© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Laetitia van Rijckevorsel, Ceva, Francoise Charlotte Josephine Louise Emilie de, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Ceva [19/10/2016]
CEVA, Françoise Charlotte Josephine Louise Emilie de (geb. Heerlen 13-9-1865 – gest. Veghel 24-3-1943), verpleegster. Dochter van Alexander Jan Arthur Roger de Ceva (1827-1902), belastinginspecteur, en Eugénie Hubertina Janssens (1826-1887). Charlotte de Ceva bleef ongehuwd.
Françoise de Ceva, bij haar tweede voornaam Charlotte genoemd, werd als vierde van vijf kinderen geboren in een warm en zeer vroom rooms-katholiek gezin in Heerlen. Haar vader, bij zijn derde voornaam Arthur genoemd, was daar controleur der belastingen. Thuis werd voornamelijk Frans gesproken. Tot groot verdriet van de hele familie overleed Charlottes enige broertje Alexander op vijfjarige leeftijd. De diepbedroefde grootouders De Ceva lieten voor hem op de Algemene Begraafplaats te Heerlen een grafmonument oprichten met een grafkelder waarheen zijn stoffelijk overschot werd overgebracht. Zij zelf, hun zoon en schoondochter en hun twee jongste kleindochters zouden daar later ook hun laatste rustplaats vinden. Vanwege zijn loopbaan bij de Belastingdienst werd Charlottes vader regelmatig overgeplaatst. Het gezin woonde achtereenvolgens in Groenlo, Heerlen, Delft, Roosendaal, en uiteindelijk, nadat Arthur de Ceva in 1872 was benoemd tot provinciaal inspecteur der belastingen van Noord-Brabant, in Eindhoven. Daar bracht Charlotte het grootste deel van haar jeugd door.
‘Particulieren’
Toen in mei 1887 Charlottes moeder overleed, woonden alleen zij en haar jongste zusje Bertha nog thuis: de twee oudste meisjes waren inmiddels getrouwd. Nog hetzelfde jaar verhuisde vader Arthur, die in 1885 met vervroegd pensioen was gegaan, met zijn twee jongste dochters naar Amsterdam. Hij en Charlotte zouden er ruim tien jaar blijven wonen. In 1895 vertrok Bertha naar Brussel, waarschijnlijk om daar te werken als onderwijzeres. In 1898 verhuisden Arthur en Charlotte naar Antwerpen. Daar overleed Bertha op 30 augustus 1898, 31 jaar oud. Twee jaar na haar dood verhuisden Arthur en Charlotte naar Parijs, waar ze gingen wonen in de Rue du Faubourg-Saint-Honoré. Arthur de Ceva overleed daar op 23 maart 1902.
Na de dood van haar vader bleef Charlotte de Ceva nog dertig jaar in Parijs wonen en werken als verpleegster, voornamelijk bij deftige families met wie ze had kennisgemaakt toen haar vader nog leefde. Zij had geen professionele opleiding genoten, maar had thuis en bij familie, vrienden en kennissen de nodige verpleegervaring opgedaan, en vooral: ze leefde intens mee met mensen die pijn of verdriet hadden. Zij verhuisde naar de Rue Salneuve in het 17de arrondissement, een veel minder chique buurt dan de Rue du Faubourg-Saint-Honoré, en ging om met alle soorten figuren. Zo zijn er foto’s uit 1916 met haar ‘drie onafscheidelijke vrienden’: Sidy, een Algerijnse soldaat voor wie ze een betrekking als tuinman bij familie in Vught had weten te regelen, haar hondje Jean Trésor en haar poes Pierre Bijou. Ze verleende onderdak aan ongehuwde moeders en andere verschoppelingen en stelde haar huis beschikbaar als ontmoetingsplaats voor geliefden die van hun ouders niet met elkaar mochten omgaan.
In januari 1932 kwam Charlotte de Ceva, inmiddels 66 jaar oud, terug naar Nederland. Ze was nog niet geneigd met pensioen te gaan, maar vond in Breda werk als ‘dame de compagnie’ van een dame die geestelijk niet helemaal in orde was. Toen de betreffende dame in 1937 werd opgenomen in een inrichting, trok Charlotte in bij haar lievelingsnichtje in Den Haag, maar dat werd geen succes: de inmiddels 71-jarige De Ceva ging liever ‘particulieren’, zelfs als kraamverpleegster. In september 1939 ging ze eindelijk rustig leven: ze nam haar intrek in een zusterpension in De Eerde bij Veghel. Nog één keer, in mei 1941, gaf ze gevolg aan een uitnodiging voor een verpleging in het Belgische Kapellen. Acht maanden later keerde ze voorgoed terug naar haar ‘kloosterke’ in De Eerde, waar ze op 24 maart 1943 overleed, 77 jaar oud. Ze werd als laatste De Ceva bijgezet in het familiegraf te Heerlen. Met haar stierf haar familienaam in Nederland uit.
Reputatie
Charlotte de Ceva ontwikkelde zich tot een deskundig verpleegster die, door haar vader toevallig terechtgekomen in de wereldstad Parijs, zich daar na zijn dood dertig jaar alleen staande hield. Ze was nooit getrouwd omdat ze geen kinderen wilde: ze vond het leven voor de meeste mensen maar ellendig. Ze voelde een grote compassie met de lijdende mens en was idolaat van kleine kinderen en dieren, die ze als mensen bejegende. Op haar bidprentje staat, in het Frans: ‘Iedereen hield van haar: zij dacht nooit aan zichzelf, maar alleen aan anderen. Haar leven bestond uit goeddoen’.
Archivalia
- Genealogische gegevens en informatie over woonadressen zijn afkomstig van: Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag, Archief Delft en Omstreken, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Stadsarchief Amsterdam, Felix Archief Antwerpen, Gemeentearchief Veghel.
- Bij de auteur (Laetitia van Rijckevorsel, Den Haag): Archief van A.J.A.R. de Ceva; correspondentie Charlotte de Ceva met Adrienne van Rijckevorsel-Dorsman, Karel van Rijckevorsel en Maria van Rijckevorsel-von Fisenne.
Literatuur
- ‘In memoriam A. de Ceva’, De Fiscus, 29-3-1902.
- Vraaggesprek met Karel van Rijckevorsel over zijn oudtante Charlotte de Ceva (juni 1999) [vastgelegd op cassette].
Illustratie
Met haar ‘beste vrienden’ Jean Trésor en Pierre Bijou, februari 1916, door onbekende fotograaf (part. coll. Laetitia van Rijckevorsel).
Auteur: Laetitia van Rijckevorsel
laatst gewijzigd: 19/10/2016
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.