Brandts Buys, Mary Sylvia Ingeborg (1907-1994)

 
English | Nederlands

BRANDTS BUYS, Mary Sylvia Ingeborg (geb. Cirebon, Ned.-Indië 28-4-1907 – gest. Amsterdam 26-12-1994), journaliste. Dochter van Gerrit Bernhard Franz Brandts Buys (1881-1956), planter en zakenman, en Elisabeth Hary Alma Berkhout (1882-1943), landbouwkundige. Sylvia Brandts Buys trouwde (1) Adriaan Veenman (1905-1965), huisarts; (2) op 9-7-1960 in Londen met Gustavo Bernardo José Hiltermann (1914-2000), journalist. Uit (1) werd 1 dochter geboren.

Sylvia Brandts Buys groeide op in toenmalig Nederlands-Indië, als oudste van vier dochters. Ze onderhield een complexe relatie met haar moeder. Als enige van de meisjes werd zij – ‘een zenuwachtig dier’, schreef haar moeder – als onhandelbaar naar een kostschool in Bandung gestuurd, terwijl haar moeder wel de vier kinderen van een vriend in huis nam nadat diens vrouw was overleden. Toen haar ouders scheidden, kwam Sylvia weer thuis wonen, maar na een paar jaar werd ze opnieuw naar kostschool gestuurd en als vijftienjarige voer ze alleen terug naar Nederland, waar ze bij haar grootouders introk.

In 1926 maakte Sylvia de hbs in Wageningen af en leerde Ad Veenman kennen, de jongste zoon van een plaatselijke drukker, die medicijnen studeerde. Ze trouwden twee jaar later en kregen in 1930 hun enige kind: Lili. In de eerste jaren van Veenmans huisartsenpraktijk in Amsterdam hielp Sylvia Veenman, zoals ze zich na haar huwelijk noemde, met de administratie, een taak waar zij weinig talent voor had. De praktijk werd in de oorlogsjaren een doorgangshuis voor Joodse onderduikers.

Toen na de oorlog bleek dat Veenman een zoon had verwekt bij een andere vrouw, scheidde het echtpaar. Vlak voor de oorlog had Sylvia Brandts Buys een buurjongen leren kennen, de zeven jaar jongere Guus Hiltermann. Zij kregen een relatie.

Elsevier en Haagse Post

Hiltermann, die voor en tijdens de bezetting bij De Telegraaf had gewerkt, introduceerde Brandts Buys in 1949 bij het tijdschrift dat hij had helpen oprichten, Elseviers Weekblad. Zij was ‘ongeschoold en nog niet in staat copy te produceren’, zou Hiltermann later schrijven (gecit. Chorus, 179). Kunst, mode en reizen werden de onderwerpen waarover ze onder haar meisjesnaam in bloemrijke taal schreef.

In 1952 kochten Guus Hiltermann en Sylvia Brandts Buys samen de Haagsche Post, een weekblad dat toen een kwijnend bestaan leidde. Hiltermann zou altijd volhouden dat hij alleen voor de aanschaf had betaald, maar uit onderzoek blijkt dat Brandts Buys substantieel meebetaalde uit de erfenis van haar grootouders en haar moeder. Hiltermann kwam in het colofon als hoofdredacteur, Brandts Buys werd chef van de kunstredactie en bestierde al gauw het hele blad. Ze schrapten de ouderwetse ‘ch’ uit de titel.

Het voorbeeld voor Brandts Buys was het Franse L’Express, waarin zakelijk en in lichte stijl verslag werd gedaan van de wereldgebeurtenissen. Aan de verslaggevers die ze om zich heen verzamelde zei ze dat die zich moesten opstellen ‘als onze lieve heer op een wolkje die naar beneden kijkt en de wereld ziet zoals die is, zonder het verlangen haar te willen bijkleuren, te veranderen, mooier te maken of er iets aan toe te voegen’ (Rothuizen). Dat was bepaald geen vanzelfsprekendheid in de verzuilde Nederlandse journalistiek van die jaren. Het blad was welbewust onafhankelijk; terwijl de overige Nederlandse pers op onderlinge afspraak van de hoofdredacteuren zweeg over de affaire rond gebedsgenezeres Greet Hofmans en koningin Juliana, berichtte alleen de Haagse Post hierover.

De heertjes

De nieuwe medewerkers van Haagse Post hadden geen achtergrond als journalist, maar werden door Brandts Buys gerekruteerd uit kringen van schrijvers, filmmakers, kunstenaars en studenten. Remco Campert, Jan Vrijman, Simon Vinkenoog, Armando en Joop van Tijn hoorden bij deze jonge redactie. Sylvia Brandts Buys, met haar levenslange neiging om bijnamen te verzinnen, noemde hen haar ‘heertjes, krengen van jongens’. Elke dag bestookte ze hen met ideeën voor verhalen of redigeerde ze hun stukken met een scherp rood potlood.

