Lannoij, Kathinka Johanna (1917-1996)

 
English | Nederlands

LANNOIJ, Kathinka Johanna, ook bekend onder het pseudoniem Kobi van Andel (geb. Amsterdam 14-4-1917 – gest. Alkmaar 29-10-1996), schrijfster. Dochter van Johannes Josephus Lannoij (1889-1982), boekhouder, later procuratiehouder, en Catharina Kubin (1891-1980). Kathinka Lannoij trouwde op 24-8-1945 in Amsterdam met Henri Gerhard Smits Verburg (1917-1999), logopedist. Uit dit huwelijk, dat op 9-6-1972 werd ontbonden, werden 1 dochter en 1 zoon geboren.

Kathinka Lannoij groeide op als enig kind in hartje Amsterdam (Prinsengracht 774II). Ze was vaak ziek, logeerde dan bij familie in Scheveningen en schreef verhalen. Het liefst wilde ze altijd dicht bij zee wonen, want ze haatte de stad. In de zomer van 1937 verloofde ze zich met Henri Gerhard Smits Verburg. Lannoij werkte na een studie muziek en voordrachtskunst als pianodocente en richtte een eigen muziekschool op, maar legde zich ook toe op schrijven.

Feuilletons en sciencefiction

Tussen december 1940 en maart 1941 publiceerde Lannoij onder het pseudoniem Kobi van Andel in De Standaard een feuilleton over de koppige reder Tjerk Trigland: ‘En boven de wolken de sterren’. In die krant verschenen in 1941 ook korte verhalen onder haar eigen naam, gespeld als Lannoy. Het feuilleton werd nog datzelfde jaar uitgegeven als Lannoy’s debuutroman Het geslacht Trigland. Intussen vervolgde zij als Kobi van Andel in De Standaard het verhaal met de feuilletons ‘Ware gebondenheid’ (1941) en ‘De Kaars van Gods wil’ (1942), die hierna in boekvorm verschenen als respectievelijk In het hol van de wind (1941) en Die vrye Haghe (1942). Als trilogie werden de drie delen vele malen herdrukt onder de titel Het geslacht Trigland. Het verhaal was gemodelleerd naar Noorse streekromans uit die tijd.

Na haar huwelijk in 1945 met Smits Verburg bleef Lannoij schrijven onder de naam Lannoy. In 1946 verscheen haar eerste kinderboek, Skriebeltje. Een verhaal uit Scheveningen. Ook werkte ze mee aan hoorspelen, bijvoorbeeld aan De klok sloeg tweemaal (1948, KRO). De beide kinderen van Lannoij en Smits Verburg, Paula (1948-2012) en Han (1951-2015), werden in Amsterdam geboren, maar in de loop van de jaren vijftig verhuisde het gezin naar Egmond aan Zee. Die plaats had Lannoijs hart gestolen, zo blijkt ook uit haar latere inzet voor het dorp. Zo pleitte ze in 1975 voor het behoud van de openbare bibliotheek en schreef ze een jubileumlied ter gelegenheid van het duizendjarig bestaan van Egmond aan Zee in 1977. Ze situeerde er twee kinderboeken: De geschiedenis van Jantje Poortenaar (1958) en Hoi Poortenaar (1961). Het waren door Lannoij bewerkte verhalen die oma Lannoij aan Paula en Han vertelde. In 1972 scheidde Lannoij van Smits Verburg, die een maand later hertrouwde.

