Ecury, Nydia Maria Enrica (1926-2012)

 
English | Nederlands

ECURY, Nydia Maria Enrica (geb. Rancho, Aruba 2-2-1926 – gest. Willemstad, Curaçao 2-3-2012), schrijfster, vertaalster en actrice. Dochter van Nicasio Segundo Ecury (1888-1967), zakenman, en Ana Paulina Wilhelmina Ernst (1891-1979). Nydia Ecury trouwde op 15-12-1960 op Curaçao met Wilhelm Eduard Isings (geb. 1934), zakenman. Uit dit huwelijk (scheiding van tafel en bed in 1964) werden 1 zoon en 1 dochter geboren. 

Nydia Ecury groeide op als een van de jongste van de dertien kinderen van de vooraanstaande Arubaanse zakenman Dundun Ecury en de Curaçaose Ana Ernst, die op bestelling taarten bakte. Nydia bracht het grootste deel van haar jeugd door op Schelpstraat nr. 42 – het eerste huis op Aruba met een etage – in Oranjestad (thans onderdeel van het Archeologisch Museum). Ze werd katholiek opgevoed. Over haar middelbare schooltijd is niets bekend. Haar broer Boy Ecury (1922-1944) zat tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Nederlands verzet. Hij werd verraden en op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd.

Papiaments

In Canada volgde Nydia Ecury een secretaresseopleiding en studeerde ze Engelse letterkunde en journalistiek. Na rond 1955 een tijdje op Aruba bij Radio Kelkboom (afdeling ‘advertenties’) gewerkt te hebben, vestigde ze zich in 1957 op Curaçao, waar ze secretaresse werd en vanaf 1959 actief was als toneel-, film- en commercial-actrice en regisseuse. Ook vertaalde ze vanaf die tijd toneelstukken in het Papiaments, zoals Trufaldino (Knecht van twee Meesters) (1959) van Carlo Goldoni, en werken van Tennessee Williams, Jean Genet en William Shakespeare. De stukken werden op de planken gebracht, maar zijn niet in druk verschenen.

Nydia Ecury trouwde in 1960 met Wim Isings, een Nederlandse zakenman met wie ze een zoon en een dochter kreeg. In 1964 liep het huwelijk uit in een scheiding van tafel en bed – de formele echtscheiding vond veel later plaats. De kinderen bleven bij Ecury, die alles aanpakte om in hun onderhoud te voorzien – ze had een kantoorbaan en ontwierp daarnaast bijvoorbeeld kinderkleding en wandkleden.

In 1967 was Ecury een van de oprichters van toneelgroep Thalia, die regelmatig stukken opvoerde die zij had vertaald. Zo werd in 1968 Alfonso Paso’s Gai bieu ta traha sòpi stèrki (Cosas de Mamá y Papá) gespeeld. Ecury vertaalde en geregisseerde het stuk. In de avonduren behaalde Nydia Ecury de lo- en mo-akte Engels en vervolgens werd ze lerares in eilandsdienst op de Martines-mavo en de Nilda Pinto-huishoudschool. Ook gaf ze thuis les in Papiaments.

Als dichteres debuteerde Nydia Ecury in 1972 met de bundel Tres rosea – in de loop der jaren bracht zij in eigen beheer zes dichtbundels uit. Begin jaren tachtig trad ze in het Caribisch gebied op met Luna di papel, een Papiamentstalige one woman show. Vanaf die tijd publiceerde zij ook jeugdliteratuur in het Papiaments. Ze onderstreepte het belang van taal en mooi, effectief taalgebruik voor kinderen. In het kader van de invoering van het Papiaments als vak op de basisscholen schreef, vertaalde en illustreerde zij soms zelfs kinderboeken. Met haar kindertoneelclub Djipopo gaf zij voorstellingen op Curaçao en Bonaire. Haar moedertaal, het Papiaments, ging haar aan het hart. De bestudering van deze Creoolse taal was voor haar erg belangrijk, maar ze vond ook dat kinderen op de Antillen naar een school moesten kunnen gaan waar Nederlands de instructietaal was, omdat ze die taal later nodig konden hebben. Zelf beheerste ze vijf talen.

Een droom die ik heb

Nydia Ecury vertegenwoordigde de Nederlandse Antillen meer dan 25 keer op literaire festivals in de Caribische regio, Venezuela, de Verenigde Staten en Nederland. Bij de opening van een multicultureel programma in Amsterdam (1984) droeg zij haar werk in vier talen voor in aanwezigheid van koningin Beatrix. Met verve trad ze daarna met haar one woman show op in een tot elf maal toe uitverkochte Nieuwe Kerk, waarbij de mensen van hun stoel rolden van het lachen – naar aanleiding van enkele latere reprises schreef pianist en componist Wim Statius Muller in dagblad Amigoe: ‘Het vehikel is in dit geval ons Papiamentu en een duidelijker bewijs van de expressiviteit, subtiliteit en humor van onze taal is niet denkbaar’(gecit. Amigoe, 8-5-2005).

In 1987 ging Ecury als lerares in eilandsdienst met pensioen. Haar tweetalige bundel Kantika pa Mama Tera / Song for Mother Earth (1984) werd in 1992 door de Florida International University (Miami) opgenomen in de cursus ‘Regional Literature’ en verschillende van haar gedichten en korte autobiografische verhalen werden tussen 1998 en 2001 in internationale academische tijdschriften gepubliceerd. In 2002 vertegenwoordigde Ecury Curaçao op een cultureel festival in Santiago de Cuba.

