© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Anna de Haas, Diest, Jeannette Frederike Hermine, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Jeannette Diest [13/01/2014]
DIEST, Jeannette Friederike Hermine, vooral bekend als Jeanne Immink (geb. Amsterdam 10-10-1853 – gest. Milaan, Italië 20-8-1929), bergbeklimster, naar wie twee bergtoppen zijn vernoemd. Dochter van Johann Carl Philipp Friedrich Diest (1825-1868), commissionair, en Hermina Franciska Heijbroek (1828-1896). Jeanne Diest trouwde op 22-10-1874 in Amsterdam met Johannes Carolus Immink (1852-?). Uit dit huwelijk, dat op 5-1-1884 officieel werd ontbonden, werd 1 zoon geboren. Uit haar relatie met Henry Percy Douglas-Willan (1848-1912), Brits legerkapitein, werd eveneens 1 zoon geboren.
Jeanne Diest was het eerste kind van Friedrich (Frederik) Diest en Hermina Heijbroek. Na haar volgden nog drie meisjes: Johanna Maria Susanna (geb. 1856), Johanna Friederike Wilhelmine (1857) en Johanna Henriette Carolina (1859). Jeanne en haar zussen groeiden op in een degelijk burgermilieu aan het Singel in Amsterdam, naast de Nieuwe Lutherse kerk. Op school was ze vooral goed in vreemde talen en aardrijkskunde. Al jong bleek ze ook avontuurlijk: op haar elfde liep ze in haar eentje van Amsterdam, over Halfweg en Haarlem, naar het Kopje van Bloemendaal, en terug. Na haar vaders dood – Jeanne was toen veertien – raakte het gezin enigszins uit goede doen. Onduidelijk is of ze aan het Singel bleven wonen.
Via Zuid-Afrika en India naar Zwitserland
In 1874 trouwde Jeanne Diest met Johannes Carolus (Karel) Immink, volgens de huwelijksakte ‘zonder beroep’. Hij schijnt zijn geld verdiend te hebben ‘met het opstellen van brieven en documenten voor zakenmensen’ (Moré, 17). Het echtpaar besloot al snel zijn geluk in het buitenland te zoeken. In 1875 zeilden ze per Engelse klipper naar Kaapstad (Zuid-Afrika), waar beiden familie hadden. Ondanks de beloofde mogelijkheden wilde een carrière voor Immink echter niet van de grond komen en het paar vertrok richting Lyndenburg, een goudzoekersoord. Onderweg besloten ze echter zich te vestigen in Pretoria, dat korte tijd later (1877) door de Britten werd geannexeerd. Ook daar verliep Karels carrière stroef. Jeanne bracht er in januari 1879 een zoon, Willem, ter wereld.
Met de Britten waren uiteraard ook militairen meegekomen naar Pretoria. Enkele weken na haar bevalling maakte Jeanne kennis met Henry Percy Douglas-Willan, kapitein van The King’s Dragoon Guards. Al spoedig kreeg het tweetal een verhouding. In augustus 1880 begon Karel Immink een scheidingsprocedure tegen Jeanne Diest, die hij echter al snel weer stopzette – waarom is niet duidelijk. Kort daarna werd Henry overgeplaatst naar India en Jeanne ging met hem mee, met achterlating van man en kind.
Zo reisde Jeanne Diest, te paard, mee in de tros van Henry’s regiment naar het honderden kilometers ver gelegen Durban, waar ze in september 1880 aan boord gingen van het troepentransportschip Orontes. In oktober arriveerde het regiment in Bombay om vervolgens door te reizen naar Meerut (tussen Delhi en de Ganges), dertienhonderd kilometer verder. Het leven in die garnizoensplaats was rustig. Soms ging Jeanne mee met Henry op zijn reizen, zoals een keer naar de bovenloop van de Ganges. Toen Jeanne begin 1882 zwanger werd, kwam er abrupt een eind aan de verhouding met Henry, voor wie een vrouw met kind een hindernis was voor zijn militaire carrière. Hij stuurde haar naar Zwitserland voor de bevalling en regelde haar reis en een toelage.
Na een reis per stoomboot en trein arriveerde Jeanne Diest in Chexbres, halverwege Lausanne en Montreux. Daar beviel ze op 3 september in een privékliniek van een zoon. Ze gaf hem aan als: Louis Joseph, zoon van haar en van (de niets vermoedende) Karel Immink. In Zuid-Afrika vroeg Karel Immink in 1883 opnieuw een scheiding aan, want hij wilde hertrouwen. Omdat niemand daar wist waar Jeanne Diest zich bevond, kreeg hij op 5 januari 1884 zijn zin van het hooggerechtshof van Oranje-Vrijstaat (zoals staat genoteerd in de marge van hun Amsterdamse trouwakte). Jeanne Diest heeft dit via-via vernomen, maar een reactie van haar is niet bekend. Ze is zich haar verdere leven (weduwe) Immink blijven noemen.
