Bontekoning, Johanna (1721-1789)

 
English | Nederlands

BONTEKONING, Johanna (ged. Amsterdam 3-8-1721 – gest. Amsterdam 3-5-1789), stichteres van het Bestedelingenhuis van de Amsterdamse hervormde diaconie. Dochter van Dirk Bontekoning (1686-1736), makelaar in hout, en Geertruij Colonius (1685-1756). Johanna Bontekoning trouwde (1) in 1755 (otr. 5-9) in Amsterdam met Johannes Boskoop (1714-1772), predikant; (2) in 1777 (otr. 31-7) in Amsterdam met Jan van Mekeren (1718-1791), koopman en reder. Beide huwelijken bleven kinderloos.

Johanna, de jongste in het gezin Bontekoning, woonde in haar jeugd met een broer, Floris, en twee zusters, Gesina en Geertruy, aan de Binnenkant in Amsterdam. In 1735 verhuisde de familie naar de Herengracht, waar ruim een jaar later vader Bontekoning overleed. Twintig jaar later stierf haar moeder, niet lang na Johanna’s huwelijk met de weduwnaar Johannes Boskoop. Elk van de vier kinderen Bontekoning erfde het niet onaanzienlijke bedrag van 45.000 gulden. Nog eens twaalf jaar later konden de kinderen Bontekoning de omvangrijke erfenis van hun oom Hendrik Colonius delen. In 1772 overleed Johanna’s echtgenoot en vijf jaar later trouwde zij opnieuw, nu met de koopman Jan van Mekeren. Wellicht bracht het echtpaar de zomers door in Loenen aan de Vecht, waar Van Mekeren het huis Vrederust bezat.

Bij testament legateerde Johanna Bontekoning dertigduizend gulden aan de diaconie van de Amsterdamse gereformeerde gemeente, met het verzoek om hiermee een bestedelingenhuis op te richten. Tot dan toe werden de betreffende mannen, vrouwen en kinderen bij particulieren besteed. Toezicht daarop was lastig en het kostte de diaconie veel geld. Johanna Bontekoning was hier als diacones mee bekend en zorgde met deze gift ervoor dat er direct een tehuis gebouwd kon worden. Nog in 1789, het jaar waarin Johanna Bontekoning overleed, begon men aan de bouw: op 9 december legde weduwnaar Jan van Mekeren de eerste steen en doneerde nog eens duizend gulden. Twee jaar later was het pand aan de Nieuwe Herengracht gereed. Het Bestedelingenhuis was sober uitgevoerd: wegens ruimtegebrek moesten bedeelden, naar verluidt, soms een bed delen.

Ter gelegenheid van de eerste steenlegging werd een gevelsteen ingemetseld met de volgende tekst: ‘De milde liefde van Johanna Bontekoning/ Gaf Jezus arme lién dit nuttig huis ter woning/ [...]/ Nu rust zij van haar werk, zij ziet haar liefde loonen/ Haar’ arbeid, uit geneé, met eeuwig heil bekroonen’.

Naslagwerken

Van der Aa; Regt.

Archivalia

Stadsarchief Amsterdam: toegang 377A (Archief van de hervormde gemeente, eerste aanvulling), inv. nrs. 532-538. Toegang 537 (Archief van de diaconie van het Amstelhof).

Literatuur

  • Jan Wagenaar, Amsterdam in zyne opkomst [...] beschreeven, 13 delen (Amsterdam 1760-1768) 4, 486-487.
  • J.W. Gunning, ‘Hoogerlust in de achttiende en negentiende eeuw: buitenverblijf en kostschool’, Jaarboekje Oudheidkundig Genootschap ‘Niftarlake’ (1984) 49-70, aldaar 54-57.
  • R.J.A. te Rijdt, ‘Een door Jacobus Buys geschilderd portret van Floris Bontekoning en zijn familie’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 40 (1986) 162-173, aldaar 165, 170.

Auteur: Ingrid van der Vlis

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.