Herbig, Froukje (1781-1857)

 
English | Nederlands

HERBIG, Froukje (geb. Leeuwarden 29-5-1781 – gest. Harlingen 6-7-1857), gouvernante, schoolhoudster en schrijfster. Dochter van Johan Georg Herbig (1854-1799), luitenant-kolonel, en Fetje van der Meulen. Froukje Herbig bleef ongehuwd.

Froukje (ook: Frouwkje) Herbig groeide op in Leeuwarden, in een protestants gezin met drie dochters. De moeder stierf jong – onbekend is wanneer – en de vader sneuvelde in 1799 bij Petten. Froukje en haar twee zussen bleven zonder vermogen achter en moesten in hun eigen onderhoud voorzien. Froukje werd gouvernante, eerst in Kollum en later in Franeker. In 1810 verhuisde ze naar Harlingen, waar ze een school voor meisjes begon. Een van haar leerlingen was Anna Louisa Geertruida Toussaint, die van 1820 tot 1828 bij haar grootmoeder in Harlingen woonde. Toussaint herinnerde zich dat Herbig de leerlingen Les voyageurs en Suisse van E.F. Lantier, Contes moreaux van Marmontel, blijspelen van Molière en ook de fabels van La Fontaine liet lezen (Lauwerkrans, 802).

Froukje Herbig werkte 25 jaar in het onderwijs. Hiernaast probeerde ze wat extra’s te verdienen door literair werk te publiceren, ook om in het levensonderhoud van haar oudste zus te voorzien. Ze begon haar schrijversloopbaan met toneelstukjes voor kinderen, waarbij ze zich liet inspireren door het verleden. Zo ging haar De verloren zoon, of Breda verrast (1830) over het turfschip van Breda. Ze schreef ook verhalen (o.a. voor het vrouwentijdschrift Penélopé) en drie lijvige historische romans, waarvan de briefroman Hillegonda van Teylingen (1832) de bekendste was.

Zoals veel schrijvers uit haar tijd streefde Froukje Herbig ernaar in haar werk het nuttige met het aangename te verenigen. In haar eigen woorden: om ‘deugd en goede zeden te bevorderen en hare landgenoten een nuttige en aangename uitspanning te verschaffen’ (De arme luitenant en zijn huisgezin, dl. 1, IV). Froukje Herbig slaagt erin de historische werkelijkheid op te roepen en de plots van haar boeken zijn boeiend genoeg. Haar boeken missen echter de levendige, geestige stijl die noodzakelijk is om lezers te blijven boeien. De Leeuwarder Courant recenseerde het werk van Herbig positief, maar tijdschriften als De Recensent, ook der Recensenten en De Vaderlandsche Letter-Oefeningen waren aanmerkelijk kritischer. Potgieter meent, in een recensie in De Gids, dat ze in haar werk de historische werkelijkheid geweld aandeed. Ook haar stijl keurt hij af. Volgens hem deed ze er verstandiger aan haar toevlucht te zoeken tot het genre van de huiselijke roman dan zich bezig te houden met een geleerd genre als de historische roman. Hij hoopt ‘dat alle schrijfsters zich bepaalden tot hetgeen in haar kring behoort, het huiselijke, − het gezellige, − liefde en vriendschap, − stille deugden, − huwelijksliefde en moedertrouw, − en dat alles voorstelden met die juistheid van opmerking, die fijnheid van gevoel, die aandoenlijkheid van ziel, die reinheid des harten, die godvruchtige stemming des gemoeds, welke het erfdeel der vrouw zijn’ (De Gids (1837) 414). Uit haar brieven aan uitgever Suringar blijkt dat Froukje Herbig zich bewust was van deze kritiek.

In 1834 publiceerde Froukje Herbig nog een eigentijdse roman: De arme luitenant en zijn huisgezin, ongetwijfeld autobiografisch getint. Toen zij steeds slechter ging zien, moest zij stoppen met schrijven: in 1836 verscheen haar laatste boek, De gelofte, of De zegepraal der deugd. Froukje Herbig stierf in 1857 in Harlingen, 76 jaar oud en geheel blind.

Naslagwerken

Van der Aa; Frederiks/Van den Branden; Lauwerkrans; NNBW.

Archivalia

Brieven van en aan Froukje Herbig bevinden zich in de Universiteitsbibliotheek Amsterdam (UvA) en het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL).

Publicaties

  • De ontkoming van Hugo de Groot, en De erfenis, of het onverwacht geluk. Twee tooneelstukjes, geschikt ter uitspanning van jonge lieden van 14 à 15 jaar (Leeuwarden z.j. [ca. 1829]).
  • De verloren zoon, of Breda verrast. Een tooneelstukje (Groningen 1830).
  • De graven van Horst. Eene oorspronkelijke Nederlandsche roman, 2 delen (Leeuwarden 1830).
  • Hillegonda van Teylingen. Een oorspronkelijk Nederlandsch familie-tafereel uit het midden der zestiende eeuw, onder de grafelijke regeering van Karel den Vijfden, 2 delen (Leeuwarden 1832).
  • De arme luitenant en zijn huisgezin, 2 delen (Leeuwarden 1834).
  • De verloren zoon of Breda verrast. Toneelspel voor de jeugd (Groningen 1836).
  • De gelofte, of De zegepraal der deugd. Een oorspronkelijk Nederlandsch familie tafereel, uit het laatst der zestiende eeuw; kort voor den dood van Willem I (Leeuwarden 1836).

Literatuur

  • ‘Froukje Herbig, Friesche schrijfster’, Onze Tijd 20 (1857) 327 [overgenomen uit: Leeuwarder Courant 21-7-1857].
  • A. Hallema, ‘Ljouwerter ofsiersdochter wie skoaljuffer to Harns. Froukje Herbig (1781-1857) skreau toanielstik oer turfskip fan Breda. Har boeken ha doetiids grif in soad minsken oan it lezen set’, Leeuwarder Courant, 3-12-1857.
  • H. Reeser, De jeugdjaren van Anna Louisa Geertruida Toussaint (Haarlem 1962) 13-14.
  • M.A. Schenkeveld-van der Dussen, ‘De pedagogisch-normatieve waarde van enkele vrouwenromans’, in: M. Bruggeman e.a. red., Mensen van een nieuwe tijd (Amsterdam 1996) 453-455.

Illustratie

Titelpagina van De arme luitenant en zijn huisgezin, Leeuwarden 1834 (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).

Auteur: Korrie Korevaart

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 627

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.