Hogerzeil, Catharina Geertruida Anna (1876-1922)

 
English | Nederlands

HOGERZEIL, Catharina Geertruida Anna Maria, vooral bekend als Truus Kruyt, ook bekend onder pseudoniem Johª Gronius (geb. Arnhem 23-9-1876 – gest. Soest 19-10-1922), christen-socialiste, schrijfster. Dochter van Hendricus Vredenrijk Hogerzeil (1839-1907), predikant, en Catharina Geertruida Voorhoeve (1845-1911). Truus Hogerzeil trouwde op 30-4-1901 in Amsterdam met John William Kruyt (1877-1943), uitgever, predikant, parlementslid. Uit dit huwelijk werden 2 dochters en 2 zoons geboren.

Truus Hogerzeil werd geboren in Arnhem maar groeide op aan de Keizersgracht in Amsterdam, als jongste van zeven kinderen in een hervormd domineesgezin. In haar jeugd schreef ze gedichten en had ze tekenles van Mondriaan. In 1901 publiceerde ze haar eerste en enige roman Mela, over een hypersensitieve jonge vrouw die zich afsluit in een eigen wereld van dromerige bespiegelingen en schoonheidsbeleving totdat ze een gevoelige man ontmoet en een samensmelting van hun beider zielen beleeft. Hogerzeil probeert in de roman uiterst precies Mela’s gevoelsleven te evoceren, naar voorbeeld van het sensitivistisch proza van Lodewijk van Deyssel, aan wie ze ook advies vroeg. Van Deyssel noemt haar een zeldzaam ‘intelligente en sensitieve natuur’, maar vindt haar teksten ‘nagekwijl van superieure kunst’ (gecit. Reijnders, 259). De roman kreeg slechte kritieken. Hierna zou Hogerzeil zich nooit meer aan fictie wagen.

Wereldvrede

In 1902 trouwde Truus Hogerzeil met haar uitgever, Willy Kruyt – voortaan noemde ze zich Truus Kruyt. Beiden bewonderden Tolstoi en verkeerden in kringen rond de sociaal-democratische kunstminnaar Pieter Lodewijk Tak. Truus Kruyt werd actief in de vereniging Kunst aan het Volk, waarvoor ze onder meer moderne kinderprentenboeken beoordeelde. Onder haar invloed ging haar echtgenoot theologie studeren en zo leerde het echtpaar Bart de Ligt en Année Rinzes de Jong kennen, die hun radicale christelijk-maatschappelijke visie deelden. Samen met hen zat Truus Kruyt in 1909 en 1910 in de redactie van het maandblad Wereldvrede, dat een door het christendom geïnspireerde socialistische visie uitdroeg. Hierin schreef ze onder het pseudoniem Johª Gronius. In 1910 trad het viertal toe tot de drie jaar eerder opgerichte Bond van Christen-Socialisten (BCS). Daar was Truus Kruyt redactrice van het blad Opwaarts en ‘het hart van een krachtige linkergroep’ (De Ligt, 345). Volgens haar moest een christen zich in overgave aan God tot het uiterste inzetten om onrecht te bestrijden: ‘Dat is de ware religie, dat alleen geeft troost; dat alleen geeft vrede: niet te ontvlieden wat ons in de wereld tegenstaat, om wat ons lust, te zoeken bij God; maar den wil des Vaders te doen, al rooft dit allen troost en alle rust; al wordt de ziel op ’t uiterste geperst’ (Wereldvrede, september 1910).

De grote uitdaging zag Truus Kruyt in de strijd tegen het kapitalisme, dat in haar ogen vijandschap tussen mensen kweekte. Het socialisme stelde daarentegen alle mensen in staat als vrije persoonlijkheden te leven. Om daar te komen, waren daden noodzakelijk: een krachtige stellingname in actuele kwesties als arbeidersstrijd, kiesrecht en geboortebeperking en het met volle inzet werken aan de bewustwording van de mensheid. Dwangmiddelen om de socialistische maatschappij te verwerkelijken wees ze af: ‘Wij willen het proletariaat de steilen weg laten gaan tot verinnerlijking en tot zelfkennis’ (Opwaarts, 15-11-1918). Vrouwen hadden volgens haar de plicht en het recht om hun persoonlijkheid te ontwikkelen, waarbij het moederschap hun een extra verantwoordelijkheid gaf. Ze pleitte voor vrouwenkiesrecht, zag voor vrouwen een belangrijke rol in het verzet tegen oorlogvoering en bekritiseerde de christelijke kerk, ‘die de wijde strekking van de goddelijke roeping van de vrouw miskende en die haar niet opvoedde tot draagsters van een Helden- en Profetengeslacht, maar haar een beperkt evangelie leerde’ (De vrouw en de oorlog, 12).

