© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Jaap Kerkhoven, Heijligers, Jeannette, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Heyligers [05/06/2019]
HEIJLIGERS , Jeannette, vooral bekend als Netty Heyligers (geb. Buitenzorg, Nederlands-Indië 21-3-1897 – gest. Maastricht 20-10-1989), illustratrice, aquarelliste. Dochter van Gerardus Johannes Heijligers (1869-1904), gerechtelijk ambtenaar en publicist, en Willemine van Renterghem (1870-1965). Netty Heyligers trouwde op 5-6-1920 in Den Haag met Johannes Kerkhoven (1892-1971), notaris. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 2 zoons geboren.
Netty Heyligers bracht haar vroege jeugd met tweelingzusje Marietje door op Java, waar hun vader gerechtelijk ambtenaar was. In 1904, toen de meisjes zeven jaar oud waren, stierf hij tijdens verlof in Nederland. Hierop vestigde de moeder zich met haar dochters in Amsterdam, en in 1907 in Leiden. De zusjes volgden tekenonderwijs in Leiden en Den Haag. Op Instituut Bik en Vaandrager (Den Haag) maakte Netty zich een realistische en verhalende stijl van tekenen eigen. Zij haalde in 1915 haar lo-akte 'handteekenen'. Een jaar later verhuisde het gezin naar Den Haag.
Rond 1918 begon Netty Heyligers te werken als illustratrice van kinderboeken. Haar signatuur is al direct herkenbaar in de bandtekening van Bij regen en zonneschijn. In goed gezelschap (1918) door Henriette Blaauw, met daarop een groepje spelende kinderen. In 1920 trouwde ze met de jurist Johan Kerkhoven en na korte tijd in Rotterdam gewoond te hebben verhuisde het paar begin 1921 naar Utrecht, waar Kerkhoven kandidaat-notaris werd. Ze kregen drie kinderen: Willemine (1922), Jacobus (1923) en Gerardus (1925).
Gezinsleden als figuranten
De productie van illustratrice Netty Heyligers nam in haar vroege huwelijksjaren snel toe. Ze verzorgde in die tijd veel illustraties voor kinder- en jeugdboeken van uitgeverij Kluitman – in 1922 kreeg ze bij Kluitman een betaling voor vier prentenboekjes tezamen – maar werkte ook regelmatig voor uitgeverij Holkema & Warendorf. Vanaf 1923 illustreerde ze de kinderrubriek van Ons Eigen Tijdschrift, een uitgave van chocoladefabrikant C.J. van Houten & Zoon. Daarnaast tekende ze vrouwenmode voor maandblad De Vrouw en haar Huis. Toen zij omstreeks 1929 ging illustreren voor de Ons thuis-serie, een jeugdreeks van uitgeverij L.J. Veen, was haar naam als tekenares inmiddels stevig gevestigd.
In Jan en Mientje met hun vriendje en Een reuze vacantie van Clinge Doorenbos, eind jaren dertig verschenen, figureerden niet alleen Heyligers’ drie kinderen, maar ook haar man – de kinderen in ongedwongen poses en keurig in de kleren in woningen met veel ruimte en licht. Het gezin woonde in die tijd in Bloemendaal. Heyligers hechtte aan kwaliteit en dus waren de meubels in haar huis uitsluitend exclusief en haar eigen kleren van de beste merken. De afspraak met haar echtgenoot was dat zij die kleding zelf betaalde.
Het gezin Kerkhoven-Heyligers verhuisde in 1939 naar Hoorn, waar Kerkhoven was benoemd tot notaris. Netty Heyligers ging er elke drie maanden naar een andere kapper en groenteman, want de hele Hoornse clientèle van haar man moest aan de beurt komen. Ze werden opgenomen in de kring van lokale notabelen, maar voor Heyligers was de overgang naar Westfriesland, met zijn minder gepolijste omgangsvormen, niet gemakkelijk. In Bloemendaal kon zij rustig uit wandelen gaan met een geit die zij wilde tekenen, maar in Hoorn gold ze als bohemienne. Als illustratrice was Heyligers inmiddels beduidend minder productief. De vraag naar het kwalitatief hoogstaande – en dure – artistieke prentenboek was over zijn hoogtepunt heen. Voor Heyligers betekende dit dat slechts nog enkele herdrukken van titels met illustraties van haar hand verschenen.