Streekromans beslaan het grootste deel van Lannoys oeuvre, maar ze schreef ook griezel- en sciencefictionverhalen. Die verschenen onder meer in het Haarlems Dagblad, Elsevier’s Weekblad en De Wereldkroniek. In het tweedelige Tussen elf en één (1959 en 1965) werden ze gebundeld en aangevuld. Lannoy was actief in de sciencefictionvereniging SF Terra en publiceerde in het gelijknamige verenigingsblad. Sciencefictionverhalen van haar hand verschenen ook in onder andere Ganymedes 4 (1979) en in Plot. Jaarboek voor misdaad, horror, SF en spionage (1980). Ze publiceerde ook internationaal. Zo verscheen een bijdrage van haar in Terra SF. The Year’s Best European SF (1981) en in SF International. Science Fiction from Around the World (1987). Lannoy vertaalde twee sciencefiction kinderboeken uit het Engels, waaronder een van Damon Knight, en schreef zelf voor tieners Het zwarte glas (1977). Haar hang naar het bovennatuurlijke kon zij goed kwijt in dit genre. In een interview eind jaren zeventig zei Lannoij hierover: ‘Die andere wereld is zo dichtbij. Je struikelt over de kat die er niet is. Je weet vaak niet wanneer iets bovennatuurlijk is of niet’ (gecit. Van Battum, 186). In datzelfde interview profileerde ze zich als een schrijfster die wars was van de heersende mode: ‘dat van seks en egotrips doortrokken realisme ligt me niet’ (gecit. Van Battum, 185).

Na Door de tunnel (1987) publiceerde Lannoy niets meer. In januari 1995 verhuisde ze binnen Egmond aan Zee naar Zorgcentrum Agnes. Kathinka Lannoij overleed op 29 oktober 1996 op 79-jarige leeftijd in een Alkmaars ziekenhuis. Na een rouwdienst in de kapel van Zorgcentrum Agnes werd zij op 2 november begraven op de algemene begraafplaats van Egmond aan Zee.

Betekenis

Als kinderboekenschrijfster kreeg Lannoy weinig aandacht. Voor haar sciencefictionverhalen ontving ze in de Verenigde Staten twee sciencefictiononderscheidingen. In eigen land werd Kathinka Lannoy vooral bekend met haar streekromans. Haar debuut werd overwegend zeer positief ontvangen in de media, net als In het hol van de wind. Het derde deel van de Triglandtrilogie kreeg meer kritiek. Voor Stemmen over de horizon ontving Lannoy in 1965 de eerste prijs van de romanprijsvraag van de Nederlandse Boekenclub – het kwam uit in 1967. Over Lannoys stijl waren recensenten niet onverdeeld positief, maar meestal stonden daar lovende reacties op de inhoud en de spanningsopbouw tegenover. Bij lezers was Lannoy geliefd, zo blijkt uit hoge verkoop- en uitleencijfers. Van Het geslacht Trigland werden bijvoorbeeld meer dan zeshonderdduizend exemplaren verkocht. Lannoij reageerde nuchter op haar succes: ‘Ik vind het een cadeau als je kunt schrijven’ (gecit. Van Battum,185).

Archivalia

Letterkundig Museum, Den Haag: niet nader gecatalogiseerde archivalia, correspondentie tussen Lannoy en Querido (1959-1964) en enkele andere brieven.

Publicaties

Behalve in tekst genoemde titels (een selectie):

  • De dans en de duivel (Amsterdam 1948).
  • De glazen muur (Blaricum 1952) en De muur stort in (Blaricum 1954) (gebundeld uitgegeven in 1962 (Utrecht) en in 1968 verschenen als feuilleton in De Tijd).
  • Het andere ik (Utrecht 1959).
  • [ism met Bob Denneboom] Derper, Hoever, Binder. Over geschiedenis en volksleven van de drie Egmonden (Den Haag 1969).
  • De bruid van Scheveningen (Den Haag 1970).
  • Westerhaven (Bussum/Antwerpen 1981).

Literatuur

  • Battum, Annet van, ‘Kathinka Lannoy vindt schrijven fijn’, Verkenningen op het Gebied van de Jeugdliteratuur 9 (1978-9) 185-186.
  • ‘Kathinka Lannoy overleden’, SF Terra 141 (1996) 25.

Illustratie

Kathinka Lannoij, door onbekende fotograaf, ca. 1940 (Nationaal Archief / Collectie Spaarnestad).

Auteur: Elizabeth Kooman

laatst gewijzigd: 16/05/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.