Frye, Ida (1909-2003)

 
English | Nederlands

FRYE, Ida Bernardina Maria, ook bekend als Zuster Gaudia (geb. Breda 24-11-1909 – gest. Malden 8-9-2003) religieuze en orthopedagoge. Dochter van Anton Adolf Theodor Frye (?-1940), vertegenwoordiger, en Maria Ida Josephina Meyer (?-1944). Ida Frye bleef ongehuwd.

De ouders van Ida Frye waren afkomstig uit Kloppenburg (Duitsland). In Nederland verdiende haar vader de kost als vertegenwoordiger in stoffen. Van huis uit kreeg Ida, die opgroeide in een gezin met vijf dochters, een brede intellectuele blik mee. Haar ouders hielden van lezen en vonden een goede opleiding belangrijk. Op praktische gronden won haar moeder het pleit voor de kweekschool, al schijnt Ida zelf een voorkeur voor het gymnasium gehad te hebben. Ze volgde in Den Bosch de opleiding tot leerkracht op de kostschool van de Dochters van Maria en Jozef, meestal aangeduid als de Zusters van de Choorstraat. In 1927 werd ze postulante bij deze orde en op 28 juni 1928 novice onder de kloosternaam Zuster Gaudia. Op 29 juni 1932 legde ze haar professie af en verruilde haar wereldse leven voor een bestaan als religieuze.

Diagnose autisme

Voor de Zusters van de Choorstraat was onderwijs in deze tijd hun belangrijkste activiteit. Als Zuster Gaudia legde Ida Frye zich toe op het speciaal onderwijs en de zorg voor kinderen met problemen. Na afronding van haar opleiding met verschillende aktes voor het lager onderwijs leerde ze in Huize St. Vincentius de praktijk van het opvoeden van kinderen met mentale beperkingen. Hiernaast volgse ze aan de Tilburgse Leergangen een mo-opleiding pedagogiek en liep ze in 1935 drie maanden stage in Wenen bij de vermaarde kinderpsychologe Charlotte Bühler. Toen de Nijmeegse Katholieke Universiteit in 1936 een Pedologisch Instituut oprichtte, werd Ida Frye benoemd tot adjunct-directeur. Zij kreeg de leiding over de aan de instelling verbonden observatie-inrichting voor kinderen met problemen. In nauwe samenwerking met F.J.Th. Rutten, vanaf 1931 hoogleraar psychologie, psychiater A.P.J. Meyknecht en psycholoog A. Chorus analyseerde Ida Frye de observaties die zij met haar team maakte. Dit resulteerde in de vroegste diagnose van kinderen met autisme in Nederland, voor het eerst gepubliceerd in het Jaarverslag van het Pedologisch Instituut over 1937-1938. In een vervolgpublicatie (Jaarverslag over de jaren 1939-40) werd een specifieke groep kinderen als ‘autistisch’ aangemerkt en er werd een subclassificatie binnen de groep geïntroduceerd. Dit deden zij dus vóór de wetenschappers die als ontdekkers van autisme als syndroom bij kinderen te boek staan: L. Kanner en H. Asperger, publiceerden hun bevindingen respectievelijk in 1943 (Nervous Child 2, 217-250) en 1944 (Archiv für Psychiatrie und Nervenkrankheiten 117, 76-136).

In 1951 was Chorus de eerste die de classificatie van kinderen met autisme gebruikte in een wetenschappelijk publicatie ( ‘afwijkende kinderen’ in de Katholieke Encyclopedie voor Opvoeding en Onderwijs). Ida Frye publiceerde in 1951 en 1954 onder de naam Zuster Gaudia over haar onderzoek naar autistische kinderen. In de naoorlogse periode waren de hoogleraren psychologie Rutten en Calon haar steeds meer gaan betrekken bij het universitaire onderwijs. Dat mondde uiteindelijk in 1952 uit in een aanstelling als universitair docent in de ‘praktische heilkunde’. Daarmee werd Ida Frye een van de eerste vrouwelijke wetenschappelijk medewerkers aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (tegenwoordig Radboud Universiteit). In datzelfde jaar publiceerde ze in de reeks ‘Jaren der Jeugd’, onder redactie van Chorus en Calon, een deel over Het schoolkind.

De persoonlijke, intellectuele en professionele ontwikkeling die Zuster Gaudia doormaakte, leidde ertoe dat ze in 1956 uit de congregatie trad. Daarmee liet ze ook het werk op het Pedologisch Instituut achter zich. Het kloosterleven, met een strikt dagritme, was niet langer te verenigen met haar wetenschappelijke werk. Bovendien voelde ze zich religieus niet meer op haar plek in het kloosterleven dat strikte gehoorzaamheid aan de overste veronderstelde. Ook op de universiteit nam ze overigens een uitzonderlijke positie in. Ze nam weliswaar doctoraalexamens af, maar had zelf geen universitaire graad. De druk om te promoveren resulteerde in 1963 in een proefschrift bij de psychiater J.J.G. Prick en de psycholoog Calon, getiteld Fremde unter uns. Autisten, ihre Erziehung, ihr Lebenslauf. Het boek was gebaseerd op haar onderzoek uit de jaren veertig en vijftig naar autisme bij kinderen die in de periode 1936-1958 bij het Pedologisch Instituut werden aangemeld. Ze kreeg hiervoor het predicaat ‘cum laude’.

