Chapiro, Fania (1926-1994)

 
English | Nederlands

CHAPIRO, Fanja (geb. Soerabaya, Ned.-Indië 10-6-1926 – gest. Hilversum 6-12-1994), pianiste en componiste. Dochter van Naum Chapiro (1893-1960), violist, en Dorothea Cornelia Mulié (1894-1967). Fanja Chapiro trouwde op 30-6-1953 in Amsterdam met Ernest Goldstern (1923-1993), elektrotechnisch ingenieur. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren.

Fanja Chapiro groeide op als enig kind van een gezin in Soerabaya. Haar vader was een Joodse violist, geboren in Oekraïne, haar moeder (geen musicus) was Nederlandse van geboorte. Al jong kreeg Fania vioollessen van haar vader. Omdat zij daarnaast veel op de piano improviseerde, volgde ze vanaf 1931 lessen bij Johann Madlener. Samen met hem en een vioolleerling van haar vader gaf zij eind 1933 – op haar zevende – haar eerste concert, in de Kunstkring van Malang. Toen al meende een recensent dat Fania ‘een exceptioneel sterke pianistische begaafdheid had en een muzikaal rastemperament’ (Soerabaijasch Handelsblad, 18-12-1933). De pianist Benno Moìseìwitsch hoorde het jonge meisje spelen en wilde haar onmiddellijk voor verdere studie meenemen naar Europa. Aangezien haar ouders een pianistische carrière van hun dochter graag stimuleerden, vertrok het gezin in 1934 naar Parijs.

Wonderkind

In Parijs ging Fania Chapiro studeren bij Lazare Lévy, die overtuigd was van haar talent: hij noemde haar zelfs een genie. De achtjarige Fania wilde per se de grote werken van Beethoven en Liszt kunnen spelen. Maar ze had ook andere ambities. Begin 1935 noteerde zij in haar dagboek dat ze ‘beslist een componiste en een prachtige pianiste wilde worden’ (Archief Fania Chapiro HGA/NMI). Haar theoretische vaardigheden om te componeren waren echter nog onvoldoende en zij moest hard werken om op het conservatorium door alle examens heen te komen. In de vakanties ging de familie regelmatig naar Nederland. Tijdens hun vakantie in 1939 werden ze vanwege de oorlogsdreiging gedwongen om daar te blijven. Vanaf 1940 woonde het gezin in een flat in het Haagse Bezuidenhout.

Als wonderkind trad Fania Chapiro regelmatig op. Zo speelde zij in 1939 in de Kurzaal in Scheveningen, begeleid door het Residentie orkest, het Tweede Pianoconcert van Chopin, met volgens de recensent een ‘waarlijk buitengewone techniek ten dienste van een aangeboren muzikaliteit’ (knipsel Archief Fania Chapiro HGA/NMI). Ook de dirigent Pierre Monteux was onder de indruk van haar spel; hij nodigde haar uit om als soliste mee te gaan op tournee naar de Verenigde Staten en Nederlands-Indië. Deze plannen werden ruw verstoord door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Voor het gezin Chapiro braken moeilijke jaren aan. Haar vader moest onderduiken en Fania en haar moeder bleven achter in Bezuidenhout. Als half-Joodse musicus moest Fania lid worden van de Kultuurkamer, maar ze weigerde. Dientengevolge mocht ze niet meer optreden; ze ging clandestien huisconcerten geven en veel studeren.

Vanwege haar relatief kleine concertpraktijk zocht Fania Chapiro nog een andere uitlaatklep: ze begon te componeren. Ze nam les bij Sem Dresden, die enthousiast was over haar werk. Chapiro schreef pianocomposities in een grootse, bijna onbesuisde stijl met een grote nadruk op virtuositeit, waarbij haar voorliefde voor de klassieke vormen zoals sonates, menuetten en fuga’s opvallend is. Daarnaast begon ze te schrijven over componisten die haar na aan het hart lagen; ze analyseerde ook hun composities. Toen in februari 1945 hun huis in Bezuidenhout door een ‘vergissingsbombardement’ werd getroffen, vluchtten Fania en haar moeder naar Voorburg, met achterlating van de meeste composities – al haar werk ging in vlammen op.

