© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Kees Kuiken, Duivenvoorde en Wassenaar, Henrica van, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Duivenvoorde [13/01/2014]
DUIVENVOORDE en WASSENAAR, Henrica van (geb. Warmond? 25-10-1595 – begr. Antwerpen 4-5-1658), beschermster van clandestien werkende priesters. Dochter van Johan van Duivenvoorde en Woude, heer van Warmond (1547-1610), admiraal van Holland, en Odilia Valkenaar (gest. 1620). Henrica van Duivenvoorde en Wassenaar bleef ongehuwd.
Henrica van Duivenvoorde werd geboren als derde wettige kind en tweede wettige dochter van admiraal Johan van Duivenvoorde, en Odilia Valkenaar (huwelijkse voorwaarden Loenersloot, 1590). Met haar broers en zusters – halfzuster Helena, een voordochter van haar vader, was in het gezin opgenomen – groeide ze op in het voorvaderlijk Huis te Warmond. De familie was een jongere tak van de in mannelijke lijn uitgestorven heren van Wassenaar, die begin zeventiende eeuw de naam Wassenaar en het gevierendeelde wapen van deze oudste tak overnam. De Van Duivenvoorders en Wassenaars bleven katholiek (Bijleveld, 162-163). Henrica, vernoemd naar haar grootmoeder Henrica van Egmont, is waarschijnlijk gedoopt in de huiskapel. Haar peters waren de stad Dordrecht, haar oudoom jonkheer Willem van Doornik en haar tantes Anna en Filippa van Duivenvoorde. Als doopgeschenken brachten zij vergulde bekers mee (Van der Steur, 251, 267). Haar zusje Hedwig overleed in 1606 op achtjarige leeftijd en werd nog onder het ‘oude’ wapen Van Duivenvoorde begraven in de dorpskerk van Warmond. In 1610 overleed haar vader – broer Jacob volgde hem op als heer van Warmond.
Vanwege haar lichaamsgebrek – een bochel – zal Henrica van Duivenvoorde een lastige partij op de huwelijksmarkt zijn geweest. Voorheen zou zij waarschijnlijk in een ‘adellijke jufferenklooster’ zijn gedaan, maar in 1595 bestonden deze instellingen niet meer in de Republiek. Daarom kocht haar vader in de jaren 1609 en 1610 voor haar drie lijfrenten van in totaal 223 gulden per jaar en vermaakte hij haar een huis en erf in Utrecht en land bij de Grebbeberg en onder Woerden. Als vijftienjarige kreeg Henrica de beschikking over haar doopgeschenken en een zilveren kruikje (Van der Steur, 266-267). In 1622, inmiddels 27 jaar oud, woonde zij nog altijd op het Huis te Warmond. In 1635 erfde zij de heerlijkheid De Haak bij Nieuwkoop (Kort 1989, 354). Zij woonde toen op de Plompetorengracht 5 te Utrecht, waar zij de min of meer ondergronds werkende katholieke ‘missie’ in de Noordelijke Nederlanden ondersteunde. Helemaal zonder gevaar was dit niet, want het gereformeerde stadsbestuur trad streng op tegen clandestien werkende geestelijken. Zo was er op vrijdag 23 augustus 1639 een inval in haar huis omdat er verbannen priesters bijeen zouden zijn, onder wie de apostolisch vicaris Philippus Rovenius. De priesters konden ontkomen, maar er werden compromitterende stukken gevonden. Desondanks bleef het huis van Henrica van Duivenvoorde nog een tijd lang functioneren als katholieke uitvalsbasis. Uiteindelijk heeft ze echter toch haar heil elders gezocht. Waarschijnlijk kwam zij in huis bij haar zuster Margaretha, die in 1628 was getrouwd met de eveneens katholieke edelman Robert de Cotereau-Westmalle en in Antwerpen woonde.
