Delft, Liesbeth van (?-1423)

 
English | Nederlands

DELFT, Liesbeth van, ook bekend als Liesbeth van Doesburg (gest. Utrecht 4-9-1423), zuster en subpriorin van het klooster Diepenveen, rectrix en priorin van het klooster Jeruzalem in Utrecht.

Liesbeth van Delft was in 1408 een van de twaalf nieuw ingeklede zusters van Diepenveen, het eerste vrouwenklooster van de Moderne Devotie (zie Salome Sticken). Zij was van ridderlijke komaf en had haar jeugd doorgebracht met feesten en uiterlijk vertoon. Na haar intrede werd zij benoemd tot kosteres, en ze vervulde deze taak met ijver. Na het overlijden van Dymme van Rijsen in 1413 volgde Liesbeth haar op als subpriorin. Zij bleef deemoedig alle taken van een gewone zuster vervullen, als wassen, afwassen, bakken, bier brouwen en hout sjouwen. De zusters wilden haar uit eerbied en uit medelijden met haar zwakke gestel graag helpen, maar dat stond zij niet toe. Liesbeth van Delft barstte tijdens haar meditaties vaak in tranen uit, wat gezien werd als een teken van grote goddelijke genade.

Liesbeth van Delft kon schrijven. In haar ‘vita’ in het zusterboek van Diepenveen wordt vermeld dat ze de woorden van rector Johan Brinckerinck noteerde op een wastafeltje, om ze daarna op schrift te stellen. In 1418 werd Liesbeth samen met drie andere zusters naar Utrecht gestuurd, om daar te helpen bij de stichting van een nieuw klooster. Zij werd rectrix, en een jaar later, toen het klooster Jeruzalem een voldongen feit was, werd zij tot priorin gekozen. Liesbeth van Delft overleed daar aan de tering.

Naslagwerken

NNBW.

Handschriften

  • Stads- en Athenaeumbibliotheek, Deventer, Handschriften: Suppl. 198 (101 E 26), fol. 54r-62r.
  • Historisch Centrum Overijssel, Zwolle: Collectie van Rhemen, inv. nr. 1, handschrift D, fol. 130b-133c.

Literatuur

  • Van den doechden der vuriger ende stichti­ger susteren van Diepen Veen (‘Handschrift D’). Eerste gedeelte - De tekst van het handschrift, D.A. Brinkerink ed. (Leiden 1904) 250-255.
  • W.J. Kühler, Johannes Brinckerinck en zijn klooster te Diepenveen (Rotterdam 1908; 2de dr. 1914).
  • Wybren Scheepsma, Hemels verlangen (Amsterdam 1993) 57-65.
  • Wybren Scheepsma, Deemoed en devotie. De koorvrouwen van Windesheim en hun geschriften (Amsterdam 1997) [bevat een uitgebreide literatuuropgave].
  • Anne Bollmann, Frauenleben und Frauenliteratur in der Devotio moderna. Volkssprachige Schwesternbücher in literarhistorischer Perspektive (z.p. 2004).

Redactie

 

 

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.