© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Maarten Hell, Gruijter, Izabella de, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Gruijter [13/01/2014]
GRUIJTER, Izabella de (ged. Den Haag 27-4-1716 – begr. Amsterdam 6-8-1787), toneelspeelster. Dochter van Nicolaas de Gruijter (gest. voor 1750) en Aletta van Leeuwen (gest. voor 1750). Izabella de Gruijter trouwde op 30-8-1750 in Amsterdam met Willem van der Stel (1715-1788), toneelspeler. Uit dit huwelijk werden 4 kinderen geboren, van wie er 1 jong overleed.
Izabella de Gruijter was het vijfde en jongste kind van het echtpaar De Gruijter-van Leeuwen. Haar vader was luthers, haar moeder rooms-katholiek. Alle kinderen werden katholiek gedoopt in Den Haag. Wellicht was haar vader en/of haar moeder verbonden aan de toneeltroep van Jacob van Rijndorp. In ieder geval moeten er hechte banden met die familie zijn geweest. Getuigen bij Izabella’s doop waren Isabella van Rijndorp en Ambrosius ‘du Quintane’, ongetwijfeld een verwant van Anna de Quintana, vrouw van Van Rijndorp. Hun dochter Maria trad zelfs tweemaal op als doopgetuige voor de De Gruijters. De familie De Gruijter woonde tussen 1709 en 1716 in Den Haag en is op enig moment naar waarschijnlijk Amsterdam verhuisd.
Op 30 augustus 1750 trouwde Izabella de Gruijter in Amsterdam met Willem van der Stel, een Amsterdamse toneelspeler die op de Lauriergracht woonde. Zelf woonde Izabella toen in de Elandsstraat in de volkswijk de Jordaan en werkte ze als toneelspeelster bij de Amsterdamse Schouwburg. Bij hun ondertrouw gaven beide echtelieden in spe zich echter op als twee jaar jonger dan ze in feite waren. Uit de ondertrouwakte blijkt ook dat Izabella’s ouders inmiddels overleden waren. Als haar getuige trad daarom collega Anthony Spatzier op. Spatzier was een verdienstelijk acteur, vooral in het komische genre dat ook het specialisme van het echtpaar Van der Stel was. Zij verdienden echter aanzienlijk minder dan hij: rond 1760 kregen ze elk ongeveer twee gulden per optreden, geen vetpot voor een gezin met drie kinderen: Johanna Susanna (1752), Jan (1755) en Nicolaas (1758). Van hen stonden de oudste en de jongste als kind al op het toneel.
Op 4 januari 1763 stond Izabella de Gruijter als Erato in Melpomene en Thalia aan Apollo, een gelegenheidsstukje bij het 125-jarig jubileum van de Schouwburg. De recensenten waren in het algemeen weinig enthousiast over haar acteerprestaties. In de klucht Het bedurven huishouden (1764) bracht ze ‘genoegzaam niets van haar rol’ terecht (Hollandsche Toneelbeschouwer, 184-185, 282) en bij het blijspel Het veranderlijk geval waren de druiven nog zuurder. Izabella de Gruijter had de recensent ‘buitengemeen verveeld, en wij verbeelden ons veel eer een appelwijf, dan ene actrice op het toneel te zien’ (Idem, 507). Ook haar prestaties in het naspel mishaagden de Toneelbeschouwer. Haar vertolking van een serieuze rol als Walburg in het treurspel Aarnout en Adolf van Egmond verwekte bovendien nog ontevredenheid bij het publiek over haar ‘houding’ (Schouwburg Nieuws 2, 12).
Positiever was de kritiek over Izabella de Gruijter in gedienstige, komische rollen. Zo speelde zij in 1764 de meid in Krispijn starrekijker ‘voortreffelijk’, evenals haar hoofdrol in de klucht De mansmoer. In datzelfde jaar schitterde zij samen met haar dochter in het kluchtspel Haat en nyd. Haar talent voor gedienstige rollen bleek in 1765 ook bij de uitvoering van het – ernstige – zedenspel De vriendschap, waarin zij Cathrijn, de meid van Lucas, ‘overheerlijk’ had neergezet. Volgens het Schouwburg Nieuws kon zij in zulke rollen ‘goed behagen’ (1, 270, 337, 371; 2, 232, 276).
Aan de Rotterdamse Schouwburg
Toch bleef succes uit en het speelloon navenant laag. Hoewel ook zoon en dochter hun steentje bijdroegen, leefden Izabella de Gruijter en haar gezin in 1772 ‘in de bitterste armoede’ (Galante leeven, 14). Na de schouwburgbrand van dat jaar boden de regenten hun een nieuw contract aan, waarbij ze tijdelijk voor de helft van het salaris moesten spelen. De Gruijter, haar gezin en huisvriend Spatzier volgden echter Jan Punt, die in Rotterdam een schouwburg zou oprichten. Van hem kregen alle gezinsleden een gage van dertig gulden per week, zodat zij er financieel flink op vooruitgingen. Op 10 mei 1773 waren de eerste voorstellingen, in een toneeltent op de Rotterdamse Binnenweg. Na het vertrek van Izabella’s collega Cornelia Bouhon en haar familie braken er echter moeilijke tijden aan. Om te voorkomen dat iedereen zou weglopen, liet directeur Punt arrest leggen op de personen en goederen van zijn acteurs, dus ook van De Gruijter en haar gezin. Dezen waren echter niet van plan te vertrekken; zij betrokken zelfs een huis aan de Binnenweg, vlakbij Punts toneeltent.
