© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Allard Plate, Lichtenbelt, Aleida Geertruida, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Lichtenbelt [03/10/2017]
LICHTENBELT, Aleida Geertruida, vooral bekend als Lydie Plate (geb. Utrecht 12-10-1909 – gest. Leidschendam 27-2-1988), juriste, feministe, politica. Dochter van James William Theodoor Lichtenbelt (1882-1960), internist, en Johanna Helena Jacoba van Marken (1886-1972). Lydie trouwde op 7-5-1934 in Utrecht met Eric Antoine Plate (1908-2000), werktuigbouwkundig en scheepsbouwkundig ingenieur. Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 1 dochter geboren.
Lydie Lichtenbelt groeide op in Utrecht als tweede van vijf op in een welvarend artsengezin. Haar vader was aanvankelijk als chef de clinique verbonden aan het academisch ziekenhuis maar richtte in 1913 de particuliere Emmakliniek op, waarvan hij directeur werd. Haar schooltijd aan het Stedelijk Gymnasium werd onderbroken door een jaar onderwijs aan een Franstalige kostschool in Zwitserland. Toch haalde ze zonder vertraging in 1927 haar eindexamen (bèta). Ze ging rechten studeren in Utrecht. In haar studietijd was zij presidente van het studentenpleitgenootschap Portia. Na in 1932 haar meestertitel behaald te hebben was ze twee jaar werkzaam in de advocatuur. In 1934 trouwde ze met Eric Plate, die ze op een studentenfeest in Delft had leren kennen. Het paar vestigde zich in Eindhoven maar toen Eric in 1936 een baan vond bij de Rotterdamse Droogdok Maatschappij, verhuisden ze naar Voorburg. Ze kregen drie kinderen: Allard (1936), Floris (1938) en Anneke (1942).
In en na de oorlog
De oorlog bracht een drastische verandering in het leven van Lydie Plate. In 1942 vluchtte haar man naar onbezet gebied om als een van de Engelandvaarders zijn bijdrage te leveren aan het verzet tegen de Duitse bezetter. Voor zijn vertrek had hij zijn broer gemachtigd tot zijn financiële zaakwaarnemer – getrouwde vrouwen waren toen nog handelingsonbekwaam. Omdat het inkomen van haar man was weggevallen en vooral om te voorkomen dat het woonhuis in beslag zou worden genomen, liet Lydie Plate zich inschrijven als advocaat en nam de praktijk van een ondergedoken advocaat waar – haar praktijk hield ze aan huis. Ook leende ze geld van haar schoonvader om het hoofd boven water te houden.
Na de bevrijding werd Lydie Plate in het kader van de bijzondere rechtspleging benoemd tot rechter van het Haagse tribunaal voor de berechting van oorlogsmisdadigers. Ze was blij dat het tribunaal hoogstens tien jaar internering mocht opleggen – ze hoefde dus geen doodvonnissen uit te spreken. Gesterkt door haar ervaringen uit de oorlogsjaren met haar handelingsonbekwaamheid werd ze feministe, sloot zich aan bij de Vereniging voor Vrouwenbelangen en werd daarin actief. Jarenlang leidde zij de jaarlijkse huisvrouwenconferentie in De Hoorneboeg, het conferentiecentrum van de Remonstrantse Broederschap. Ook werd ze lid van de Partij van de Arbeid, een partij die op velerlei gebied leek te streven naar een breuk met het verleden. In 1948 werd zij voor deze partij gekozen in de gemeenteraad van Voorburg.
Wethouder
Toen de zittende wethouder voor de PvdA in 1951 elders tot burgemeester werd benoemd, volgde Lydie Plate hem op. Daarmee werd ze een van de twaalf vrouwelijke wethouders die Nederland toen telde (op duizend gemeenten) en was ze de eerste vrouwelijke wethouder in de gemeente Voorburg. Ze had de portefeuilles bedrijven, volkshuisvesting, sociale zaken, personeelszaken en onderwijs. Vanuit haar maatschappelijke bewogenheid maakte ze zich met succes sterk voor onder meer de uitvoering van de nieuwe bijstandswet, een fatsoenlijk woonwagenkamp, een gezondheidscentrum en een openbare kleuterschool. Ook cultuur had haar warme belangstelling: ze onderkende de mogelijkheden die Hofwijck, het idyllische buitenverblijf van Constantijn Huygens, bood voor de culturele ontwikkeling van de gemeente. Voorburg was een van de eerste gemeenten die afweek van de regel dat huwelijken alleen op het gemeentehuis gesloten konden worden: Hofwijck werd een zeer gewilde trouwlocatie. Lydie Plate liet zich als ambtenaar van de burgerlijke stand beëdigen en sloot vele huwelijken op Hofwijck. Ook spande ze zich in voor het plaatsen van beeldhouwwerken in de gemeente – het ruiterstandbeeld van de Romeinse veldheer Corbulo, uitgevoerd door de Voorburgse kunstenaar Albert Termote, is het bekendste.
In 1970 nam Lydie Plate afscheid van het gemeentebestuur van Voorburg omdat de Plates naar een huis met een grote tuin in Leidschendam verhuisden. Na haar wethouderschap ging ze Nederlands studeren en haalde haar mo-akte. Op 27 februari 1988 stierf Lydie Plate, 78 jaar oud.
Reputatie
Lydie Plate werd viermaal met algemene stemmen (her)kozen tot wethouder van Voorburg. Ze kreeg daarvoor de zilveren erepenning van de gemeente. Waardering kwam ook tot uiting in haar benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau (1970) en in het feit dat er in Voorburg een straat en een kleuterschool naar haar zijn vernoemd.
Publicaties
- ‘De Scheelhoek, een onbekend vogelterrein in ‘t Haringvliet’, De Levende Natuur (1939) 22-26.
- ‘De Alpenflora rondom Pralognan’, De Levende Natuur (1951) 87-92.
- Talrijke bijdragen in diverse tijdschriften over bejaardenzorg, de nieuwe bijstandswet en de rol van de vrouw in de politiek.
Literatuur
Allard Plate, Het laatste chocolaatje, herinneringen van een jochie tijdens de bezettingstijd en de geschiedenis van een Engelandvaarder (z.p. 2009) [uitgave in eigen beheer].
Illustratie
Lydie Plate-Lichtenbelt, door Wouter van Gool, ca. 1950 (privé-collectie).
Auteur: Allard Plate (met dank aan Floris Plate en Anneke Schilt-Plate).
laatst gewijzigd: 03/10/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.