© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Marijke Carasso-Kok, Ghisendr., Griet Albert, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Ghisendr [13/01/2014]
GHISENDR., Griet Albert (geb. Duijst, bij Amersfoort 1395? – gest. 1492/1493), vindster van een Mariabeeldje in Amersfoort. Dochter van Albert Ghisen. Over een huwelijk is niets bekend.
Griet of Margriet, dochter van Albert Ghisen of Gijsen en waarschijnlijk rond 1395 geboren in Duijst, een buurtschap in de voormalige gemeente Hoogland bij Amersfoort, wordt slechts genoemd in verband met de vondst van een klein Mariabeeld. Griet was in dienst bij Jan Huberts, een verver in Amersfoort, toen enkele dagen voor kerstmis 1444 Maria aan haar verscheen en haar tot driemaal toe opdroeg een beeldje op te vissen uit de bevroren Eem. Bij de derde keer gaf Griet gehoor aan het verzoek. Zij viste inderdaad een Mariabeeldje op, nam het mee naar huis en ontstak een kaars die driemaal langer brandde dan gebruikelijk. Dit werd gemeld aan haar biechtvader, die Griet opdroeg hem het beeldje te brengen. Dat deed ze op kerstavond. Hierna bracht men het beeldje naar de Onze Lieve Vrouwen-kapel, en reeds anderhalf jaar later vond een processie met het beeldje plaats. Zo groeide Amersfoort uit tot een bedevaartsoord. Tussen 1445 en 1545 vonden bij het beeldje 542 wonderen plaats, voornamelijk genezingen, die zijn opgetekend in een Mirakelboek. Dit is slechts in afschriften bewaard gebleven. Uit de giften van de pelgrims zou later de bouw van een toren (de Lievevrouwetoren) bij de tot kerk uitgegroeide kapel bekostigd worden.
Het verhaal over Griets vondst is omstreeks 1500 opgetekend in een kroniek van het Sint-Agnesklooster te Amersfoort. Deze kroniek, geschreven door Jan de Wael, rector van het klooster, is overgeleverd in een zeventiende-eeuws uittreksel. Uit het vervolg blijkt dat het beeldje door een zekere Geertgen Arents uit Nijkerk bij de Camperpoort in de Eem was geworpen toen zij op weg was naar het Sint-Agnesklooster om daar in te treden. Geertgen had zich geschaamd voor het nogal armzalige beeldje dat zij in haar bezit had. Nadat zij gehoord had van de vondst door Griet en de vele wonderen, biechtte zij haar daad op.
Behalve de kroniek van het Sint-Agnesklooster is er een zeventiende-eeuws afschrift bewaard van een gedicht over de vondst. Het zou geschreven zijn op een memorietafel boven het graf van Griet in de O.L.V.-kerk. Daaraan zijn haar vermoedelijke geboorte- en sterfjaar ontleend, jaartallen die vervolgens in de marge van de kroniek zijn beland. Zij zou dus zo'n 98 jaar oud geworden zijn.
Uit de resten van het beeldje blijkt het een pijpaarden beeldje geweest te zijn: een massaproduct.
Literatuur en uitgegeven bronnen
- J.H.P. Kemperink, ‘Het mirakel van O.L.V. van Amersfoort en zijn geschiedschrijver’, Archief van het Aartsbisdom Utrecht 73 (1954/1955) 221-231.
- J.H.P. Kemperink, ‘Johan van Ingen: geschiedenissen’, Archief van het Aartsbisdom Utrecht 74 (1957) 42-44 [kroniek van het Sint-Agnesklooster].
- O. Thiers, Bedevaart en kerkeraad. De Amersfoortse vrouwevaart van 1444 tot 1720 (Hilversum 1994) [136-142: bijlage met het 17de-eeuwse gedicht over de vondst van het beeldje].
- O. Thiers, ‘Amersfoort’, in: P.J. Margry en Ch. Caspers red., Bedevaartplaatsen in Nederland, deel 1: Noord- en Midden-Nederland (Hilversum 1997) 121-129.
Illustratie
Pelgrimsinsigne met opschrift Amersfoert MCCCCXLV. Lood-tin 4,8 x 3,3 cm. Uit: Bedevaartplaatsen in Nederland, deel 1, 124.
Auteur: Marijke Carasso-Kok
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 38
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.