© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Sanne van Heijst, Ent, Maria van der, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Ent [07/11/2017]
ENT, Maria van der (geb. Rhoon 10-2-1900 – gest. Rotterdam 29-6-1991), schreef memoires over haar tijd als dienstmeisje. Dochter van Hendrik van der Ent (1879-1947), bootwerker, en Maaike van der Wulp (1878-1967), winkelierster. Maria van der Ent trouwde op 6-8-1925 in Rotterdam met Aart de Koomen (1901-1998), kantoorbediende, later chef boekhouder en procuratiehouder. Uit dit huwelijk werden 3 zoons geboren.
Maria van der Ent was de oudste uit een gezin van dertien kinderen, van wie er één als baby stierf. Ze werd geboren in Rhoon maar groeide vanaf haar vijfde op in Rotterdam, waar haar ouders zich definitief vestigden na een korte tijd in Heerjansdam en Zwijndrecht te hebben gewoond. Haar van huis uit hervormde ouders waren gedurende Maria’s jeugd voortdurend op zoek naar het juiste geloof. Uiteindelijk kozen ze voor de gereformeerde kerk. Maria kon goed leren maar moest na de lagere school uit werken. Als twaalfjarige had ze haar eerste voltijdse betrekking bij een gezin met een stoffeerderij, voor 75 cent per week. Op haar zestiende diende ze bij verschillende middenklassengezinnen in Rotterdam, meestal als meisje voor halve dagen. Ze deed huishoudelijk werk en paste op de kinderen. In de middagen hielp ze haar moeder thuis.
Fooienpot
Op haar zestiende werkte Maria een zomer en herfst als landarbeidster (onkruid schoffelen, aardappels rooien en bieten steken) op het eiland Tiengemeten in het Haringvliet. Ze deed dat omdat dat werk beter verdiende, maar het bleek te zwaar. Terug in Rotterdam vond ze in 1916 als inmiddels ‘ervaren’ meisje met vier goede getuigschriften een betrekking bij de familie Stevens in Kralingen, tapijtfabrikanten. Ze was er inwonend en kreeg iedere dinsdagochtend en één zondag in de drie weken vrij.
Bij de familie Stevens werkte Maria van der Ent als binnenmeisje voor de slaapkamers, de voorhal en het serveren van de maaltijden. Daarmee verdiende ze 25 gulden per kwartaal; uit de fooienpot kwam daar nog circa 40 gulden per kwartaal bij. In 1918 maakte ze promotie: ze ging de kinderen verzorgen, haar ‘mevrouw’ helpen aankleden, voor de garderobes zorgen en bleef daarnaast het tafeldienen doen. Toen ze negentien jaar oud was, kreeg ze de leiding over het huishouden. Van der Ent deed haar werk met plezier, maar zegde haar baan op toen ze ontdekte dat anderen veel beter werden betaald. Ze was inmiddels 23 jaar oud en verloofd met Aart de Koomen, een zoon van een Rotterdamse aannemer die ze op een zangkoor had ontmoet. Ze ging weer thuis wonen en spaarde voor haar uitzet door voor verschillende families te gaan strijken en tafeldienen. Na een conflict met haar moeder ging ze als inwonende noodhulp aan de slag – dit invalwerk verdiende relatief goed, want alleen ervaren en bekwame dienstmeisjes kwamen ervoor in aanmerking.
Zelf een ‘mevrouw’
In 1925 trouwden Maria van der Ent en Aart de Koomen – ze kregen drie zoons. Haar man maakte carrière in het bedrijfsleven, en zo kon Van der Ent op den duur zelf het leven leiden van een ‘mevrouw’, met een inwonend dienstmeisje en enige tijd zelfs twee dienstmeisjes. Ze zorgde voor haar drie zoons, volgde taalcursussen, deed aan Japans bloemschikken en verzamelde stenen. Ze sprak nooit meer over haar leven als dienstbode, maar was wel trots op de goede manieren en de beschaving die ze had opgedaan in het huishouden van de familie Stevens. Ze liet zich erop voorstaan dat ze haar eigen familie en haar kinderen in deze verworvenheden had laten delen.
Nadat een zoon en schoondochter in 1970 bij Van der Ent hadden geïnformeerd naar haar jeugd, begon ze aan haar memoires. Met de hand schreef ze in twee jaar tijd 433 multomapvellen vol, zonder enige doorhaling. Het voltooide manuscript gaf ze aan haar zoon met de woorden dat het pas na haar dood openbaar gemaakt mocht worden.
Op 29 juni 1991 overleed Maria van der Ent, op 91-jarige leeftijd in Rotterdam.
Betekenis
In 2007 liet de zoon van Maria van der Ent het verhaal van zijn moeder uitgeven onder de titel In betrekking. Herinneringen van een dienstmeisje dat in het begin van de vorige eeuw volwassen werd. In haar memoires beschrijft Van der Ent de vernederende ervaringen die ze als dienstmeisje had gekend, inclusief ongewenste handtastelijkheden en andere intimiteiten. Hoewel ze met enige trots op deze periode in haar leven terugkeek, bleef aan haar knagen dat ze meer had gewild en gekund dan ze had kunnen verwezenlijken. Van der Ents memoires gaan over een vrijwel verdwenen beroep en geven een levendig beeld van Rotterdam aan het begin van de twintigste eeuw.
Archivalia
Stadsarchief Rotterdam: archiefkaart; gezinskaarten [Hendrik van der Ent en Aart de Koomen].
Publicatie
In betrekking. Herinneringen van een dienstmeisje dat in het begin van de vorige eeuw volwassen werd (Amsterdam 2007).
Literatuur
Tialda Hoogeveen, Alstublieft mevrouw! Een geschiedenis van de Nederlandse dienstmeisjes (Amsterdam 2014).
Illustratie
Maria van der Ent, door onbekende fotograaf, ca. 1920 (particuliere collectie).
Auteur: Sanne van Heijst
laatst gewijzigd: 07/11/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.