Catharina Belgica van Oranje (1578-1648)

 
English | Nederlands

CATHARINA BELGICA prinses van ORANJE (geb. Antwerpen 3-7-1578 – gest. Den Haag 12-4-1648). Dochter van Willem prins van Oranje (1533-1584), en Charlotte van Bourbon (1546/47-1582). Catharina Belgica trouwde op 24-10-1596 te Dillenburg met Filips Lodewijk II, graaf van Hanau-Münzenberg (1576-1612). Uit dit huwelijk werden 6 zoons en 4 dochters geboren, van wie 1 zoon en 1 dochter jong overleden.

Catharina Belgica werd in 1578 geboren op het kasteel in Antwerpen als de derde dochter van Willem van Oranje en zijn derde vrouw, Charlotte de Bourbon. Haar ouders lieten haar protestants dopen. Naamgeefster Catharina van Schwarzburg-Nassau, een jongere zuster van Willem van Oranje, was doopgetuige. De Staten-Generaal gaven slechts ten dele gehoor aan de uitnodiging van de prins eveneens als doopgetuigen op te treden: een aantal zuidelijke gewesten weigerde de ‘ketterse plechtigheid’ bij te wonen. Catharina’s tweede naam ‘Belgica’ was een verwijzing naar de eenheidspolitiek die haar vader voerde – de Nederlandse gewesten werden toen ook wel ‘Belgisch’ genoemd.

Als onderdeel van een portretreeks van het prinselijk gezin werd de kleine Catharina omstreeks 1580 in Antwerpen geportretteerd door Daniel van den Queeborn. Opdrachtgever was graaf Günther van Schwarzburg, de echtgenoot van haar peettante, die de serie bestelde voor zijn residentie in Arnstadt. Catharina Belgica was vier jaar oud toen haar moeder stierf; twee jaar later werd haar vader vermoord. In het najaar van 1584 nam de kinderloos gebleven gravin van Schwarzburg haar petekind onder haar hoede en vertrok met haar naar Arnstadt. Catharina Belgica lijkt een goede band met haar tante te hebben gehad (Van Ditzhuyzen, 63). Zij was haar voornaamste erfgenaam en verwierf aldus de portretreeks van Van den Queeborn. Zij moet een goede opvoeding hebben genoten, al had haar oudste zuster Louise Juliana kritiek omdat de opvoeding luthers was. Dat blijkt uit een brief van Louise aan Jan van Nassau uit 1595, waarin zij haar ongenoegen hierover uit: ‘wat u mij liet weten over mijn zusters Catharina en Flandria, die opgevoed worden in een religie die strijdig is met de onze, verzeker ik u dat dit mij oneindig verdriet’. Louise maakte zich over Catharina minder zorgen dan over de katholieke opvoeding van Flandria: ‘al is de lutherse leer niet het enige en ware geloof, als men Catharina aan de juiste man zou kunnen uithuwelijken, kon men haar in de ware religie onderwijzen en ik geloof niet dat zij al te koppig zou zijn’ (gecit. Doorn, 153; Van der Does, 91).

Catharina Belgica werd uitgehuwelijkt aan een vooraanstaand calvinist: graaf Filips Lodewijk II van Hanau-Münzenberg. Deze kleinzoon van Juliana van Stolberg uit haar eerste huwelijk was een petekind van Jan van Nassau en op de Dillenburg opgevoed. Hij was aanvoerder van het Wetttauer Rijksgravencollege, een verbond van de calvinistische adel in het Duitse rijk, en zijn graafschap was een bolwerk van calvinisten. Op 23 oktober 1596 trouwde de achttienjarige Catharina op kasteel Dillenburg met haar twee jaar oudere neef. De Staten-Generaal schonken Catharina Belgica bij deze gelegenheid twintigduizend gulden.

Gravin van Hanau

Catharina van Nassau vestigde zich met haar man in de residentie Hanau, bij Frankfurt. Tussen 1597 en 1612 kreeg Catharina Belgica tien kinderen: Charlotte Louise (1597-1649), Amalia Elisabeth (1602-1651), Catharina Juliana (1604-1668), Filips Maurits (1605-1638), Willem Reinhard (1607-1630), Hendrik Lodewijk (1609-1632), Frederik Lodewijk (1610-1628), en Jacob Johan (1612-1636). Twee kinderen stierven jong, in 1598 en 1604.

Catharina Belgica en Filips Lodewijk maakten van hun hof een toevluchtsoord voor protestantse vluchtelingen, onder wie Catharina’s zuster Elisabeth en haar echtgenoot, de hertog van Bouillon, die als leider van de Franse hugenoten in aanvaring was gekomen met de katholiek geworden Hendrik IV en daarom van hoogverraad was beschuldigd. Voor de hugenoten die zich in Hanau vestigden lieten Catharina Belgica en Filips Lodewijk tussen 1598 en 1610 een nieuwe stad bouwen, Neustadt-Hanau.