Op 12 mei 1940, twee dagen na de Duitse inval in Nederland, maakten Heyligers’ tweelingzuster Marie en haar man een eind aan hun leven – hun zelfmoord had mogelijk te maken met bedrijfsgeheimen en economische politiek. Voor het gezin van Netty Heyligers was deze gebeurtenis extra ingrijpend omdat dochter Willemine op dat moment bij hen in Princenhage logeerde. Er werd nooit meer over gesproken in de familie.
Mooie kunst
Na de oorlog deed Heyligers twee maal, in 1949 en 1953, mee aan een tentoonstelling bij kunsthandel W.J.G. Meurs in Amsterdam, waar ze tekeningen van bloemen en planten exposeerde – in 1953 ook van dieren. Het ging haar om ‘mooie’ kunst. Zij had niets met godsdienst in kerkelijk verband en ook niet met de politiek. Wel kreeg ze belangstelling voor het boeddhisme en het hindoeïsme, zeker als die aantrekkelijk vorm kregen in sagen en in dans.
Als gepensioneerden betrokken Heyligers en haar man in 1963 een moderne flat vol licht in Maastricht. Zuid-Limburg was een eldorado voor eindeloze wandelingen. Heyligers legde de flora vast met ecoline en waterverf. De gestage verwoesting van de Sint Pietersberg ten behoeve van de cementindustrie zag zij met lede ogen aan. Eind jaren zestig schreef zij gedichten met een elegische ondertoon over de landschappelijke gevolgen van ruilverkaveling, over holle wegen die snelwegen werden, de vieze lucht en verdwijnende flora.
Na de dood van haar echtgenoot (1971) bleef Heyligers in Maastricht wonen. Haar favoriete theehuis was kasteel Neercanne, op literair gebied ging haar exclusieve voorkeur uit naar Franse romans. Tekenen deed ze niet meer vanwege een onvaste hand. In 1989 stierf Netty Heyligers, 92 jaar oud, in haar woonplaats Maastricht.
Betekenis
Heyligers’ tekeningen van vrolijke kleuters, kinderen en bakvisjes in gemakkelijke kleren droegen bij aan het groeiend besef van de eigen belevingswereld van het kind. Recensenten vergeleken haar werk al vroeg met dat van Rie Cramer. Sommigen vonden het snoeperig en snoezig en een beetje banaal, anderen zagen in haar iemand die iets eigens vertelt. Netty Heyligers bereikte al vroeg een forse productie en een aanzienlijk publiek. Haar illustraties van kinderboeken genoten aanvankelijk bekendheid en waardering bij de burgerij. Tegenwoordig heeft ze vooral nog naam onder verzamelaars en specialisten.
Naslagwerken
Groot; RKD; Scheen (1969).
Archivalia
- Stadsarchief Amsterdam: Overgenomen delen.
- Gemeentearchief Den Haag: Burgerlijke Stand (huwelijksakte); Bevolkingsregister 1913-1939.
- Stadsarchief Rotterdam: Bevolkingsregister 1880-1940.
- Gedichten in manuscript (privécollectie).
Werk
- Voor een overzicht van door Heyligers’ geïllustreerd werk, zie DBNL [https://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=heyl023]
- Het Rijksprentenkabinet bezit originele tekeningen van Heyligers.
Literatuur
- Haagsche Courant, 30-7-1915.
- Telegraaf, 2-12-1923; 22-11-1924.
- Bataviaasch Nieuwsblad, 13-3-1926.
- Algemeen Handelsblad, 31-12-1926; 9-3-1927.
- Westfriesch Dagblad, 31-3-1939; 22-7-1939, 1-4-1941.
- Nieuwe Hoornsche Courant, 28-5-1940.
- Het Parool, 30-4-1949.
- Trouw, 17-5-1949.
- Algemeen Handelsblad, 20-6-1953; 20-10-1962.
- Saskia de Bodt en Jeroen Kapelle, Prentenboeken. Ideologie en Illustratie 1890-1950 (Amsterdam/Gent 2003), 259-260.
- 'Het tekeninstituut Bik en Vaandrager', Website Stichting Jan Giesen [http://www.stichtingjangiesen.nl/index_htm_files/02A%20Bik%20en%20Vaandrager.pdf, geraadpleegd 24-5-2019].
Illustratie
- Portret door …, XXXX, privébezit [in bestelling]
- Omslag van Jan en Mientje met hun vriendje (c. 1938)
Auteur: Jaap Kerkhoven
laatst gewijzigd: 05/06/2019
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.