Jeanne Immink bleef voorlopig met Louis in Zwitserland wonen. Aannemelijk is dat ze zich in deze jaren heeft bekwaamd in het bergklimmen. Haar zin voor avontuur, haar reislust en onverschilligheid voor conventies zullen een rol hebben gespeeld in die keuze. Vrouwen beklommen toen geen bergen, althans niet serieus. In ieder geval had Jeanne immink er op haar reizen naar en in Zuid-Afrika en India blijk van gegeven dat ze niet terugschrok voor oncomfortabele reisomstandigheden en dat ze doorzettingsvermogen bezat. Toen zoon Louis oud genoeg was om naar school te gaan, stuurde ze hem naar ‘de zusters’, een internaat in Trento (Italië), waar ze hem Luigi noemden. In de daaropvolgende jaren zou zijn moeder een leven zonder echt vaste woonplaats leiden.
Befaamd bergbeklimster
Jeanne Immink begon haar klimcarrière in 1889 met de Ortler, een hoge berg in Zuid-Tirol (Oostenrijk), die ze met haar gids via een toen nieuwe en nu nog notoir lastige route beklom. Haar volgende beklimming, datzelfde jaar, was de Antelao, bij Cortina (toen Oostenrijk, nu Italië). Bij het bereiken van de top sprak haar gids: ‘U bent de eerste dame die deze berg met goed gevolg heeft beklommen’ (Muré, 74). In de daaropvolgende vijf jaar deed ze meer dan zeventig beklimmingen, waarbij ze een voorkeur had voor lastige of onbekende tracé’s in de Dolomieten, de ‘Ortlergroep’ en Zwitserland. In bergbeklimmerskringen verwierf ze roem met prestaties waarmee ze vaak haar mannelijke collega’s aftroefde. In 1891 beklom ze in de Dolomieten een tot dan toe naamloze, nooit eerder beklommen berg, die sindsdien de Cimma Immink heet.
Begin 1893 vroeg een bewonderaar en fervent klimmer, de Duitse officier Theodor Wundt, aan Jeanne Immink of ze met hem de Kleine Zinne wilde beklimmen en of hij haar dan in actie zou mogen fotograferen. Immink stemde toe. Aan deze tocht zijn de enige nog bekende foto’s van Immink te danken, want Wundt publiceerde ze in zijn boek Wanderungen in den Ampezzaner Dolomiten. Immink schreef een korte bijdrage over haar tocht met Wundt en zijn fototoestel, die ze besloot met de verzuchting: ‘Nooit van m’n leven laat ik me weer fotograferen’ (vert. naar Wundt, 30). Wundt was onverstoorbaar: ‘Jeanne Immink heeft groot gelijk, dat ze de dames het bergbeklimmen aanbeveelt. Zelf is ze met haar ongelooflijk uithoudingsvermogen en koene onverschrokkenheid een lichtend exempel’. Sommige van haar prestaties, meende hij, zullen ‘ook bij de mannen altijd tot de uitzonderingen’ behoren. En progressief als hij was: ‘Alpinisme geeft de vrouw het gevoel van haar eigen kracht, die geenszins zo gering is als men gewoonlijk gelooft’ (gecit. Muré, 166).
In 1894 werd in Zuid-Afrika de scheiding uitgesproken tussen Jeanne Imminks ex-echtgenoot en diens tweede vrouw. Karel Immink had haar verlaten, was elders in Zuid-Afrika gaan werken en uiteindelijk met de noorderzon vertrokken. Waar en wanneer hij stierf, is onbekend. 1894 was ook het jaar waarin Jeanne Immink haar zoon naar een jezuïetencollege in Wenen stuurde, waar hij Alois werd genoemd. En ten slotte was het het jaar van haar laatste beklimming (de Kleine Zinne). Ze was op een eerdere tocht geblesseerd geraakt en dat maakte een eind aan haar klimtochten, maar niet aan haar roem. Jaren later werd in de buurt van de Cimma Immink nog een bergtop naar haar vernoemd: de Campanile Giovanna.
Aan het begin van de twintigste eeuw voegde Jeanne Immink zich bij haar zoon die, weer als Luigi, na zijn afstuderen een baan bij een bank in Milaan had gekregen. Ze is bij hem in huis blijven wonen tot haar dood in 1929.
Reputatie
In kringen van alpinisten wordt Jeanne Immink in ere gehouden. In 2003 wijdde Harry Muré, journalist met alpinistische belangstelling, een goed gedocumenteerde biografie aan haar: Het mysterie Jeanne Immink, tot nu toe nagenoeg de enige bron voor haar levensloop. Een herziene versie hiervan verscheen in 2010 in het Duits. Tegenwoordig is Immink te vinden op diverse ‘vrouwen’- en alpinistensites op internet.
Literatuur
- Theodor Wundt, Wanderungen in den Ampezzaner Dolomiten (Berlijn z.j. [1893]).
- Harry Muré, Het mysterie Jeanne Immink. De vrouw die naar de wolken klom (Rijswijk 2003).
- Harry Muré, Jeanne Immink, die Frau, die in die Wolken stieg. Das ungewöhnliche Leben einer grossen Bergsteigerin (Innsbruck/Wenen 2010) [herziene versie van de Nederlandse biografie].
Illustratie
- Jeanne Immink op de Kleine Zinne, door Theodor Wundt, 1893. Uit: Wundt, Wanderungen (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).
- Uitgave van Wundts Wanderungen (1893) waarvoor een foto van Immink tot illustratie is omgewerkt.
Auteur: Anna de Haas
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 789
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.