Na het overlijden van haar man in 1612 trad Catharina tot 1626 op als regent voor haar minderjarige zoon Filips Maurits. Ze bleef onverminderd de calvinistische zaak verdedigen. Ze garandeerde protestantse vluchtelingen in Hanau vrijheid van godsdienst en burgerrechten en probeerde hen financieel te ondersteunen. In 1620 richtte zij zich bijvoorbeeld tot het Leidse stadsbestuur, een stad waar zij eerder gastvrij was ontvangen, met een verzoek om financiële steun voor de hugenoten-vluchtelingenkerken in haar gebied. Ook stelde zij zich teweer tegen aanvallen van de keurvorst van Mainz in haar gebied en bracht zij in de aanloop naar de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) Hanau in staat van verdediging. Voor Ferdinand II, die in 1618 met groot gevolg op weg was naar Frankfurt om tot keizer te worden gekroond, hield zij de poorten van Hanau gesloten (Doorn, 468). Na bezetting van Hanau door keizerlijke troepen vluchtte Catharina in 1622 met haar kinderen naar Den Haag.

Terug in Hanau, dat in november 1631 door Zweedse troepen was bevrijd, voerde Catharina in 1632 persoonlijk de onderhandelingen met koning Gustaaf Adolf. Zij slaagde erin de op de keurvorst van Mainz veroverde gebieden te verwerven voor haar zoon en wist een goede verstandhouding met de Zweedse koning tot stand te brengen. Na de dood van Gustaaf Adolf bleef zij de band met Zweden koesteren. Daarbij werd zij gesteund door haar dochter Amalia Elisabeth, die getrouwd was met Willem V, landgraaf van Hessen-Kassel.

Laatste jaren

Catharina Belgica bracht haar laatste jaren in ballingschap door in Den Haag. Daar overleed zij op 12 april 1648, een paar maanden voordat de Vrede van Münster werd getekend. Zij is de enige dochter van Willem van Oranje die werd bijgezet in de grafkelder in de Nieuwe Kerk van Delft (5 mei 1648).

Het leven van Catharina Belgica heeft grotendeels in het teken gestaan van de Dertigjarige Oorlog. Vanuit haar hof in Hanau bestuurde zij het graafschap Hanau na de dood van haar man, die zij meer dan 35 jaar overleefde. Zij stond bekend om haar toewijding aan de calvinistische zaak. Zij had de reputatie strijdvaardig, vastberaden en moedig te zijn. Hoewel zij met haar zusters goede betrekkingen onderhield, komt haar naam in hun correspondentie weinig voor.

Naslagwerken

Van der Aa; Dek; Van Ditzhuyzen; Oranje van A tot Z.

Archivalia

Koninklijk Huisarchief, Den Haag: Archief Willem I van Oranje-Nassau; Archief van Maurits van Nassau.

Literatuur

  • N. Japikse, ‘De huwelijken van de dochters van prins Willem’, in: Idem, De geschiedenis van het huis Oranje Nassau (Den Haag 1937) 145-154.
  • J.C. van der Does, Prinsessen uit het huis van Oranje (Putten 1938).
  • P. Scherft, Het sterfhuis van Willem van Oranje (Leiden 1966).
  • R.E.O. Ekkart, ‘Een portretreeks uit de tweede helft van de zestiende eeuw. Daniel van de Queeborn als portrettist van Willem de Zwijger en zijn gezin’, Jaarboek Vereniging Oranje-Nassau Museum (1982) 17-34.
  • Jacqueline Doorn, De prijs van het bloed 1584-1625. De kinderen van Willem van Oranje, hun rol en hun lot (Zaltbommel 1984) 153, 177, 468, 474.
  • W. Wijnandts van Resandt, ‘Hugenoten families Toussaint in Hanau en elders’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 46 (1992) 115-120.
  • ‘Correspondance de Catherine-Belgie de Nassau comtesse de Hanau’, Jean Luc Tulot ed., http://pagesperso-orange.fr/jeanluc.tulot/CatharinaBelgicadeNassau.pdf, 17-2-2009 [5 brieven].

Illustratie

Portret door onbekende kunstenaar [Catharina Belgica van Oranje-Nassau 1578-1648]. Uit: W. Ruizendaal en M. Conrads, Nassau & Oranje. 600 jaar geschiedenis van ons vorstenhuis van Engelbert I tot Willem-Alexander (Baarn, 1995) 76.

Auteur: Matty Klatter

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 191

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.