Heybeek, Catharina (1764-1810)

 
English | Nederlands

HEYBEEK, Catharina (ged. Rotterdam 6-3-1764 – gest. Zaltbommel 26-5-1810), wollenaaister, vooral bekend als journaliste en redactrice. Dochter van Jacobus Heybeek (1734-1776), eerste schrijver bij de vloot, en Johanna Arnolda de Vogel (1733-in/na 1788). Catharina Heybeek ging op 10-5-1805 in Amsterdam in ondertrouw met Wessel van Lommen (1757-1814), makelaar. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend.

Catharina was het vierde kind van het echtpaar Heybeek-de Vogel, na Michiel (1757), Anna (1758, jong overleden), en Philippus Arnoldus (1761), en voor Jacoba (1765), Cornelia (1768, jong overleden) en Alida Cornelia (1771). Ze kwam uit een familie van zeevarenden. Haar grootvader Arnoldus de Vogel (gest. voor 1758) had bij de VOC gewerkt en was overleden in de Oost. Haar vader was eveneens in dienst geweest bij de VOC, maar werkte later als eerste schrijver (secretaris) op ’s Lands Schepen van Oorlog, en haar broer Philippus Arnoldus werd eerste schrijver op ‘’s lands wachtschip Schiedam’ (1786) en bij de marine (1800).

Catharina’s vader was als zeevarende vaak lange perioden afwezig. Haar moeder was dan steeds gemachtigd in alle juridische en economische handelingen en transacties, zowel namens haar echtgenoot als ten behoeve van haar eigen ‘zaken en affaires’. Uit dat laatste is eventueel af te leiden dat Johanna de Vogel een eigen zaak of anders een eigen bron van inkomsten had, waarschijnlijk later ook als weduwe. Catharina was dertien toen haar vader in 1776 overleed.

Over het leven en de omzwervingen van Catharina Heybeek bestaat veel onduidelijkheid, mede omdat er in de archieven veel naamgenotes voorkomen. Zeker is dat zij in oktober 1782 in Rotterdam belijdenis deed in de gereformeerde kerk. Zeker is ook dat Catharina in december 1790/januari 1791, toen de kinderen Heybeek in Rotterdam een erfenis te verdelen hadden, in Amsterdam woonde. Officieel vertrok ze pas in 1796 uit Rotterdam, en wel naar Haarlem, zoals blijkt uit een akte van indemniteit, afgegeven op 3 mei 1796 (eerdere akten zijn er voor haar in Rotterdam niet afgegeven). Daar legde ze op 3 augustus 1796 haar proef af als naaister, en kreeg meteen als ‘proefvrouw’ enkele ‘kinderen’ (leerlinges) toegewezen. Het is onzeker of zij de Catharina Heybeek was die op 12 oktober 1796 toetrad tot het Haarlemse Comansgilde en een winkel in ‘garen &c.’ had. Lang heeft Heybeek er niet gewoond. Op 1 juni 1797 werd ze in Amsterdam ingeschreven op een attestatie uit Haarlem. Zij staat dan te boek als wollenaaister, woonachtig op de Haarlemmerdijk.

Journaliste in de gevangenis

Haar gedocumenteerde omzwervingen – van Rotterdam naar Haarlem (1796) en van Haarlem naar Amsterdam (juni 1797) – maken het opmerkelijk dat Catharina Heybeek luttele weken na aankomst in Amsterdam al ging schrijven voor de daar verschijnende Nationaale Bataafsche Courant van Lieve van Ollefen. Dat suggereert een eerdere connectie, misschien daterend uit de periode van haar verblijf in Amsterdam rond eind 1790. Over zo’n connectie is echter niets bekend.

Heybeeks eerste bijdrage aan Van Ollefens Nationaale Bataafsche Courant dateert vermoedelijk van 29 juni 1797. Vanaf dat moment schreef ze daarin geregeld artikelen van radicaal patriotse snit. In juli bezocht ze de Nationale Vergadering in Den Haag en deed daarvan verslag in de krant. Ook riep ze op tot verzet tegen het federalistische Plan van Constitutie – door haar ‘aristocratische constitutie’ genoemd. In de nacht van 4 op 5 augustus 1797 werd Van Ollefen gearresteerd wegens een bericht in zijn krant van 3 augustus, en vervolgens werd hem ook de daarin op 5 augustus verschenen ‘Korte zamenspraak, tusschen een clubist, en zyne revolutionaire vrouw (Kaatje)’ aangewreven. Heybeek nam samen met een zekere ‘Demophilia’ de redactie van de krant over, waarschijnlijk in overleg met Van Ollefen. Enige weken later gaf ze zich aan als auteur van de ‘Korte zamenspraak’, in de hoop dat dan Van Ollefen vrijgelaten zou worden. Op 14 september werd ze gearresteerd, maar Van Ollefen kwam niet op vrije voeten. Bij een van haar verhoren verklaarde Heybeek dat ze op de Haarlemmerdijk woonde, in Rotterdam geboren was en met wollenaaien de kost verdiende.