Izabella de Gruijter speelde in Rotterdam moeders, oude vrouwtjes en andere ondergeschikte en komische rollen, zoals in het kluchtspel Blindemannetje. In financieel en volgens sommigen ook in artistiek opzicht was Punts schouwburg een mislukking. Ook naar het nieuwe houten theater aan de Coolsingel – bespeeld vanaf 1774 – kwam te weinig publiek en de acteurs moesten een salarisverlaging accepteren. Zo ontving het gezin De Gruijter honderd gulden minder gage. Wel kregen zij toestemming om ’s zomers bij te verdienen in reizende gezelschappen die de kermissen aandeden.
In 1779, onder het nieuwe schouwburgbewind van toneelspeelster Maria de Bruyn, behoorde Izabella de Gruijter niet meer tot het Rotterdamse gezelschap, maar haar man en kinderen nog wel (Haverkorn, 153). Volgens de auteur van het Galante leeven der Nederlandsche actrices werden Izabella de Gruijter en haar man in die tijd onderhouden door hun dochter Johanna, inmiddels gepromoveerd tot eerste actrice, en zoon Nicolaas. In juni 1786 keerde het hele gezin terug naar Amsterdam, waar zoon en dochter opnieuw emplooi kregen aan de schouwburg (Gras, 256). Een jaar later overleed Izabella de Gruijter en op 6 augustus 1787 werd zij begraven in de Nieuwe Kerk, in de klasse van onvermogenden.
Naslagwerken
Coffeng; Worp.
Archivalia
- Stadsarchief Amsterdam: DTB, Dopen 111, p. 265 [Johanna Susanna], p. 432 [Nicolaas]; 54, p. 401 [Jan]. DTB, Trouwen 593, p. 478 [otr. De Gruijter en Van der Stel, d.d. 19-8-1750]. Toegang 267 (Stadsschouwburg), inv. nr. 2 (Notulen Gecommitteerden), d.d. 13-8-1773.
- Haags Gemeentearchief: DTB, Dopen RK kerk Oude Molsteeg, d.d. 27-4-1716 [Izabella de Gruijter].
Rollen
Behalve in de hierboven genoemde rollen trad Izabella de Gruijter op in blij- en kluchtspelen, o.a. als de meid Katrijn in De wiskunstenaars (1763), de meid Katrien in De huwelijke staat (1764), en in een onbekende rol in De stiefvaar (1765, blijspel). Een serieuze rol was Agrippina in Arminius (1765, treurspel).
Literatuur
- De Hollandsche Toneelbeschouwer (z.p. 1763) 184-185, 282, 507.
- Schouwburg Nieuws, 2 delen (Amsterdam 1764, 1765) dl. 1, 270, 337, 371, 428; dl. 2, 12, 201, 232, 259-260, 276.
- Schilderachtige beschryvingen van den nieuwgebouwde Rotterdamsche Schouwburg, en het nieuwe treurspel Maria van Bourgondiën (z.p. z.j. [1774]) 7.
- Historie van den nieuwen Amsterdamschen Schouwburg (z.p. 1775) [ex. Stadsarchief Amsterdam, Pamflettenverzameling 15030: 115652].
- ‘Het leeven der eerste actrice en voorname danseusen juffr. v. d. S…’, in: ’t Galante leeven der Nederlandsche actrices (z.p. z.j. [ca. 1784]) 13-15 [over dochter Johanna van der Stel].
- P. Haverkorn van Rijsewijk, De oude Rotterdamsche schouwburg (Rotterdam 1882) 37-38, 46.
- S.H., ‘De afstamming van Willem Witsen’, Maandblad Amstelodamum 38 (1951) 114-117, aldaar 116.
- F.G.L.O. van Kretschmar en S.A.C. Dudok van Heel, ‘Twee babbelstukken ontraadseld (Van der Stel en Stoopendaal). Kunstverzamelingen als sleutel tot identificatie’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 34 (1980) 142-176, aldaar 162-167, 169-171.
- Henk Gras, ‘“Taal, poëzij en kunstbeleid/ Met behoud, liefst, van uw maagd’lijkheid”. Nieuw licht op de vroege schouwburggeschiedenis van Rotterdam, 1781-1792, Rotterdams Jaarboekje (2002) 244-282, aldaar 246, 256, 276 n. 26 en n. 28.
Auteur: Maarten Hell (met dank aan Anna de Haas)
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 486
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.