Naast haar redactiewerk hield Kruyt lezingen en gaf ze vrouwencursussen. Ondertussen kreeg ze vier kinderen (in 1903, 1905, 1907 en 1916) en was ze vanwege het beroep van haar echtgenoot in 1913 domineesvrouw in Gennep (L.) geworden. Haar dochter Elske herinnerde zich haar later als een lieve vrouw die maar weinig tijd voor haar gezin had omdat ze haar werk voor Opwaarts als haar grote taak zag. Tijdens de mobilisatie van Nederland in augustus 1914 was Kruyt de drijvende kracht achter het manifest De schuld der kerken, waarin de drie BCS-predikanten (Kruyt, De Ligt en De Jong) afstand namen van de kerken, die volgens hen meewerkten aan het kapitalistische stelsel dat Europa in een oorlog stortte. Mede onder haar invloed stelde de BCS zich vanaf 1915 als eerste politieke partij op een principieel antimilitaristisch standpunt. Zij voerde hiervoor actie met haar artikelen en lezingen en de brochure Waarom ook vrouwen het ‘Manifest der Dienstweigeraars’ onderteekenden.

Russische Revolutie

In 1917 sloot Truus Kruyt zich aan bij de Revolutionair Socialistische Vrouwenbond en werd ze redactielid van De Voorbode. Over de Russische Revolutie was ze enthousiast, maar bezorgd over het geweld dat hierbij werd ingezet. Steeds meer ontwikkelde ze zich in strikt pacifistische en anarchistische richting. Kort na de oorlog werd ze lid van de Bond van Revolutionnair Socialistische Intellectueelen en de Bond van Religieuze Anarcho-communisten. In 1918 verhuisde ze met haar gezin naar Utrecht.

Vanaf 1917 leed Truus Kruyt aan een hersenaandoening, vermoedelijk een tumor, waardoor ze lichamelijk en geestelijk aftakelde. Begin 1920 verscheen haar laatste artikel. Tot het einde toe bleef ze actief en benutte ze heldere uren om te schrijven. Op 19 oktober 1922 overleed Truus Kruyt op 46-jarige leeftijd in een verpleeghuis in Soest.

Betekenis

‘Ze had altijd ‘iets vreemds’. (…) Ook wie haar kenden, moesten zich soms over haar verbazen. Ze kon plotseling ver weg zijn, zoo buiten alles staan, dat men haar niet meer begreep’. Zo begon de necrologie van Truus Kruyt, die haar geestverwant Bart de Ligt in 1922 schreef. Tegelijk noemden hij en anderen haar een inspirerend iemand, die een ‘edele invloed’ op haar omgeving had. Met haar krachtige, doorvoelde overtuiging heeft Kruyt vooral betekenis gehad voor de ontwikkeling van de antimilitaristische beweging in Nederland.

Archivalia

Letterkundig Museum, Den Haag: Collectie Lodewijk van Deyssel (ongeordend): brieven van Truus Hogerzeil en notities over haar werk van Lodewijk van Deyssel uit 1898-1901.

Publicaties

  • Mela (Amsterdam 1901).
  • ‘Tafel met tegenstellingen’, in: Catalogus van de tentoonstelling Kind en kunst, ineengezet door de Commissie voor schilderkunst en die voor architectuur en nijverheidskunst gedurende de maand januari 1906 in het Stedelijk Museum, Amsterdam (Amsterdam 1906) 23-27.
  • Wereldvrede, december 1909–november 1910 [artikelen onder ps. Johª Gronius].
  • Opwaarts, maart 1911–februari 1920 [artikelen onder auteursnamen Johª Gronius en Tr. Kruyt- Hogerzeil.
  • ‘Mede-schuld’, De samenwerking 2 (1913-1914) 508-509.
  • De vrouw en de oorlog (Schiedam 1914).
  • Waarom ook vrouwen het ‘Manifest der Dienstweigeraars’ onderteekenden (Drachten 1915).
  • ‘De Bond van Christen-Socialisten’. in: Wat vrouwen weten moeten. De voornaamste staatkundige partijen geschetst door vrouwen voor vrouwen (Haarlem 1919).

Literatuur

  • De Tijd, 2-12-1915.
  • A.R. de Jong, ‘Truus Kruyt-Hogerzeil †’, De Vrije Communist, november 1922.
  • B. de Ligt, Kerk, cultuur en samenleving (Arnhem 1925) xvii-xviii en 345-351.
  • K.A.P. Reijnders, Couperus bij Van Deyssel. Een chronische konfrontatie in beschouwingen, brieven en notities (Amsterdam 1968).
  • Maria Gezina Kemperink, Van observatie tot extase. Sensitivistisch proza rond 1900 (Utrecht/Antwerpen 1988).
  • Herman Noordegraaf, Het christen-socialisme van John William Kruyt en Truus Kruyt-Hogerzeil (Voorburg 1990).
  • Marc Adang, Voor sociaal-democratie, smaakopvoeding en verheffend genot. De Amsterdamse vereniging Kunst aan het Volk (1903-1928) (Amsterdam 2007).
  • De gedroomde eeuw, het religieus socialisme (vanaf 1908), uitzending OVT 7-3-1999 met o.a. Elske de Smit-Kruyt over haar ouders.

Illustratie

Truus Kruyt-Hogerzeil (rechts), door onbekende fotograaf, 1913 (particuliere collectie).

Auteur: Willemien Schenkeveld

laatst gewijzigd: 01/09/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.