Henrica van Duivenvoorde overleed in Antwerpen, 62 jaar oud. Ze kreeg als ‘Henrica d. Duvenvoorde a. Wassenaer’ een wapenzerk en een epitaaf – beide met het gekroonde en ‘nieuwe’ wapen Van Wassenaar – in de kooromgang van de St. Jacobskerk. De epitaaf was naar een ontwerp van de beeldhouwer Artus Quellinus de Oude (Génard, 18, 62). Een testament van haar is niet bekend, maar wel staat vast dat haar huis in Utrecht vererfde op haar tantezegster Odilia van Wassenaar-Alkemade. In 1947 is in de hal een gedenkplaat ter nagedachtenis van ‘de hoogwelgeboren vrouwe Hendrina van Duvenvoorde van Wassenaer, vrouwe van de Vrije Haack enz.’ aangebracht.
Volgens de romantische katholieke traditie was Henrica van Duivenvoorde een heldin die roomse priesters uit handen van de gereformeerden hield. Ze is daarom in de zeventiende eeuw vergeleken met de heilige maagden Pudentiana en Praxitela, die Petrus onderdak hadden geboden. Het grafschrift in Antwerpen prijst haar vooral als weldoenster van de St. Jacobskerk. Tegenwoordig wordt aangenomen dat in haar Utrechtse huis (nu de Kathedrale Koorschool) een schuilkerk was ingericht. Rovenius zou er in 1651 zijn gestorven en door Henrica van Duivenvoorde en haar personeel in de achtertuin zijn begraven. Dit graf is nooit teruggevonden, hoewel er uitgebreid naar is gezocht, onder meer door wichelroedelopers.
Welke rol Henrica van Duivenvoorde ook in de ondergrondse missie mag hebben gespeeld, in de kerkelijke correspondentie van haar tijd wordt deze niet vermeld. Zelfs in een in 1640 uitgebracht verslag van de inval in haar huis komt haar naam niet voor (Knuif en De Jong, 387-401). Kort voor haar dood roemde de toenmalige vicaris echter de langdurige gastvrijheid van de ‘zeer edele maagd Henrica Duvenvordia, zuster van de heer van Warmond en Alkemade’ (Van Lommel, 136). Knuif en De Jong maakten hieruit op dat Rovenius in feite bij haar had ingewoond (Knuif en De Jong, 56). Zij zou dan vijfentwintig jaar lang de levensgezellin zijn geweest van Rovenius, de tweede apostolisch vicaris van Utrecht.
Naslagwerken
NNBW.
Archivalia
Regionaal Archief Leiden: toegang 536 (collectie Machen), inv. nr. 89 [afschrift van Franse vertaling (1706) van het testament Johan van Duivenvoorde en Odilia Valkenaar; het origineel was rond 1900 nog in kasteel Warfusée, St. Georges-sur-Meuse; in het Nederlands terugvertaald uittreksel in Van der Steur 264-267].
Literatuur
- P. Génard, Verzameling van graf- en gedenkschriften van de provincie Antwerpen, deel 2 (Antwerpen 1863).
- J. de , ‘Relatio seu descriptio status religionis catholicae in Hollandia etc. [...] anno 1656’, A. van Lommel ed., Archief Aartsbisdom Utrecht 10 (1882) 95-240.
- W.L.S. Knuif en J. de Jong, ‘Philippus Rovenius en zijn bestuur der Hollandsche Zending’, Archief Aartsbisdom Utrecht 50 (1925) 1-401.
- W.J.J.C. Bijleveld, ‘De Van Wassenaer’s van Warmond en hunne kerk’, Bijdragen tot de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem 59 (1941) 161-191.
- A.G. van der Steur, ‘Johan van Duvenvoirde en Woude (1547-1610), heer van Warmond, admiraal van Holland’, Hollandse Studiën 8 (1975) 179-273.
- J.C. Kort, ‘Grafelijke lenen in Rijnland 1222-1650’, Ons Voorgeslacht 44 (1989) 353-382.
- J.C. Kort, Wassenaer, de oudste. Het archief van de familie Wassenaer van Duvenvoorde (Hilversum 2002).
- URL: www.utrechtsegevelstenen.nl over het Utrechtse huis Plompetorengracht 5 [laatst geraadpleegd: januari 2010].
Auteur: Kees Kuiken
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 215
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.