Elisabeth van Engeland (1282-1316)

 
English | Nederlands

ELISABETH prinses van ENGELAND, ook bekend als Elisabeth Plantagenet (geb. Ruddlan Castle, Wales ?-8-1282 – gest. 8-5-1316), door haar eerste huwelijk gravin van Holland en Zeeland en vrouwe van Friesland. Dochter van Edward I (1239-1307), koning van Engeland, en Eleanora van Castilië (1241-1290). Elisabeth trouwde (1) op 8-1-1297 in Ipswich met Jan I, graaf van Holland en Zeeland en heer van Friesland (1282-1299); (2) in 1302 te Westminster met Humphrey de Bohun, graaf van Hereford en Essex (ca. 1278-1322), opperstalmeester van Engeland. Huwelijk (1) bleef kinderloos; uit (2) werden vermoedelijk 10 kinderen geboren.

Elisabeth werd in augustus 1282 geboren als achtste dochter van Edward I, koning van Engeland en Eleanora van Castilië, op Rhudlan Castle in het noorden van Wales. Na haar doop, op 8 september, stuurde haar moeder haar al snel naar veiliger en mogelijk ook comfortabeler oorden dan een kasteel in oorlogsgebied. Weg van haar ouders werd de jonge prinses door haar eigen personeel grootgebracht in haar eigen huishouding. Na twee jaar kwam er een broertje bij, de latere koning Edward II. De kinderen bezochten geregeld hun vader of moeder, en het gezin bracht kerkelijke feestdagen vaak gezamenlijk door.

In 1284 werd de hooguit tweejarige Elisabeth verloofd met Jan, zoon van de Hollandse graaf Floris V, die vanaf augustus 1290 aan het Engelse hof werd opgevoed. Het lijkt bijna uitgesloten dat Elisabeth en Jan elkaar in hun lange verlovingstijd nooit hebben ontmoet.

Toen Jans vader op 9 januari 1296 zijn Engelse bondgenootschap verruilde voor een verdrag met de koning van Frankrijk, op dat moment de aartsvijand van Edward I, kwam het voorgenomen huwelijk tussen Elisabeth en Jan op losse schroeven te staan. Tegelijk echter was Floris’ partijwisseling de aanleiding tot het complot waarbij de Engelse koning op de achtergrond betrokken was: het plan was vermoedelijk om Floris te ontvoeren en Jan als marionet van de Engelse koning zijn plaats te laten innemen, maar de ontvoering liep uit op de gewelddadige dood van Floris V in juni 1296. Daarmee waren de hindernissen voor het huwelijk weggenomen.

Gravin van Holland en Zeeland

Op 8 januari 1297 werd in Ipswich het huwelijk voltrokken tussen graaf Jan I en Elisabeth, beiden veertien jaar oud, in aanwezigheid van hoge Engelse geestelijken en edelen, alsook edelen en vertegenwoordigers van de steden uit Holland en Zeeland. Uit de rekening van de persoonlijke uitgaven van koning Edward I blijkt dat hij haar huwelijkskroontje in het vuur had gesmeten; de rekening vermeldt de kosten voor het herstel ervan. Dit moet zijn gebeurd in een opwelling van woede, maar niet duidelijk is wie het heeft gedaan. Zo heeft het incident aanleiding gegeven tot speculaties: sommigen menen dat Elisabeth geweigerd zou hebben met graaf Jan naar Holland te vertrekken of het huwelijk te consumeren, anderen suggereren juist dat Elisabeth ruzie had met haar vader omdat hij had besloten dat zij voorlopig in Engeland moest blijven. Hoe het ook zij, nog in januari 1297 vertrok Jan naar Holland en bleef gravin Elisabeth in Engeland achter.

Al in februari van datzelfde jaar trad zij voor het eerst op in haar hoedanigheid van gravin van Holland en Zeeland: via haar vader zette zij zich in voor een Zeeuwse koopman die – zonder dat hij het wist – met vals geld had proberen te betalen. Pas toen Edward I in augustus 1297 met een grote troepenmacht overstak naar het vaste land om de graaf van Vlaanderen bij te staan tegen de koning van Frankrijk, kwam Elisabeth mee. Uiteindelijk werd zij in november door een ontvangstcomité in Vlaanderen opgehaald en naar het graafschap Holland en Zeeland begeleid.