Vanaf 28 september redigeerden ze samen, vanuit hun Amsterdamse gevangenis, de krant die verscheen als de Nationaale Bataafsche Courant van Lieve van Ollefen en Catharina Heybeek. Waarschijnlijk heeft deze Courant maar heel kort bestaan: het laatst bekende nummer is van 3 oktober. Op 18 januari 1798 werd Heybeek, net als Van Ollefen, wegens opruiïng veroordeeld tot drie jaar gevangenis. Ze kreeg echter de kans te blijven schrijven. In januari en februari leverde ze onder eigen naam bijdragen aan de Oprechte Nationaale Courant en de Oprechte Bataafsche Courant. De toon daarvan is militant, zoals in haar ‘Opwekking, voor alle vryheidminnende Bataaven’: ‘al wat Oranje heet moet van de posten, die velen nog, overal, bekleden ontzet [...] – de verraderlijke bestuurders van ’t vorig vloekgouvernement moeten boeten – zij moeten gestraft’ (gecit. Everard 2001, 76). De vrouwen roept ze toe: ‘gij, Bataafse vrouwen en dochters, weest [...] niet lauw! spoort uwe mannen, uwe minnaars aan; stelt adressen op en zweert [...] dat gij [...] voor de Vrijheid zult waken’ (idem). In februari kreeg Heybeek echter een correspondentieverbod opgelegd en daarmee effectief een schrijfverbod.

De staatsgreep van 22 januari 1798, gepleegd door Heybeeks en Van Ollefens politieke geestverwanten, leverde geen herziening van hun vonnis op, al hadden beiden dat wel gehoopt of misschien zelfs verwacht. Sommige leden van de Constituerende Vergadering waren doelwit geweest van Van Ollefens in ‘gal en alsem’ gedoopte pen en beschouwden hem als ‘een huurschrijver van Orange’ (Everard 2002, 219). Geen vrijheid voor hem dus en het lijkt erop dat Heybeek in zijn kielzog werd meegetrokken. Wel liet het nieuwe Amsterdamse stadsbestuur hen begin april overbrengen naar het Stadsbeterhuis, waar ze bezoekers mochten ontvangen en – tegen de huisregels in – elkaar spreken. Na de staatsgreep van de gematigden op 12 juni verloren ze deze privileges weer.

Na de gevangenis

Waarschijnlijk heeft Heybeek niet haar hele straf uitgezeten. In 1801 begon ze een eigen tijdschrift: De onverschrokken vrijheidsvriend, waarvan slechts twee afleveringen bekend zijn. Daarna verdween Catharina Heybeek uit de openbaarheid. In 1805 trouwde ze met Wessel van Lommen, een katholieke makelaar uit Amsterdam, die op bescheiden schaal actief was geweest in het volksclub-milieu. In 1805 was hij onvermogend. Mogelijk verliet het echtpaar daarna de stad. Hoe dat ook zij, Catharina Heybeek overleed in Zaltbommel, op 26 februari 1810.

Catharina Heybeek, zo had Lieve van Ollefen voorspeld, zal ‘zekerlijk een schitterende ster van de eerste grootte aan de hemel der schone letteren en des vernufts’ worden (gecit. Everard 2002, 209). Dat is niet uitgekomen, maar Heybeek heeft wel een bescheiden plaats gekregen in de geschiedschrijving van de roerige jaren aan het eind van de achttiende eeuw.

 

Archivalia

Streekarchief Bommelerwaard, Zaltbommel: DTB 1934 (Overlijden Zaltbommel) 35.

Zie verder de publicaties van Everard.

Publicaties

  • Bijdragen aan de Nationaale Bataafsche Courant van Lieve van Ollefen (en Catharina Heybeek), 1797.
  • Bijdragen aan de Oprechte Nationaale Courant en de Oprechte Bataafsche Courant, 1798.
  • Cath. Heijbeek, De onverschrokken vrijheidsvriend. Een weekblad (Amsterdam z.j. [1801]).

Literatuur

  • Iets voor den redacteur van de Nieuwe Algemeene Konst- en Letterbode over zyn bericht, wegens de rechtsgeleerde verhandeling, gedaan door R.H. Arntzenius, [...] waarin gesproken word van Catharina Heybeek en Lieve van Ollefen (Amsterdam z.j. [1799]).
  • Myriam Everard, ‘In en om de (Nieuwe) Bataafsche Vrouwe Courant. Het aandeel van vrouwen in een revolutionaire politieke cultuur’, Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 24 (2001) 67-87.
  • Lotte Jensen, ‘Bij uitsluiting voor de vrouwelijke sekse geschikt’. Vrouwentijdschriften en journalistes in Nederland in de achttiende en negentiende eeuw (Hilversum 2001) 53, 63-69.
  • Myriam Everard, ‘Lieve van Ollefen (1749-1816), Catharina Heybeek (1763-na 1805). Een ultrarevolutionaire “Loonschryver”, een schrijvende Batavin en een gekwetste Natie’, in: Anna de Haas red., Achter slot en grendel. Schrijvers in Nederlandse gevangenschap 1700-1800 (Zutphen 2002) 207-221.

Illustratie

Kop van de Nationaale Bataafsche Courant, 30 sept 1797. [In bestelling]

Redactie (met dank aan Myriam Everard en Ineke Bosman)

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 591

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.