© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Kees Kuiken, Langeveld, Anneke Clasiena, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Langeveld [06/10/2016]
LANGEVELD, Anneke Clasiena, vooral bekend als Annie de Haan-Langeveld (geb. Den Burg 2-8-1920 – gest. Den Burg 13-11-2012), pionierster zeehondenopvang. Dochter van Pieter Adriaan Langeveld (1894-1939), molenaar, later molenaarsknecht, en Geertruida Wegman (1894-1986). Annie Langeveld trouwde op 10-7-1952 in Den Burg met Gerrit Jan de Haan (1924-1985), museumconservator. Dit huwelijk bleef kinderloos.
Anneke Langeveld was het middelste van de drie kinderen van een Texelse molenaar – in 1923 werd de windmolen van haar vader vervangen door een elektrische graanmalerij, waar hij als knecht in dienst kwam – en een kleindochter van de oprichter van de Texelsche Courant. Daarin debuteerde Anneke in 1931 als ‘correspondentje’ in de kinderrubriek. Annie, zoals ze zich later noemde, ging na de lagere school in Den Helder naar de middelbare school. In die tijd speelde ze toneel bij Gymnastiekvereniging Texel. Later werkte ze in de kantoorboekhandel van haar oom en tante.
Zeehondenmoeder
Omstreeks 1950 kwam Gerrit de Haan, een Zaandammer die in 1949 conservator van het Texels Museum was geworden, in de kost bij Annie’s moeder. Annie trouwde met hem in 1952, toen het museum een dienstwoning voor hen gereed had. Ze kregen geen kinderen. Annie de Haan-Langeveld ging als onbetaald vrijwilligster werken voor het museum, dat vooral een natuurmuseum was. Regelmatig brachten bezoekers bijzondere vondsten aan en ieder jaar kwam er wel iemand langs met een op de kust gevonden zeehondenpup. In 1954 wist Annie de Haan voor het eerst zo’n vondeling in leven te houden. Dat was mooie reclame voor het museum. De bioloog Jan Pieter Strijbos schreef in De Telegraaf dat zelfs de dierentuinen Artis en Blijdorp hiertoe niet in staat waren. Na negen maanden bezweek ‘Phoca’, zoals het dier werd genoemd, alsnog aan een longworminfectie, maar vanaf 1955 kon Annie in het museum steeds meer pups grootbrengen.
Dankzij De Haans zorg voor jonge zeehonden vertienvoudigde het dagelijkse bezoekersaantal van het museum van gemiddeld driehonderd per jaar naar drieduizend in 1961. Tezelfdertijd nam het aantal zeehonden in het wild snel af. Zeehonden golden in Nederland officieel als schadelijk voor de visstand en werden (over)bejaagd. Pas in 1962 kwam er een algemeen jachtverbod.
In 1965, toen de Texelse Courant de koperen bruiloft van Annie en Gerrit de Haan versloeg, werd Annie voor het eerst ‘zeehondenmoeder’ van Texel genoemd. Mede door haar inzet kantelde het beeld dat de Nederlandse pers van de zeehond gaf, van vraatzuchtig roofmonster tot nationaal knuffeldier. Zo raakte in de jaren zestig de koosnaam ‘huilers’ voor verweesde pups in de mode. In 1971 kwam breed in het nieuws dat schrijver Jan Wolkers op Rottumerplaat een huiler had gered en naar De Haan had gebracht.