De werkwijze van redactiechef Sylvia Brandts Buys was chaotisch, maar als enige vrouw – altijd elegant gekleed en rokend – inspireerde ze op een non-conventionele wijze de jonge redactie. De Haagse Post maakte school met een nieuwe, oneerbiedige journalistiek. Onder invloed van redacteuren als Armando en Hans Sleutelaar, die bij de Nul-beweging in de kunst hoorden, beschreven de verslaggevers de wereld ‘met de verbazing van iemand die net van de maan is gekomen’ (Armando). Stakers werden met dezelfde precisie neergezet als voetballers of ministers. ‘Koel opnoteren’ werd het motto. In het blad verschenen spraakmakende reconstructies (een nieuw genre), reportages en portretten. In 1960 was de oplage ten opzichte van 1952 verdubbeld naar 35.000 exemplaren.

Werdegang

Zo voortvarend als alles in de jaren vijftig ging, zo grimmig keerde het tij voor Sylvia Brandts Buys in de jaren zestig. Bezield door de nieuwe, vrije tijdgeest die zij zo wonderwel had voorzien, begonnen veel ‘heertjes’ genoeg te krijgen van de chaos, de aanwijzingen en de bijnamen. Sommigen vertrokken naar andere media (Vrij Nederland, de VPRO), die zij naar grote hoogten hielpen op te stuwen. Anderen kwamen openlijk in opstand tegen Brandts Buys. Hiltermann, die zichzelf gretig ‘eigenaar, directeur en hoofdredacteur’ noemde, stak geen vinger uit voor de dagelijkse gang van zaken. Maar achter de schermen ging hij op zoek naar een koper voor het blad.

In 1960 waren Sylvia Brandts Buys en Guus Hiltermann in Londen getrouwd. Brandts Buys had daar lang op aangedrongen, ook al wist ze dat Hiltermann eerder het bed had gedeeld met haar minderjarige dochter. Later bleek dat hij toen al een verhouding had met haar veel jongere halfzus, met wie hij later ook kinderen kreeg. Zo liepen de persoonlijke en zakelijke neergang van Brandts Buys parallel. Toen het blad in 1967 werd gekocht door Bonaventura, tevens uitgever van Elseviers Weekblad, werd ze direct uit de leiding gezet. En omdat over haar functie niets op papier bleek te staan, werd ze door de nieuwe eigenaar ontslagen.

Brandts Buys en Hiltermann bleven getrouwd, ondanks de inmiddels ook in familiekring bekend geworden verhouding met haar halfzus. De twee schreven samen boeken naar aanleiding van hun reizen naar de Sovjet-Unie, China en Japan. Vanaf de jaren tachtig trok ze zich terug, in een Who’s Afraid of Virginia Woolf-achtig huwelijk met Hiltermann. Sylvia Brandts Buys overleed in hun bed, op tweede kerstdag 1994. Ze werd 87 jaar.

Betekenis

Met haar intuïtieve redactievoering heeft journaliste Sylvia Brandts Buys de Nederlandse journalistiek in de jaren vijftig van de twintigste eeuw een beslissende impuls gegeven. Vanuit haar opvatting dat registreren interessanter is dan commentariëren gaf zij leiding aan de Haagse Post in een tijd dat de Nederlandse pers nog grotendeels verzuild was. Zij gaf een nieuwe generatie journalisten ruim baan. In de jaren zestig zwermden de HP-medewerkers uit naar media als Vrij Nederland en VPRO, die beeldbepalend zouden worden voor de fluwelen revolutie van die jaren. Ze werkte in de schaduw van haar destijds van zijn radio- en tv-praatjes zeer bekende echtgenoot, en zo is haar betekenis lang onderbelicht gebleven.

 

Archivalia

Zie Chorus, Alma’s dochters, 269-270.

Literatuur

  • William Rothuizen, ‘De toestand van meester GBJ’, Haagse Post, 27-11-1976.
  • John Jansen van Galen en Hendrik Spiering, Rare Jaren. Nederland en de Haagse Post 1914-1990 (Amsterdam 1993).
  • Mariëtte Wolf, Het geheim van De Telegraaf. Geschiedenis van een krant. (Amsterdam 2009).
  • Jutta Chorus, Alma’s dochters. Vijf levens in de schaduw (Amsterdam 2022).

Illustratie

Op de HP-redactie, 1961, foto van Henk Leffelaar.

Auteur: Jutta Chorus

laatst gewijzigd: 23/01/2023

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.