Gijssen, Maria van de (1720?-na 1743)

 
English | Nederlands

GIJSSEN, Maria van de (geb. Rotterdam 10-12-1720? – gest. na 23-1-1743), wollenaaister, vrouw in manskleren, soldaat. Dochter van Albert Pieters van der Gijse (?) en Maria van den Bosch (?).

Volgens de informatie die Maria van de Gijssen, in januari 1743 gearresteerd, aan het gerecht van Gelderland verschafte, was zij op dat moment achttien jaar oud en geboren in Rotterdam. In de doopregisters van Rotterdam komt maar één dopeling voor die in aanmerking komt, namelijk een Maria van der Gijse, geboren op 10 december 1720. Als zij inderdaad dezelfde is, was zij dus enige jaren ouder en bij haar arrestatie net 22 geworden.

Nog steeds volgens haar eigen verhaal was Maria grootgebracht in het Rotterdamse armen- of weeshuis. Ook had zij lange tijd ziek in het gasthuis gelegen, waarbij haar haar was uitgevallen – en dat was nadien nooit meer goed aangegroeid. In het gasthuis had zij het beroep van naaister geleerd, maar haar pogingen in 1741 om in Rotterdam als naaister aan de kost te komen waren mislukt. In Amsterdam had ze enige tijd op een diamantmolen gewerkt, daarna was ze aan het zwerven geraakt en al bedelend op de Veluwe terechtgekomen. Daar kreeg ze van enkele boeren wat manskleren toegestopt, met het advies soldaat te worden. Maria verkocht haar oude plunje en veranderde in Claes. Met hulp van enkele soldaten liet ‘Claes’ zich ronselen en tekende voor acht jaar bij het regiment van generaal-majoor Van Glinstra, tegen een handgeld van vier rijksdaalders. Toen ze kort daarna ‘ontdekt’ dreigde te worden, sloeg ze op de vlucht ‘met volle montuur’ (met complete uitrusting), maar werd al snel als deserteur in Brummen aangehouden. Ze was slechts veertien dagen soldaat geweest.

De schout van Brummen wist niet wat hij met Maria aan moest: moest zij berecht worden vanwege desertie of vanwege het zich voordoen als man? Het eerste was als militair delict een zaak voor de krijgsraad, het tweede als ‘delictum commune’ een zaak voor de burgerrechter. Na advies te hebben ingewonnen droeg hij Maria over aan het Hof van Gelderland in Arnhem. Daar verzekerde ze haar ondervragers dat ze van plan was geweest ‘trouw te dienen’. Het Hof veroordeelde haar wegens bedrog (het zich als man voordoen) en diefstal (van de ‘montuur’) tot verbanning uit het gewest Gelderland. Het is onbekend wat er daarna van Maria van de Gijssen geworden is.

Archivalia

  • Gemeentearchief Rotterdam: DTB 1, index nr. 143.
  • Gelders Archief, Arnhem: Blok 0124, Archief Hof van Gelre en Zutphen, inv. nr. 4604, Criminele procesdossiers nr. 2.

Literatuur

  • Leo Hensen en Willy H. Heitling, Tussen schandpaal en schavot. Boeven, booswichten, martelaren en hun rechters (Zutphen z.j.) 135-136.
  • Rudolf Dekker en Lotte van de Pol, Vrouwen in mannenkleren. De geschiedenis van een tegendraadse traditie. Europa 1500-1800 (Amsterdam 1989) 29, 30, 37, 60, 100, 158.

Redactie

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 490

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.