Brussel, Clasine Josephine van (1808-na 1851)

 
English | Nederlands

BRUSSEL, Clasine Josephine van (geb. Amsterdam 1-2-1808 – gest. na 1851), pianiste, componiste. Dochter van Christian Jean van Brussel, muziekmeester, en Adelaide Stassens. Clasine Josephine van Brussel trouwde op 24-9-1835 in Amsterdam met Mark Erlanger (1813/1814-?). Over kinderen uit dit huwelijk is niets bekend.

Clasine van Brussel werd geboren in een rooms-katholiek Amsterdams gezin. Zij groeide op in een muzikale omgeving. Haar vader speelde hoorn en cello in het orkest van Felix Meritis. Clasine debuteerde op haar tiende als muzikaal wonderkind in Felix Meritis met een pianoconcert van František Xaver Dušek.

Van 1818 tot 1836 stond Clasine Josephine van Brussel als pianiste op de Amsterdamse podia met een voor haar tijd kenmerkend repertoire: variaties van Ferdinand Ries en Henri Herz, en pianoconcerten van Frédéric Kalkbrenner, John Field, Johan Nepomuk Hummel en Carl Maria von Weber. Ook werkte zij mee aan uitvoeringen van kamermuziek, met onder anderen de tenor Willem Pasques de Chavronnes Vrugt en de violist Johannes van Bree. Op 13 november 1825 trad zij in Felix Meritis op in een ‘buitengewoon concert’ voor de koning en andere leden van het koninklijk huis. De Duitse Allgemeine musikalische Zeitung, die in die jaren de muzikale gebeurtenissen in Nederland volgde, registreerde veel van haar optredens. Zij speelde in deze jaren dikwijls op dezelfde muziekavonden als Anna Lohr.

Toen Clasine van Brussel op 25 november 1831 in Felix Meritis plaats moest maken voor de bekende Oostenrijkse pianiste Leopoldine Blahetka, werd op het programma – dat zich nog in het archief van Felix Meritis bevindt – genoteerd: ‘Deze verschikking is door mejuff. van Brussel en hare vader zeer EUVEL opgenomen’. In maart 1835 speelde ze in Felix Meritis met de violist Mark Erlanger een bewerking door Kalkbrenner en Lafont van thema’s uit de populaire opera Robert le Diable van Meyerbeer. Een half jaar later, op 24 september, trouwde zij met deze 22-jarige violist. In de huwelijksakte stond – wat uitzonderlijk was – haar beroep vermeld, ‘toonkunstenaresse’. De violist Johan Fredrik Bunte en de fagottist Jacob Wilhelm Theodor Stumpff, beiden verbonden aan het orkest van Felix Meritis, waren hun getuigen.

Eigen composities

Zoals destijds van een concertpianist werd verwacht, speelde Clasine van Brussel ook eigen composities. Slechts twee van haar werken zijn tot nu toe teruggevonden: Variations pour le piano-forte sur un thème de C. de Beriot en Variations de bravoure sur un air de mr. A. Nourrit avec accompagnement de grand orchestre, dat zij opdroeg aan koningin Anna Paulowna. Deze variaties, een geliefd genre in deze tijd, worden gekenmerkt door de virtuoze stijl van de eerste helft van de negentiende eeuw en vertonen gelijkenis met werken van bijvoorbeeld Hummel, Ries en Von Weber. Het tweede stuk, gebaseerd op een melodie van Adolf Nourrit, is geschreven voor piano en orkest, maar alleen de pianopartij is bewaard gebleven. Hierin staan echter wel instrumentatie-aanduidingen voor het orkest, zoals ‘tutti’-passages, solo’s voor klarinet en een fanfarepassage voor hoorn. Na een inleiding en vijf variaties sluit het werk af met de gebruikelijke feestelijke finale. Volgens het Algemeen Handelsblad speelde zij in 1834 nog meer zelf gecomponeerde variaties, op een thema uit Le pré aux clercs van Ferdinand Hérold, die zij ‘met veel smaak en bevalligheid [heeft] weten uit te werken, en naar het ons voorkwam, de moeilijkheden geenszins gespaard’ (Algemeen Handelsblad 28-1-1834). Over haar spel was men vol lof: ‘Ongemeen karakteristiek was hare voordracht in een Adagio en Rondo van Kalkbrenner; de somber-weemoedige en nu en dan hartstochtelijke gevoelens in dit voortreffelijke muziekstuk uitgedrukt, troffen geheel het Auditorium [...] Welk een vuur, welk een juistheid van uitdrukking in de voordracht der moeilijkste plaatsen!’ (idem, 2-4-1833).

Volgens het Algemeen Handelsblad van 12 februari 1836 zou het echtpaar Erlanger op de 16de een concert geven in de Hoogduitse Schouwburg te Amsterdam en vervolgens naar Engeland afreizen. Het is niet bekend of dit ook is gebeurd. Haar echtgenoot – die volgens Viotta ‘enige tijd’ muziekdirecteur van Halle was – verhuisde in 1844 naar Frankfort, en waarschijnlijk ging Clasine met hem mee. Tot 1851 was zij lid van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst. Zij is dus vermoedelijk na 1851 gestorven, maar het is niet bekend waar en wanneer.

Naslagwerken

Gregoir; Viotta [onder Max Erlanger].

Archivalia

Stadsarchief Amsterdam: DTB, Dopen 334 (Franse kapel) p. 714. BS, Huwelijk, 1835, akte nr. 3-191.

Werk

  • Variations pour le piano-forte sur un thème de C. de Beriot (Amsterdam 1831).
  • Variations de bravoure sur un air de mr. A. Nourrit avec accompagnement de grand orchestre (Amsterdam 1832).
  • Variaties op Le pré aux clercs van Ferdinand Hérold [vermist].

Literatuur

  • Album van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst (1844-1852).
  • D. van Heuvel, ‘Over smaak valt (niet) te twisten’: de concertprogramma’s van de Maatschapij Felix Meritis in de periode 1788-1801 (onuitgegeven doctoraalscriptie Universiteit Utrecht).
  • H.H. Metzelaar, From private to public spheres: exploring women's role in Dutch musical life from c. 1700 to c. 1880 and three case studies (Utrecht 1999) 21, 22, 61, 81, 82, 85, 86, 288, 291.

Illustratie

Titelpagina van Variations de bravoure sur un air de mr. A. Nourrit (Nederlands Muziek Instituut).

Auteur: Helen Metzelaar.

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 679

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.