Stipendium

Ida Frye heeft nauwelijks naam gemaakt met haar vroege werk rond autisme. Dat heeft te maken met het feit dat zij als religieuze de wetenschappelijke context miste om haar vondsten te publiceren. Op het moment dat Frye in de jaren zestig zelf een wetenschappelijke basis had veroverd, was de ontwikkeling in het denken over (vroegkinderlijk) autisme al zo gevorderd dat haar werk geen prominente aandacht meer kon verwerven. Desalniettemin werd Ida Frye in 1990 geëerd met een door de Katholieke Universiteit Nijmegen ingesteld stipendium dat haar naam draagt; daarmee worden tot op de dag van vandaag jonge vrouwelijke promovendi gesteund in de ontwikkeling van hun wetenschappelijke carrière. Ida Frye stierf op 8 september 2003 in Malden, 93 jaar oud, en werd op haar eigen verzoek begraven op het kloosterkerkhof van de Zusters van de Choorstraat.

Archivalia

  • Archief Congregatie van de Dochters van Maria en Joseph in Den Bosch.
  • Letterkundig Museum, Den Haag: correspondentie tussen Ida Bernardina Maria Frye en Leonie Judith Anna Asselbergs-Arnolds, 1968.

Publicaties

  • (Zr Gaudia) ‘De betekenis van een heilpaedagogische beinvloedingswijze, gedemonstreerd aan een concreet geval’, in De betekenis van de ontwikkelingpsychopathie. Verslag van een op 13 juni 1951 door de Katholieke Centrale Vereniging voor Geestelijke Volksgezondheid gehouden studiedag (Utrecht z.j.) 18-27.
  • Het schoolkind. Over de psychologie van het kind vanaf het zesde jaar tot aan de puberteit (Heemstede 1952).
  • (Zr Gaudia), ‘Behandeling van kinderen met een autistisch toestandsbeeld’, in: F. Grewel e.a. red., Infantiel autisme (Purmerend 1954) 72-87.
  • (Zr Gaudia) ‘Over het verbale contact in kinder- en jeugdtherapie’, Vlaams Opvoedkundig Tijdschrift 35 (1954/55).
  •  (Zr Gaudia) ‘Enkele gegevens uit de practijk met emotioneel gefrustreerde kinderen, Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde 21 (1955) 627.
  • [met S.J.G. Duindam(en E.M. Ausems], Pedologische daginstituten voor zwakzinnigen (Den Boch 1960).
  • Fremde unter uns. Autisten, ihre Erziehung, ihr Lebenslauf (Meppel 1968).
  • ‘Vroegkinderlijke verwaarlozing voedingsbodem voor tegenstelling tussen fantasieleven en uiterlijk gedrag’, in: J. Munnichs e.a. red, Persoonlijkheid en ontwikkeling. Bijdragen aan de algemene, de klinische en de ontwikkelingspsychologie opgedragen aan P.J.A. Calon (Haarlem 1971).

Literatuur

  • Marjan Morselt, ‘Autisten worden vaak verkeerd beoordeeld: proefschrift over ernstige stoornis’, de Volkskrant, 12-12-1968.
  • Ruud Abma, ‘Gesprek met mw I.B.M. Frye (16 mei 1983)’, in: Idem red., De Nijmeegse psychologie vroeger: interviews. Intern rapport Psychologisch Laboratorium (Nijmegen 1984).
  • Rob Wolf, Het huis op de Berg, 1936-1996 (Nijmegen 1996).
  • Marjet Derks en Rob Wolf, Wetenschap in dienstbaarheid. Ida B.M. Frye (1909), heilpedagoge (Nijmegen 2000).
  • Annemieke van Drenth en Mineke van Essen, ‘The ambiguity of professing gender: women educationists and New Education in the Netherlands (1890-1940)’, Paedagogica Historica 44 (2008) 379-396.
  • Annelies van Heijst, Marjet Derks en Marit Monteiro, Ex caritate. Kloosterleven, apostolaat en nieuwe spirit van actieve vrouwelijke religieuzen in Nederland in de 19 en 20 eeuw (Hilversum 2010).
  • Annemieke van Drenth, ‘Care and curiosity. Ida Frye and the first boy with autism in the 1930s in the Netherlands’, in S. Barsch, A. Klein en P. Verstraete red., The Imperfect Historian. Disability Histories in Europe (Frankfurt am Main 2013) 75-94.
  • Annemieke Van Drenth, Rethinking the origins of autism: Ida Frye and the unraveling of children’s inner world in the Netherlands in the late 1930s, Journal of the History of the Behavioral Sciences 54 (2018) 25-42.

Illustratie

Ida Frye, door An Stalpers, 1993 (Fotografica Nijmegen).

Auteur: Annemieke van Drenth

laatst gewijzigd: 14/08/2018

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.