Hooft, Jeannette (1888-1939)

 
English | Nederlands

HOOFT, Jeannette, vooral bekend als Jenny Visser-Hooft (geb. Fullham, Engeland 18-6-1888 – gest. Ankara 16-9-1939, bergbeklimster, onderzoekster en schrijfster. Dochter van Maurits Wijnand Hendrik Hooft (1837-1921) en Jeanette Henriëtte Grader van der Maas (1861-1939). Jeannette Hooft trouwde op 25-1-1912 in Den Haag met Philips Christiaan Visser (1882-1955), geograaf, ontdekkingsreiziger en diplomaat. Dit huwelijk bleef kinderloos.

Jeanette (Jenny) Hooft was de oudste van de twee voorechtelijke dochters van jonkheer Maurits Hooft en diens 24 jaar jongere vrouw Jeanette Grader van der Maas. Ze kwam ter wereld in Fullham, maar bij hun huwelijk in december 1889 – drie maanden na de geboorte van hun tweede dochter (Wijnanda Henriette) woonden de ouders in Maarn. In dat dorp aan de voet van de Utrechtse Heuvelrug zal Jenny haar jeugd hebben doorgebracht totdat ze naar een kostschool in Zwitserland werd gestuurd. Daar begon haar fascinatie voor de bergen.

Karakoram-expedities

Op 22-jarige leeftijd ontmoette Jenny Hooft de Nederlander Philips Visser, glacioloog, diplomaat en net als Jenny gefascineerd door het hooggebergte. Hij was actief in de in 1902 opgerichte Nederlandsche Alpen Vereeniging en had net een handboek voor de bergsport gepubliceerd. Als tweede zoon en kantoorbediende werkte hij bij de firma D. Visser en Zoonen, de jeneverstokerij van zijn vader in Schiedam. In 1912 trouwde het paar in Den Haag.

Jenny Visser-Hooft en haar man beschikten over voldoende geld en vrije tijd om te reizen. In 1914 ging het echtpaar klimmen in het Kaukasusgebergte, waarbij ze tot boven de vijfduizend meter kwamen. Vanwege politieke onrust in Rusland moesten zij hun reis afbreken. Terug in Nederland trok het echtpaar door het land om lezingen te geven over hun tocht. Ook publiceerden ze erover. In 1916 vertrokken ze opnieuw naar Rusland in een omgebouwde ambulance. Gedurende dit maandenlange verblijf bezochten ze ook het Russische front.

In 1919 trok het echtpaar naar Stockholm, waar Philips Visser attaché honorair werd. Ze ontmoetten er Sven Hedin, de Zweedse ontdekkingsreiziger, die hun adviseerde om zich bij het bergbeklimmen op één gebied te concentreren. Ze kozen voor Karakoram, een hooggebergte tussen Kashmir (Himalaya) en Chinees Turkestan, omdat de kaart daar nog veel witte plekken vertoonde. Tussen 1922 en 1935 ondernamen Jenny en Philips vier expedities naar Karakoram. Ze bezochten er gletsjers en bergen waar nog nooit mensen waren geweest: de Shaksgam-vallei, de Batura-gletsjer, de Sasirpas, Shyok, Nubra en het Hunzadal. Tijdens deze expedities onderzocht Jenny Visser-Hooft de flora en fauna ter plaatse. Behalve een gids en een team van koks, sirdars en dragers ging ook Jenny’s hond Patiala, een zeldzame Tibetaanse Mastiff, bijna altijd mee. Meestal gingen zij te voet en moesten zij over de gletsjers klimmen, met klassieke leren bergschoenen met ijzeren nagels over uitgehakte treden. Ze sliepen in tenten. De langste expeditie duurde twee jaar. In 1929 bereikten Visser en Hooft een naamloze en nog nooit eerder beklommen top van 6.500 meter in het Aghil-gebied, ten noorden van de K2, in het huidige China.

Met de Karakoram-expedities verwierf het echtpaar Visser-Hooft vermaardheid op internationaal alpinistisch en aardrijkskundig gebied. Ze publiceerden hierover artikelen in wetenschappelijke tijdschriften, hielden lezingen voor volle zalen en gaven reisverslagen en kalenders uit voor de Nederlandsche Alpenvereeniging. Met de inkomsten van de publieksuitgaven, aangevuld door subsidies van het Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap, financierden zij nieuwe expedities. De zeereizen kregen zij soms aangeboden door stoomvaartmaatschappijen, maar het meeste geld moesten zij zelf opbrengen.

Jenny Hooft volgde haar man naar diens diplomatieke standplaatsen: na een lang ‘séjour’ in Zweden werd hij achtereenvolgens consul-generaal in Calcutta en gezant in Turkije. In Ankara werd Jenny Visser-Hooft ziek. Op 16 september 1939 overleed ze daar, op 51-jarige leeftijd.

Reputatie

Jenny Visser-Hooft koos ervoor om haar leven te wijden aan het ontdekken van een van de mooiste berggebieden ter wereld. In 1940 maakte Fransje Carbasius in opdracht van vrienden en bewonderaars een buste te harer nagedachtenis; deze wordt bewaard in het Koninklijke Instituut voor de Tropen. In 2006 introduceerde Frans Visser, de zoon van Philips en diens tweede vrouw de ‘Jenny Visser-Hooft Pickel’: een wisseltrofee voor Nederlandse vrouwen die bijzondere alpiene prestaties hebben geleverd. Dat eerste jaar overhandigde hij de honderd jaar oude bergklimbijl van Jenny Visser-Hooft aan Frederike Bloemers, die als eerste Nederlandse vrouw tot boven de 7200 meter klom.

Archivalia

  • Utrechts Archief: BS Maarn [huwelijksakte ouders].
  • Nationaal Archief, Den Haag: Collectie 558 Ph. C. Visser, Fotoalbum Visser: Derde Karakorumexpeditie, 1929-1930.
  • Utrecht University Libary: Repertorium, Bijzondere Collecties, Collectie Visser.
  • Nationaal Museum van Wereldculturen, Leiden: fotoarchief Visser en Visser-Hooft.
  • Tropenmuseum, Amsterdam: foto’s en negatieven van de expedities van Visser-Hooft.

Publicaties

[met Philips Christiaan Visser], Among the Kara-Korum Glaciers in 1925 (z.p. 1926).

Literatuur

  • ‘Kaukasus, zomer 1914, Markante Personen, 100 jaar georganiseerde klim- en bergsport in Nederland’, in: Hoogtelijn (2000) nr. 1, 30-33.
  • Patricia D. Netzley, The Encyclopedia of Women's Travel and Exploration (Westport 2001).
  • Saskia Wieringa, Traveling Heritages. New Perspectives on Collecting, Preserving, and Sharing Women’s History (Amsterdam 2008).

Illustratie

Jenny Visser-Hooft, door onbekende fotograaf, ca. 1921 (Nationaal Archief, Den Haag).

Auteur: Agnes de Boer

laatst gewijzigd: 09/10/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.