Janzen, Catharina Krijgers (1939-2013)

 
English | Nederlands

JANZEN, Catharina Antonetta KRIJGERS, vooral bekend als D. Hooijer, ook bekend als Milly Wiers en Kitty Ruys-Krijgers Janzen (geb. Hilversum 10-6-1939 – gest. Hilversum 25-9-2013), schrijfster en dichteres. Dochter van Ernst Krijgers Janzen (1895-1982), psychiater-neuroloog, en Adriana Johanna Leonarda Visser (1903-1981), classica. Catharina Antonetta Krijgers Janzen trouwde op 13-7-1966 in Hilversum met Hugo D. Ruys (1938), organisatieadviseur en universitair docent TU Eindhoven. Uit dit huwelijk werden 2 dochters geboren.

Catharina Antonetta (Kitty) Krijgers Janzen groeide samen met haar oudere zus op in Hilversum. Haar vader was werkzaam als psychiater-neuroloog, haar moeder had klassieke talen gestudeerd maar was huisvrouw. Kitty genoot lager onderwijs aan de Hilversumse Schoolvereniging en zat daarna op de mms. Vanaf haar zestiende schreef ze gedichten. Na haar eindexamen ging Kitty naar de School voor Maatschappelijk Werk in Amsterdam. Dat was geen succes. Ze ging werken in Plan, een Amsterdamse winkel voor binnenhuisarchitectuur, en begon aan de Universiteit van Amsterdam aan een studie Nederlands, die ze onder meer vanwege chronische vermoeidheid niet afmaakte.

Poëzie

In 1966 trouwde Kitty Krijgers Janzen met Hugo Ruys. Het paar betrok een woning in Amsterdam Zuid, waar datzelfde jaar hun dochter Eline werd geboren. In 1969 volgde hun tweede dochter, Laura. Kitty Ruys-Krijgers Janzen zorgde voor het huishouden en bezocht regelmatig het literaire café van Wim Simons en Carla Dura, de drijvende krachten achter uitgeverij De Beuk. Zij bleef contact met hen houden nadat ze in 1970 met haar gezin naar Hilversum was verhuisd. Bij De Beuk debuteerde ze in 1982 onder het pseudoniem Milly Wiers met haar dichtbundel Steen, been en bladeren. Er volgden in 1983 en 1985 nog twee bundels. In De Revisor publiceerde ze tussen 1985 en 1997 gedichten en schreef ze in de jaren 1989 en 1990 korte teksten (‘Vleugeltips’) waar Harrie Geelen tekeningen bij maakte in 1990 verschenen ze in een aparte uitgave. Terugkerende thema’s in Ruys’ gedichten zijn archeologie, eenzaamheid en ouderdom. Inspiratie deed ze als amateurarcheoloog op tijdens haar wekelijkse tochten over de heide.

Proza

Rond 1998 begon Ruys met het schrijven van korte verhalen. Onder het pseudoniem D. Hooijer debuteerde ze in maart 2000 in Tirade als prozaschrijfster met het verhaal ‘Kruik en kling’. Een jaar later verscheen bij Uitgeverij Van Oorschot onder dezelfde titel haar eerste verhalenbundel, die ze zelf had geïllustreerd, zoals ze dat ook bij haar gedichten weleens had gedaan. Haar tweede bundel verhalen, Zuidwester meningen (2004), wordt bevolkt door randfiguren, die in haar werk bleven terugkeren. Haar personages zijn bedriegers, daklozen, hoeren of gokkers. Ruys zelf was een tijdlang aan de gokkast te vinden in een café bij haar om de hoek. Extreem gedrag interesseerde haar, en werd in haar ogen normaal als je de achtergrond ervan zag. Voor haar derde verhalenbundel, Sleur is een roofdier (2007), kreeg Hooijer in 2008 de Libris Literatuur Prijs. Hooijer hield van korte verhalen omdat niet alles ingevuld en ingekleurd hoeft te worden: aan het slot kan de wereld voor de personages nog openliggen. In een interview in 2008 in Schoon schip uitte ze haar wens zakelijker, minder poëtisch te gaan schrijven. Ze zei dat haar volgende boek weliswaar een lang verhaal zou worden, maar dat ze niet hoopte dat het een roman werd. In diezelfde tijd meldde ze in een interview met Arjen Fortuin wel te werken aan een roman. Die kwam er inderdaad met Catwalk (2009), gevolgd door nog twee romans. Ook op andere manieren was Ruys altijd bezig met literatuur: ze probeerde literaire cafeetjes in leven te houden, richtte met anderen het tijdschrift De Glasman op en verzorgde literaire optredens met Peter Ghyssaert (poëzie), Kreek Daey Ouwens (proza) en Oriana Dierinck (fluit).

