Heems, Femina (1724-1781)

 
English | Nederlands

HEEMS, Femina (geb. Haarlem 4-2-1724 – begr. Haarlem 2-3-1781), dichteres. Dochter van Abraham Heems (ca. 1695-1756), zijdefabrikant, en Johanna van Dalen (1694-1753). Femina Heems trouwde op 7-4-1745 in Haarlem met Gerard Hugaart (ca. 1720-1791?), koopman. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren.

Femina Heems was de oudste dochter in een welgestelde doopsgezinde familie. Haar vader was behalve zijdefabrikant ook regent van het doopsgezinde weeshuis in de Peuzelaarssteeg en dichter van onder meer twee treurspelen en bijbelpoëzie. Haar moeder was regentes bij het doopsgezinde weeshuis op het Klein Heiligland. In haar jonge jaren werd Femina getroffen door de kinderpest. Onderwijs kreeg ze waarschijnlijk thuis en later op een ‘instituut’ dat in Haarlem opgericht was door drie ‘achtenswaardige’ hugenootse vrouwen (‘Herinnering’, 41).

Op 7 april 1745 trad zij in het huwelijk met een geloofsgenoot, de Haarlemse koopman Gerard Hugaart. De blijspeldichter Pieter Langendijk, die zij goed kende als vriend van haar ouders, en de koopman-letterkundige Willem Kops schreven bij die gelegenheid een huwelijksgedicht. Tijdens de bruiloft brak er brand uit in het bedrijf van haar vader door onvoorzichtigheid van het personeel dat stilletjes bij de trouwerij was gaan kijken. Het echtpaar kreeg twee kinderen: Suzanna (1745-1780) en Abraham (1747-1827), die zich later Hugaart Heems zou noemen.

Anders dan haar ouders was Femina Heems, voorzover bekend, niet actief in doperse besturen, evenmin trouwens als haar man. Hun zoon was dat echter weer wel (regent van het doopsgezinde weeshuis). Wel was zij, als lid van de gegoede kringen, een van schenkers van een nieuwe ingang voor de doopsgezinde kerk aan de Grote Houtstraat (1757). Haar liefde voor de dichtkunst droeg zij ook graag over: ze organiseerde een kring van jongelui die regelmatig bij haar thuis oefende ‘in de declamatie en treurspeel-kunst’ (‘Herinnering’, 46). Enige jaren voor haar dood werd zij plotseling blind. Zij stierf begin 1781 en werd in de Grote Kerk (Bavo) begraven.

Van het dichtwerk van Femina Heems is nagenoeg niets overgeleverd: slechts drie gelegenheidsgedichten zijn bekend. Zeker is dat een op Richardsons roman Clarissa geïnspireerd lierdicht en een treurspel, Nitetis, een navolging van Pietro Metastasio’s Nitteti, verloren zijn gegaan. De auteur van de ‘Herinnering’ meent dat dit aan onverschilligheid van haar nazaten te wijten is, een mening die daarna ingang heeft gevonden. De waarheid daarvan is niet meer te achterhalen.

Naslagwerken

Van der Aa; Kobus/de Rivecourt; Ter Laan; Lauwerkrans; NNBW; Regt.

Archivalia

Stadsarchief Amsterdam: toegang 88 (Familiearchief Brants), inv. nr. 1215.D.

Publicaties

  • ‘Heilwensch aan mynen geërden en dierbaaren echtgenoot Gerard Hugaart, op zynen verjaar- en onzen trouwdag, den 7de april 1745’, in: Huwelijkszangen [ook in ‘Herinnering’ ].
  • Troostzang aan myne waarde meui Margareta Heems [...] over het afsterven van haare jongste dochter Margareta Hoofman [1750] [ex. Noord-Hollands Archief, Haarlem: Bibl. 43-004712M].
  • Een ‘Klinkdicht’ op haar dochters huwelijk [1778/79?] in: ‘Herinnering’ (1840).
Literatuur
  • Huwlykszangen ter bruilofte van den heere Gerard Hugaart en de jongvrouwe Femina Heems: plegtiglyk door den egt vereenigd binnen Haarlem op den 7den van grasmaand des jaars MDCCXLV (Haarlem z.j. [1745] [ex. Noord-Hollands Archief, Haarlem: Bibl. 43-004715M].
  • Jacobus Barnaart jr., Dagverhaal van merkwaardige voorvallen, 1738-1747 (z.p. [Haarlem] z.j.).
  • ‘Herinnering aan de Haarlemsche dichteres Femina Hugaart, geboren Heems’, in: Vruchten ingezameld door de aloude rederijkkamer De Wijngaardranken, deel 3 (Haarlem 1840) 40-47.
  • De weeshuizen der doopsgezinden te Haarlem 1634-1934 (Haarlem 1934) 32, 45-46.
  • De Nederlandse Leeuw (1986) 421-423.
  • Adèle Nieuweboer, ‘Haarlems literair leven in gelegenheidsgedichten (1680-1779)’, in: E.K. Grootes red., Haarlems Helicon. Literatuur en toneel te Haarlem vóór 1800 (Hilversum 1993) 187-201, aldaar 198-199.
  • S.L. Verheus, Naarstig en vroom. Doopsgezinden in Haarlem 1530-1930 (Haarlem 1993) 296.
  • Kees Smit, Pieter Langendijk (Hilversum 2000) 187, 193-194.

Redactie

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.