Jans, Cornelia (ca. 1590-voor 1633)

 
English | Nederlands

JANS, Cornelia (geb. Dordrecht? ca. 1590 – gest. Dordrecht? vóór 1633), moeder van een vierling. Dochter van Jan Coenraad. Ze trouwde in 1612 in Dordrecht met Jacobus Pietersz. Costerus, zeilmaker. Uit dit huwelijk werden 4 zoons en 4 dochters geboren.

Van Cornelia Jans Coenraadsdr. is niet veel meer bekend dan dat zij uit Dordrecht kwam en daar in 1612 trouwde met de uit Alblasserdam afkomstige zeilmaker Jacobus Pietersz. Costerus. Het echtpaar woonde in het huis De Drie Zeyldragers op de Riedijk in Dordrecht en had een vruchtbaar huwelijk. Twee jaar na hun huwelijk, in april 1614, kreeg Cornelia Jans een tweeling, Pieter en Joannes, op 1 november 1616 volgde een zoon Johannes en in 1618 een dochter. Vanwege het hergebruik van de namen lijkt het erop dat de tweeling al vroeg is overleden. Blijkens het kohier van het hoofdgeld van 1621 was er slechts sprake van één kind. In datzelfde jaar, op 9 juni, baarde zij in één keer vier kinderen. Het was een zware bevalling van zo’n 53 uur. Dochter Elisabeth was anderhalf uur na de geboorte gestorven, maar de kinderen Pieter, Jannetje en Maria werden diezelfde maand ‘met grote staatsie en plechtelijkheid’ in de Augustijnenkerk gedoopt.

De Dordtse stadshistoricus Balen meldt in zijn geschiedenis van Dordrecht nog een andere vierling die op 8 januari 1641 was geboren, en een viertal dat in 1588 het licht zag en als helden door de stad werd gereden. Hoewel meerlingen dus vaker voorkwamen in het zeventiende-eeuwse Dordrecht, was de geboorte van de vierling van Cornelia Jans en Jacob Costerus toch uitzonderlijk genoeg om deze te laten vastleggen. Dit gebeurde enkele dagen na de geboorte. Op het schilderij van een anonieme kunstenaar zijn Pieter, Jannette en Maria afgebeeld in bakerkleding. Elisabeth, die slechts anderhalf uur heeft geleefd, ligt ernaast in een doodshemdje. Volgens toenmalig gebruik is zij getooid met een krans van rozemarijn, die haar moest beschermen tegen demonen. De onderaan toegevoegde tekst – 'Siet de kinderen zijn een ghave des Heeren, ende de vrucht des lyfs is een gheschenck' - verwijst naar Psalm 127:3.

In 1633 liet Jacob Costerus opnieuw een kind dopen: Pieter. De moeder heette toen Cornelia Simons, waaruit kan worden opgemaakt dat Cornelia Jans intussen was overleden.

Naslagwerken

Chalmot [onder Cornelia].

Archieven

Stadsarchief Dordrecht: DTB, Dopen 11, akte 4479, d.d. 1-4-1614 [tweeling]; akte 4480, d.d. 1-11-1616 [Johannes]; akte 4481, d.d. 1-11-1618 [Claertken]; akte 4482, d.d. 9-6-1621 [de vierling]; akte 4483, d.d. 1-2-1633 [Pieter].

Literatuur

  • Matthys Balen, Beschryvinge der stad Dordrecht (Dordrecht 1677) 874.
  • M.R. Doortmont, ‘De Dordtse vierling [Costerus]’, Kwartaalblad 1340 6 (1992) afl.2, 159.
  • Willem Frijhoff, H.P.H. Nusteling, J. van Herwaarden en Marijke Spies, Geschiedenis van Dordrecht van 1572-1813 (Hilversum 1998) 91.
  • Jan Baptist Bedaux en Rudi Ekkart red., Kinderen op hun mooist: het kinderportret in de Nederlanden 1500-1700 (Gent/Amsterdam 2000) 130-132.

Illustratie

‘De Dordtse vierling’, door onbekende schilder, 1621 (Dordrechts Museum, bruikleen Noordbrabants Museum). Uit: Bedaux en Ekkart, Kinderen op hun mooist.

Auteur: Maarten Hell

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 211

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.