Verenigde Staten

Zowel Chapiro als haar ouders overleefden de oorlog. Na de bevrijding kreeg zij meteen veel aanbiedingen om te concerteren. Dat deed ze met groot succes. In deze tijd kreeg ze ook belangstelling voor haar Joodse wortels: ze volgde seminars in Leiden over het zionisme en de emancipatie van de Joden, sloot zich aan bij de Joodse Jeugd Federatie en volgde taallessen en cursussen. Ondanks haar groeiende pianistische carrière wilde zij weg uit Nederland. Zij schreef aan vrienden dat er voor haar in Nederland geen toekomst meer was en dat zij het er eigenlijk niet langer uithield. In 1948 vertrok Chapiro met haar ouders naar de Verenigde Staten. Daar debuteerde zij een jaar later in New York. Ze speelde regelmatig voor bij grote pianisten zoals Harold Bauer, maakte kennis met Leonard Bernstein en gaf een concert met Jurriaan Andriessen. Voor het componeren nam zij lessen instrumentatieleer bij de Poolse immigrant Jerzy Fitelberg.

In 1950 kreeg Fania Chapiro een aanstelling als pianodocent aan het Bennington College (Vermont), waar zij ook colleges muziekgeschiedenis van de pianoliteratuur, solfège en theorie gaf. Na een jaar had ze er genoeg van: ze wilde terug naar Nederland om concerten te geven. Na haar terugkeer in 1953 trouwde ze met Ernest Goldstern, een Joodse ingenieur met wie zij drie kinderen kreeg (Alexander, Filip en Tamara). In de daaropvolgende jaren moest ze flink lobbyen om concerten te krijgen, maar er kwam ook erkenning voor haar talent. In 1956 kreeg ze een aanstelling als hoofdvakdocent piano aan het Muzieklyceum in Hilversum. Daarnaast schreef ze een aantal krachtige composities. Haar stijl was complexer geworden en vooral de pianowerken waren technisch veeleisend. Af en toe werd haar werk door anderen uitgevoerd. Soms programmeerde zij haar eigen pianocomposities voor haar recitals.

In de jaren zestig raakte Fania Chapiro geïnteresseerd in het bespelen van historische instrumenten. Tijdens concerten lichtte ze de instrumenten toe – daarmee oogstte ze veel waardering. Ook organiseerde Chapiro in kamermuziekverband themaprogramma’s, onder meer over het werk van vrouwelijke componisten. Ze speelde met het door haar opgerichte Nederlands Mozart Trio en was regelmatig op de radio te horen. In 1981 werd zij geridderd voor haar verdienste als pianiste.

Op 6 december 1994 overleed Fania Chapiro op 68-jarige leeftijd in haar woonplaats Hilversum.

Betekenis

Fania Chapiro was als pianiste een wonderkind, maar door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd haar vroege loopbaan wreed verstoord. In de naoorlogse jaren was Chapiro een belangrijke pionier in de authentieke uitvoeringspraktijk. De toelichtingen die zij bij haar recitals gaf, waren toen uniek. Een aantal van Chapiro’s kamermuziekwerken wordt de laatste jaren weer regelmatig uitgevoerd, maar talloze composities wachten nog op een (her)ontdekking.

Naslagwerken

Muziekencyclopedie.

Archivalia

  • Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: Persoonslijst Chapiro.
  • Haags Gemeentearchief / Nederlands Muziek Instituut, Den Haag: Archief Fania Chapiro.

Werken

Een lijst van composities is te vinden via de website van het Nederlands Muziek Instituut [URL: http://www.nederlandsmuziekinstituut.nl; geraadpleegd 9-6-2016]. Bij Donemus werden de volgende composities uitgegeven:

  • Sonatine pour flûte et piano (1962).
  • Three songs of death for (mezzo-) soprano and piano (1988).

Opnamen

  • The Romantic Broadwood piano (1982) [Fidelio 8840].
  • Pianoforte Concerti (1994) [Vanguard 99041].
  • Belle van Zuylen en tijdgenoten (1914) [WVH 127].
  • Twee vroege opnamen van Chapiro zijn te beluisteren op de cd Nederlandse pianisten- Meesters uit de 19de en 20ste eeuw (2012) [NMI CD 1002].

Literatuur

  • M. Krill, ‘Fania Chapiro; een ‘verloren’ wonderkind (1926-1994)’, in: Margaret Krill, Nederlandse Pianisten-Meesters uit de 19de en 20ste eeuw (Amersfoort 2010) 130-134.
  • M. Krill, ‘Fania Chapiro – Wonderkind, pianiste en componiste’, in: C. Alders en E. Pameijer red., Vervolgde componisten in Nederland. Verboden muziek in de Tweede Wereldoorlog (Amsterdam 2015) 55-60.
  • Leo Smit Stichting [URL: http://www.leosmit.org; geraadpleegd 9-6-2016].

Illustratie

Fania Chapiro, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Collectie Haags Gemeente Archief / Nederlands Muziek Instituut, Den Haag).

Auteur: Margaret Krill

laatst gewijzigd: 09/06/2016

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.