Het zeehondenwerk van Annie de Haan kreeg een wetenschappelijk aanspreekpunt toen het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) in 1969 van Den Helder naar Texel verhuisde. NIOZ-promovendus Peter Reijnders, die onderzoek deed naar de invloed van chemische vervuiling op de nog altijd afnemende zeehondenpopulatie, werd kind aan huis bij De Haans zeehondenopvang. Inmiddels was het aantal huilers en hun nakomelingen daar zo gegroeid dat De Haan in overleg met het NIOZ besloot de dieren voortaan weer ‘uit te zetten’ zodra ze zelfredzaam waren. Dit gebeurde in 1975 voor het eerst: Jan Wolkers mocht op het Texelse strand een jong van de door hem geredde huiler loslaten. Daarna trakteerde hij in het museum op champagne – totdat Annie de Haan om klokslag half één meldde dat haar aardappels gaar waren en de borrel dus voorbij was. Het was een van de laatste evenementen in het oude museum, dat veel te klein was geworden voor alle dagjesmensen. In 1976 opende prins Claus bij De Koog een nieuw Natuurrecreatiecentrum (NRC), waarin onder meer ook Staatsbosbeheer en de Waddenvereniging deelnamen.
Begin 1985 kreeg Annie de Haan te horen dat bij haar man een hersentumor was ontdekt. In de vroege zomer overleed hij, zestig jaar oud. Annie de Haan bleef in de dienstwoning wonen zolang er nog geen nieuwe directeur van het NRC was. In die tijd droeg ze de zorg voor de zeehonden over aan de vaste medewerkers. Eind 1985 verhuisde ze naar een bungalow in Den Burg, waar ze tot haar dood zou blijven wonen. In april 1987 onthulde ze in het centrum een keramische plaquette met een portret van haar man. De herdenkingstekst noemde hem ‘samen met zijn vrouw grondlegger van de zeehondenopvang in Nederland’. Drie maanden later was ze bij de opening van de nieuwe, fors vergrote zeehondenopvang in wat voortaan ‘Ecomare’ heette.
Laatste jaren en reputatie
Annie de Haan trok zich na de opening van Ecomare steeds meer terug. Ze had geen bemoeienis met de dagelijkse gang van zaken in Ecomare, maar kwam wel op jubilea en andere evenementen. In 2012 werden in het ziekenhuis in Den Helder bij haar uitzaaiingen vastgesteld van een eerder behandelde borstkanker, maar ze vond zichzelf te oud om nog verdere therapie te ondergaan. Op de avond van 13 november zagen haar buren dat het licht in haar bungalow niet aanging. Annie de Haan, die 92 jaar werd, is begraven op de Algemene Begraafplaats in Den Burg.
Annie de Haan-Langeveld was ‘de pionier van de zeehondenopvang in Nederland en de leermeesteres van Lenie ’t Hart’, schreef de Volkskrant kort na haar overlijden. Op de site van Ecomare herdacht oud-medewerker Wiebe Sijtsma het prille begin: ‘Er was toen nog geen medische kennis over zeehonden bij dierenartsen en mevrouw De Haan heeft zich door heel wat tegenslagen moeten heen slaan. Zij was de drijvende kracht achter de zeehondenopvang.’ De directie van Ecomare schreef dat zij en haar man ‘niet alleen de basis hebben gelegd voor de opvang van zeehonden, maar ook voor de bescherming van de Waddenzee’.
Literatuur
- Jan P. Strijbos, ‘Jonge zeehond “Phoca”: een attractie op Texel’, De Telegraaf, 18-10-1954.
- P.J.H. Reijnders, On the causes of the decrease in the harbour seal (Phoca vitulina) population in the Dutch Wadden Sea: population dynamics and tissue levels of heavy metal and organochlorine compounds (Wageningen 1980).
- Johan van Bennekom, Geschiedenis van het Zoölogisch Station en het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (Den Helder 2001).
- Peter de Waard, ‘Annie de Haan-Langeveld 1920-2012’, de Volkskrant, 27-11-2012.
- Co Welgraven, ‘Zwemmen met haar zeehonden’, Trouw, 10-12-2012.
- Texelse Courant [URL www.archieftexelsecourant.nl; geraadpleegd 19-9-2016].
Illustratie
Annie de Haan-Langeveld, door onbekende fotograaf, 1954 (Ecomare, voorheen Stichting Texels Museum).
Auteur: Kees Kuiken
laatst gewijzigd: 06/10/2016
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.