Vanaf ongeveer 2003 werkte Nydia Ecury zowel op Curaçao als in Nederland samen met dichteres Esther Jansma aan de Nederlandse vertaling van 23 van haar gedichten. Het was een langdurig proces: omdat ze zelf het Nederlands zo goed machtig was, kon zij zich dikwijls moeilijk vinden in de hertalingen, die niet altijd uitdrukten wat zij bedoelde.

Nydia Ecury had ook andere bezigheden: ze hield van lezen, naaien en koken, en genoot van haar kleinzoons. Studenten van de lo-opleiding Papiamentu en van de Akademia Pedagógiko hielp ze met hun literaire opdrachten. Zij bleef bezig met het uitdragen van taal totdat ze vanaf 2007 ging lijden aan de ziekte van alzheimer. Nyda Ecury stierf, 86 jaar oud, op 2 maart 2012 in Willemstad. Haar 23 in het Nederlands vertaalde gedichten verschenen een jaar later bij uitgeverij In de Knipscheer in de tweetalige bundel Een droom die ik heb (Un soño ku mi tin). Zo konden Nederlandse lezers pas na haar dood kennis maken met het werk van Nydia Ecury.

Betekenis

Nydia Ecury was van grote betekenis voor haar moedertaal. Zij verbreidde het Papiaments via haar proza en poëzie, vertalingen, lessen, voorstellingen en voordrachten. In haar werk komen op uitzonderlijke wijze het ritme, de rijkdom en de expressieve kracht van het Papiaments naar voren. Voor haar bijdragen op het gebied van cultuur kreeg zij erkenning in de vorm van vele prijzen. Zo werd zij onder andere Actrice van het Jaar en kreeg ze de prestigieuze literaire Pierre Laufferprijs (1995) en in 2007 de Cola Debrotprijs, een cultuurprijs. Ook werden haar de Theatre Festival Award of Aruba en de Prijs van de Eilandelijke Dienst Culturele Zaken toegekend. Nydia Ecury ontving drie koninklijke decoraties: in 1972 kreeg zij de Eremedaille in goud in de Orde van Oranje-Nassau, in 1999 werd zij Lid in de Orde van Oranje-Nassau en in 2002 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Publicaties

Selectie (met titels in Nederlandse vertaling)

  • Met Sonia Garmers en Mila Palm, Tres rosea [Drie verzuchtingen] (Willemstad [1972]).
  • Bos di sanger [Stem van mijn bloed] (Curaçao 1976).
  • Na mi kurason mará [Aan mijn hart verbonden] (Curaçao 1978).
  • Kantika pa mama tera - Song for Mother Earth (Curaçao 1984).
  • Met Jenny Fraai, Di A te Z: Ortografia ofisial di papiamentu [Van A tot Z: De officiële spelling van het Papiaments] ([Curaçao 1984]) [jeugd].
  • Ai, mi dushi bunita kaptan [O, mijn lieve knappe kapitein] ([Willemstad] 1986) [jeugd].
  • Un sinta den bientu [Mijn liefde, een lint in de wind] (z.p. 1995).
  • ‘Ruina/Home Sweet Home’, Callaloo. A Journal of African-American and African Arts and Letters 21 (1998) nr. 3, 560-561.
  • ‘Promises Should Be Kept’, ‘No Matter What’, ‘Which Other One’, ‘Pashent aki banda /Next-door Patient’, ‘Mi amor, un sinta calabash/ My Love, A Ribbon In The Wind’, Calabash. A Journal of Caribbean Arts and Letters 1 (2001) nr. 2, 57-64.
  • ‘The Race at Eventide’, Ma Comère, Journal of the Association of Caribbean Women Writers and Scholars 4 (2001) 50-51.
  • Luho di Speransa  [Hoop doet leven] (z.p. 2003).
  • Een droom die ik heb [Un soño ku mi tin] (Haarlem 2013).

Vertaalde toneelstukken (niet in druk verschenen)

  • 1959 Carlo Goldoni, Trufaldino (Knecht van twee Meesters) [met Jacques Penso].
  • 1968 Alfonso Paso, Gai bieu ta traha sòpi stèrki (Cosas de Mamá y Papá).
  • 1968 Carlo Goldoni, Mentira na Granèl (De Leugenaar).
  • 1971 Tennessee Williams, E Rosa Tatuá (The Rose Tattoo).
  • 1980 Jean Genet, E kriánan (Les bonnes).
  • 1981 Prinsès Bunita Drumi Largu (Sleeping Beauty [uit: Children’s Dramatics]).
  • 1991 William Shakespeare, Romeo i Julieta (Romeo and Juliet).

Literatuur

  • Amigoe di Curaçao/Amigoe, 22-1-1959; 2-5-1968; 5-11-1968; 19-1-1972; 3-1-1976; 8-5-2005.
  • Emilio Jorge Rodríguez, ‘Ecury, Nydia (1926–2012)’, in: Franklin W. Knight en Henry Louis Gates Jr. red., Dictionary of Caribbean and Afro–Latin American Biography (Oxford 2016) 431-433.
  • Wim Rutgers, ‘Nydia Ecury: verliefd op het Papiaments’, in: idem, Balans: Arubaans letterkundig leven (10) [website: Caraïbisch Uitzicht; URL: http://werkgroepcaraibischeletteren.nl/balans-arubaans-letterkundig-leven-10/; geraadpleegd 5-7-2017].

Illustratie

Nydia Ecury bij het Slavernij Museum in Willemstad, door Giselle Ecury, ongedateerd (privébezit).

Auteur: Giselle Ecury (met dank aan mevrouw Lucille Berry-Haseth).

laatst gewijzigd: 23/11/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.