1983 op 87-jarige leeftijd. Volendammer visboer Koks Mooijer nam de winkeltjes in 1987 van de familie over, maar boven de winkeldeur en op haar voormalige woonhuis staat nog altijd de naam van Sijtje Boes.

Betekenis

Sijtje Boes groeide uit tot de bekendste souvenirhandelaarster van Nederland. Toen ze als dertienjarige met haar mand langs de haven liep, kwamen enkele tienduizenden toeristen per jaar naar Marken. In 1957 was dit aantal gegroeid tot meer dan tweehonderdvijftigduizend. Boes was een zakenvrouw-in-klederdracht: ze leverde een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de folklore als beeldmerk én verdienmodel.

Literatuur

  • ‘De meest bekeurde vrouw van Nederland: Sijtje Boes’, De Tijd, 2-3-1938.
  • ‘Sijtje Boes, de altijd goedgehumeurde Marker zakenvrouw’, Nieuwe Noordhollandse Courant, 23-10-1950.
  • ‘Sijtje Boes (80) regeert al halve eeuw over toeristisch Marken’, Nieuwe Noordhollandse Courant, 3-9-1976.
  • ‘”Sijtje Boes mag nooit kapot”’, De Telegraaf, 25-8-1990.
  • G.J. Schutte en J.B. Weitkamp, Marken. De geschiedenis van een eiland (Amsterdam 1998) 253-265.
  • Rien Floris, ‘Sijtje Boes. De markantste vrouw van Marken’, Nieuwe Noordhollandse Courant, 10-6-1999.
  • Eelco Beukers en Thimo de Nijs, Het bijzondere van Holland. Een geschiedenis van Holland in 25 verhalen (Hilversum 2005) 107-109.

Illustratie

Sijtje Boes (l), door Ben Merk, 1948 (Nationaal Archief, Den Haag).

Auteur: Ingrid van der Vlis

laatst gewijzigd: 01/07/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.