Over Elisabeths rol in de grafelijke entourage of haar verhouding met haar echtgenoot is niets bekend. Haar naam valt alleen als chroniqueur Melis Stoke beschrijft hoe graaf Jan in juli 1299 door Wolfert van Borsele werd ontvoerd. Het was dankzij haar jammerklachten over het verdwijnen van ‘haar lieve bedgenoot’, aldus Stoke, dat de achtervolging werd ingezet. Van Borsele werd op 1 augustus in Delft gedood en Jan kwam vrij. De woorden die Stoke de gravin in de mond legt, wekken de indruk van genegenheid. Na de doodslag op Wolfert van Borsele nam Jan van Avesnes, graaf van Henegouwen en oom van graaf Jan I, het heft in handen, mede op aandringen van de steden van Holland en Zeeland. Op 27 oktober droegen graaf Jan I en gravin Elisabeth onder druk van de steden het bestuur over het graafschap voor de duur van vier jaar aan hem over.

Op 10 november 1299 kwam graaf Jan I plotseling te overlijden, vermoedelijk aan dysenterie. Door zijn dood was de relatie van Elisabeth met Holland feitelijk verbroken. Ze mocht haar lijftocht van achtduizend pond behouden en de titel gravin van Holland en Zeeland en vrouwe van Friesland blijven voeren. Graaf Jan II (van Avesnes) maakte echter geen aanstalten om Elisabeth haar huwelijksgoederen uit te betalen. Daarom verzocht Elisabeth haar vader om bemiddeling, maar zijn pogingen liepen op niets uit. In augustus 1300 keerde Elisabeth terug in Engeland. De leenhulde die Elisabeth in oktober 1300 aan rooms-koning Albrecht betuigde voor haar huwelijksgoederen in Holland en Zeeland, hielp haar niet verder. Zij probeerde haar rechten te doen gelden, maar tevergeefs.

Gravin van Hereford en Essex

Elisabeth hertrouwde op 14 november 1302 met Humphrey de Bohun, graaf van Hereford en Essex en ‘lord constable’ van Engeland. In september 1303 beviel zij van een dochter, Margaretha. Een rustig huwelijksleven was voor Elisabeth echter nog niet weggelegd, vanwege de oorlog met Schotland en haar mans deelname aan de strijd. Pas geruime tijd na de geboorte in oktober 1304 van haar tweede dochter kon het paar zich enige tijd terugtrekken op het voorvaderlijke kasteel van de familie De Bohun te Pleshy in Essex. In de daaropvolgende jaren zou het gezin zich verder uitbreiden met een aantal zoons en nog een dochter.

Al die jaren was Elisabeth nog steeds bezig om haar huwelijksgoederen in Holland en Zeeland veilig te stellen. In 1308 kwam in het kielzog van de onderhandelingen tussen graaf Willem III en koning Edward II over de handelsgeschillen tussen hun onderdanen ook een regeling over de huwelijksgoederen van Elisabeth tot stand. Hierin erkende graaf Willem III het recht van Elisabeth op een huwelijksgoed van achtduizend pond zwarte ‘tournoois’ per jaar. In ruil daarvoor schold zij hem de achterstand in betaling kwijt. In eerste instantie werd de lijftocht jaarlijks naar behoren uitbetaald. In 1315 moest haar broer, koning Edward II, echter opnieuw wijzen op de inmiddels ontstane betalingsachterstand.

In het voorjaar van 1316 was Elisabeth zwanger van haar tiende kind uit de verbintenis met Humphrey de Bohun. Op 5 mei beviel ze van een dochter, Isabella, vernoemd naar de echtgenote van Edward II, maar moeder en kind stierven enkele dagen later. Elisabeth werd begraven aan de voet van het altaar in de kapel van de Heilige Maria in de abdij Walden in Essex. Ook haar dochter Isabella werd in die kapel begraven.

Naslagwerken

Dek Holl.; NNWB.

Literatuur en bronnenuitgaven

  • Eef Dijkhof, ‘Tussen koning en graven. Het leven van Elisabeth Plantagenet, gravin van Holland en Zeeland, gravin van Hereford en Essex (1282-1316)’, in: E.C. Dijkhof en M.J. van Gent red., Uit diverse bronnen gelicht. Opstellen aangeboden aan Hans Smit ter gelegenheid van zijn vijfenzestigste verjaardag (Den Haag 2007) 61-80.

Illustratie

Zegel van Elisabeth van Engeland, 1299 (Universiteitsbibliotheek Gent).

Auteur: Eef Dijkhof

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 19

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.