© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Mirjam Janssen, Henstra, Arentje Margrieta, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Henstra [29/09/2016]
HENSTRA, Arentje Margrieta, vooral bekend als Ada van Randwijk-Henstra (geb. Veere 24-10-1911 – gest. Amsterdam 15-10-2013) onderwijzeres, tijdens de Tweede Wereldoorlog actief voor het verzetsblad Vrij Nederland. Dochter van Jan Henstra (1879-1960), sluiswachter, en Wilhelmina Wielemaker (1884-1977). Ada Henstra trouwde op 29-5-1935 in Purmerend met Hendrik Mattheus van Randwijk (1909-1966), onderwijzer, journalist, verzetsman. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Ada Henstra werd geboren in Veere, maar het grootste deel van haar jeugd bracht ze door in Arkel en Gorinchem, waar haar vader sluismeester was. Haar zes jaar oudere broer Jan (1907-1916) verdronk in de sluis toen Ada vijf jaar oud was. Zo groeide ze op als enig kind van bezorgde ouders, die – sociaal bewogen als ze waren – na de Eerste Wereldoorlog Oostenrijkse kinderen in huis namen om hen te laten aansterken. Haar vader was van huis uit doopsgezind maar niet kerkelijk, haar moeder zorgde voor een gereformeerde opvoeding. Ada ging in Gorinchem naar de mulo en vervolgens naar de christelijke kweekschool. Daar zat ze ook bij het zangkoor van de Friese Vereniging – haar ouders waren Friezen.
Op haar vijftiende leerde Ada Henstra de twee jaar oudere dichter en schrijver Henk van Randwijk kennen. In 1935 trouwden ze en vestigden ze zich in Werkendam, waar Van Randwijk als schoolmeester werkte. Henstra voelde zich er benauwd: ze had weinig te doen en raakte maar niet zwanger. Toen het paar twee jaar later naar Amsterdam verhuisde, kon Henstra aan de slag als invaljuf bij de Eben-Haëzerschool voor Havelooze Kinderen. In haar vrije tijd verkeerde ze in een christelijke, progressieve vriendenkring, waarin veel over politiek werd gediscussieerd.
Oorlogsjaren
Na de Februaristaking in 1941 besloten Ada en Henk van Randwijk in het verzet te gaan tegen de Duitse bezetter. In de zomer van dat jaar raakten ze betrokken bij het illegale verzetsblad Vrij Nederland. Ada verrichtte hand- en spandiensten en was ‘de voedster van de groep’, Henk schreef artikelen voor het blad. In maart 1942 viel de Sicherheitspolizei onder leiding van Kriminal-Sekretär F.C. Viebahn hun huis binnen. Hoe hij hen op het spoor was gekomen is niet duidelijk, maar veel mensen wisten van hun ondergrondse activiteiten. Henstra was alleen thuis en liep nog rond in haar peignoir. In de slaapkamer lagen papieren van het verzet. Toen een van de agenten een schunnige opmerking maakte, beklaagde Ada van Randwijk-Henstra zich bij Viebahn. Van hem kreeg ze toestemming zich aan te kleden. Op de slaapkamer legde ze al het belastend materiaal in haar bed en haalde ze haar klerenkast overhoop, zodat het leek alsof de kamer al was doorzocht. De agenten trapten erin en zochten niet verder. Een vals persoonsbewijs wist ze in haar onderkleding (step-in) te verbergen.
Toen haar man thuiskwam, werd hij meteen gearresteerd. In het voorbijgaan wist Van Randwijk-Henstra belastende papieren uit zijn jaszak te grissen en ook in haar step-in te steken. Henk van Randwijk werd afgevoerd naar het hoofdkwartier van de Sicherheitsdienst (SD) in Amsterdam. Henstra blufte dat ze een afspraak met Viebahn had en wist via hem in contact te komen met haar man. Na een paar weken slaagde ze erin Van Randwijk vrij te praten. Ze vond er zelf niets heldhaftigs aan, zei ze later. Ze deed het uit liefde. ‘En bovendien: als vrouw kon je meer maken’ (Vrij Nederland, 15-10-2013). Het echtpaar dook onder, maar werd in juni 1942 gearresteerd tijdens een vergadering van medewerkers van Vrij Nederland in Noordwijk. Ada van Randwijk kwam na een dag weer vrij. Daarna nodigde ze Antonie Berends, de politieman die hen had gearresteerd, bij haar thuis uit. Ze sprak urenlang met hem over politiek en literatuur. Hij probeerde haar uit te horen over Vrij Nederland, maar ze hield haar mond. Op voorspraak van Berends werd haar man vrijgelaten.
Opnieuw dook het echtpaar Van Randwijk-Henstra onder, maar in februari 1943 liep Henstra tegen de lamp toen ze voedselbonnen ging ophalen in het distributiekantoor. Kopij voor Vrij Nederland die ze onder haar rok had verstopt, wist ze mee te geven aan de buurvrouw van een vriendin. Ze werd overgebracht naar de Scheveningse strafgevangenis Oranjehotel, waar ze voortdurend werd ondervraagd over haar man en de VN-groep. De Duitsers hoopten dat Henk van Randwijk zich zou aangeven nu ze zijn vrouw hadden opgepakt. Ook beloofden ze dat eerder gearresteerde VN-medewerkers niet werden geëxecuteerd als hij zich aangaf. Maar Ada van Randwijk sloeg niet door en werd na een aantal weken vrijgelaten. Vanuit een nieuw onderduikadres bleef het echtpaar illegale activiteiten ontplooien. Henstra verspreidde berichten voor het verzet, die ze in rolletjes in haar haar verborg.
Ontmoetingsplaats
Na de oorlog trok Van Randwijk-Henstra zich terug uit Vrij Nederland. Ze ging vrouwen van NSB’ers begeleiden bij hun terugkeer in de maatschappij, omdat ze ook hun kant van het verhaal wilde leren kennen. Daarnaast volgde ze colleges aan de Vrije Universiteit om te leren werken met kinderen met een beperking. Tot haar pensionering bleef ze actief in het buitengewoon onderwijs. Ze werd al snel na de oprichting lid van de PvdA. Ook was ze lid van de Soroptimistenclub Waterland.
Nadat haar man in 1966 was overleden, werd het huis van Ada van Randwijk-Henstra in Ilpendam werd een plek waar oud-verzetslieden van Vrij Nederland, Trouw en Het Parool elkaar ontmoetten. Regelmatig verzochten mensen haar te getuigen voor familieleden of vrienden die ook in het verzet zouden hebben gezeten, zodat die een onderscheiding konden krijgen. Maar daar ging ze nooit op in. Zelf hoefde ze ook geen verzetskruis. ‘We deden het niet voor het koningshuis, maar voor Nederland’, zei ze hierover (Vrij Nederland, 15-10-2013). In 2003 verhuisde Ada van Randwijk naar een verzorgingshuis in Buitenveldert, waar ze in 2013 op 102-jarige leeftijd overleed.
Literatuur
- ’11 vraaggesprekken’, Bibeb, Maatstaf 16 (1968-1969).
- Gerard Mulder en Paul Koedijk, H.M. van Randwijk. Een biografie (Amsterdam 1988).
- Harm Ede Botje en Ageeth Scherphuis, ‘Ada van Randwijk honderd jaar’, Vrij Nederland, 25-10-2011 [herdrukt in Vrij Nederland, 15-10-2013].
Illustratie
Ada van Randwijk, door Eddy de Jongh, 1968 (Nederlands Fotomuseum).
Auteur: Mirjam Janssen
laatst gewijzigd: 29/09/2016
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.