De laatste jaren van haar leven leed Kittty Ruys-Krijgers Janzen aan leukemie. Ze stierf op 25 september 2013 in haar woonplaats Hilversum aan een non-Hodgkin-lymfoom. Haar uitgever Wouter van Oorschot reageerde geschokt: ‘We wisten dat zij met haar gezondheid kampte maar ze berichtte ons daar zo onsentimenteel over dat we niet in de gaten hadden hoe dicht ze bij het einde was’ (49). Ze werd begraven in Blaricum. Begin 2013 had Ruys nog een manuscript naar de uitgever gestuurd. Het verscheen in 2014 postuum onder de titel Berichten van een zakenman.

Ontvangst

Het verlangen naar geborgenheid en de confrontatie met ziekte en dood vormen de rode draden door het oeuvre van Kitty Ruys, en archeologie komt niet alleen in haar poëzie, maar ook in haar verhalende werk terug. Ze schreef associatief op een luchtige, laconieke toon. Met haar poëzie bereikte Ruys slechts een klein publiek, maar nadat Van Oorschot haar naar aanleiding van haar debuutverhaal had gestimuleerd om zich meer op proza te richten, kwam ze als D. Hooijer in de belangstelling te staan van de literaire kritiek. Sommige recensenten misten een plot in haar verhalen en romans. Waardering was er voor de thematiek en bovenal voor haar stijl, ook nadat die in haar romans compacter was geworden. Zuidwester meningen werd in 2007 genomineerd voor de Anna Bijns Prijs. De jury noemde haar ‘een talent dat nog vrij onopgemerkt is gebleven maar dat op de jury enorme indruk heeft gemaakt’ (gecit. Vanoorschot.nl).Tot verbazing van haarzelf en vele anderen won ze in 2008 de Libris Literatuur Prijs. Niet eerder werd een verhalenbundel bekroond en vanaf 1994 was er geen vrouw meer in de prijzen gevallen. De jury prees haar om ‘een heel eigen stijl … die prikkelt, verbaast en niet zelden op de lachspieren werkt’ (Juryrapport Libris Literatuur Prijs 2008).

Archivalia

Letterkundig Museum, Den Haag: niet nader gecatalogiseerde archivalia.

Publicaties

Behalve genoemde titels:

  • Milly Wiers, M’n tuin uit. Gedichten (Amsterdam 1983).
  • Milly Wiers, Grijze route, ezelsvel. Gedichten (Amsterdam 1985).
  • D. Hooijer, De wanden van Oeverhorst (Amsterdam 2011).

Literatuur

  • Arjen Fortuin, ‘D. Hooijer over poëzie, stijl, het café en plannen’, NRC Handelsblad, 2-5-2008.
  • Ellen de Jong, ‘Gesprek met D. Hooijer’, Schoon schip 15 (2008) 6-7.
  • Wouter van Oorschot, ‘Bij de begrafenis van D. Hooijer (1939-2013)’, Tirade 57 (2013) 46-49.

Illustratie

Kitty Ruys, door Maarten Hartman, 2008 (Hollandse Hoogte).

Auteur: Elizabeth Kooman

laatst gewijzigd: 01/05/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.