© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Arno van der Valk, Ezumazijl, Anna van, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Ezumazijl [13/01/2014]
EZUMAZIJL, Anna van (geb. Ezumazijl, Friesland ca. 1617 – gest. Ezumazijl 23-11-1636), dienstmeid, bekend geval van duiveluitdrijverij. Anna van Ezumazijl bleef ongehuwd.
Het korte leven van Anna van Ezumazijl werd voor het eerst door pater Willebrordus van der Heijden (1595-1638) beschreven in zijn Verhaal van de verrigtingen der jezuïeten in Friesland (uitgegeven in 1842). Volgens zijn informatie had een doopsgezinde, maar weinig vrome winkelier uit Ezumazijl (een gehucht aan de Lauwerszee) in een boze bui zijn dochter Anna vervloekt. Sindsdien werd zij geplaagd door kwade geesten. Voor hulp wendde zij zich daarom tot Catharina van der Meulen. Laatstgenoemde was de echtgenote van Tiete van Peijma, de burgemeester van Dokkum, die op zijn state in Lioessens en in zijn huis te Dokkum onderdak verschafte aan rondreizende jezuïeten. Volgens de overlevering werd Anna door een van hen rooms gedoopt.
Na haar doop raadpleegde Anna een waarzegster, die haar voorspelde dat ze in haar negentiende levensjaar van de satan verlost zou worden. Toen Catharina van der Meulen hiervan hoorde, nam ze Anna in haar huis op. Vóór Pasen 1634 verdreef de jezuïet Cornelius Sarcerius daar zeven duivels uit het meisje. De duiveluitdrijving moest echter meerdere malen herhaald worden, want Anna hield vast aan haar bijgeloof, ze was op 24 juli 1634 bij een dominee ter kerke gegaan en ze beweerde dat een duivel haar op 27 november 1635 een goudstuk als huwelijkspand had aangeboden – dat ze overigens had geweigerd. Een andere duivel voorspelde Anna’s dood. Met succes bestreed pater Nikolaas Creps de duivels waaraan Anna blootstond, en zo werd ze voorgoed tot het katholicisme bekeerd.
Hierop keerde Anna terug naar haar ouders in Ezumazijl. Zij kreeg een betrekking als dienstmeid bij Dokkumse katholieken. Nog geen jaar later, op 23 juni 1636, overleed ze in de ouderlijke woning aan de pest. Volgens Van der Heijden was dit precies zoals een van de duivels haar een half jaar eerder had voorspeld. Hij tekende een en ander naar eigen zeggen op uit de mond van de genoemde paters en van hen die de duivelbezweringen hadden bijgewoond.
Anna van Ezumazijl was onbekend gebleven als Willebrordus van der Heijden niet het verhaal over haar niet had gebruikt om de kracht van het katholieke geloof aan te tonen. Volgens Vleer (36) gebruikte Balthasar Bekker uit het nabij Ezumazijl gelegen Metslawier haar levensverhaal voor zijn De betoverde weereld (1691): tovenarij en bijgeloof zoals beschreven door Van der Heijden waren voor Bekker een bron van humor en spot.
Literatuur
- H. Amersfoordt en U.A. Evertsz, Verhaal van de verrigtingen der jezuïeten in Friesland door Willebrordus van der Heijden (Leeuwarden 1842) 119-141.
- W.Tsj. Vleer, Rare kostgangers in Dokkum en omliggende gemeenten door de eeuwen heen (Hardegarijp z.j. [1961]) 32-39.
- Waling Dijkstra, Uit Friesland’s volksleven van vroeger en later. Volksoverleveringen, volksgebruiken, volksvertellingen, volksbegrippen (Leeuwarden 1892) 72-76.
Auteur: Arno van der Valk
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 268
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.