Luijtsen, Aagje Klaasdr. (1756-1797)

 
English | Nederlands

LUIJTSEN, Aagje Klaasdr. (ged. Den Burg 15-8-1756 – begr. Den Burg 3-2-1797), zeemansvrouw wier brieven bewaard zijn gebleven. Dochter van Klaas Hendriksz. Luijtsen (1722-1781), wagenmaker en eilandbode van Texel, en Antje Simons Kwast (gest. 1784). Aagje Luijtsen trouwde op 2-6-1776 in Den Burg met Harmanus Lammertsz. Kikkert (1749-1806), VOC-officier. Uit dit huwelijk werden 6 kinderen geboren, van wie er 2 op zeer jeugdige leeftijd stierven.

Aagje Luijtsen is pas tweehonderd jaar na haar overlijden een bekende persoon geworden. In 1994 ontdekte maritiem historicus Perry Moree in de Londense National Archives een stapel brieven die het eigendom van VOC-officier Harmanus Kikkert was geweest. Het waren aan hem gerichte brieven, geschreven tussen november 1776 en november 1780 door zijn vrouw Aagje Luijtsen. In juli 1781, tijdens de Vierde Engelse Oorlog, waren ze in beslag genomen toen de VOC-retourvloot, waaronder Harmanus’ schip de Parel, in de Zuid-Afrikaanse Saldanhabaai werd veroverd door een Engelse vloot. Zo kwamen Aagjes brieven terecht in het archief van de Engelse admiraliteit, waar ze zich nog steeds bevinden. Harmanus keerde vermoedelijk eind 1781 of begin 1782 met een neutraal schip terug naar Texel.

De in totaal twintig brieven van Aagje Luijtsen bevatten geen grote historische feiten of spectaculaire onthullingen, maar zijn toch van het grootste belang. Waar de maritieme geschiedenis meestal verhaalt over de belevenissen van (groepen van) zeevarende mannen aan boord of overzee, vertellen Aagjes brieven gedetailleerd het verhaal van de thuisblijver, in dit geval de echtgenote. Aagje beschreef uitvoerig haar dagelijkse bezigheden thuis en de gebeurtenissen in Den Burg en andere plaatsen op Texel. Uitgebreid komen familieleden en vrienden ter sprake, vooral de vrouw van Harmanus’ eveneens zeevarende broer Arie (Lijsbeth, door Aagje ‘zuster Leijs’ genoemd), Harmanus’ zuster Aafje en de in 1777 geboren Lammert, het eerste kind van Aagje en Harmanus.

In haar brieven toont Aagje Luijtsen zich een vrouw met een zachtaardig karakter, open en eerlijk, meelevend en snel geëmotioneerd. Haar brieven zijn intiem en persoonlijk, waardoor ze vaak opmerkelijk eigentijds aandoen. Aagjes handschrift is goed leesbaar en haar Nederlands – hoewel evident achttiende-eeuws en vol met in onbruik geraakte woorden – is voor moderne lezers verrassend fris en duidelijk. Omdat zij de woorden opschreef zoals ze ongeveer klonken, is veel van het Texelse dialect te herkennen. Ze gebruikt bijvoorbeeld veel het zuiver Texelse kooswoord ‘slep(pe)’.

Aagje was het oudste kind in het gezin Luijtsen; zij had één zuster en vier broers. Als jong meisje had zij altijd gezegd te willen trouwen met een zeeman. Ze was net twintig jaar oud toen ze dat inderdaad deed. Nog geen zes maanden na hun huwelijk vertrok Harmanus voor ruim anderhalf jaar naar de Oost. Al moet Aagje geweten hebben wat een huwelijk met een zeeman betekende, toch viel Harmanus’ lange afwezigheid haar zwaar, temeer omdat haar ongehuwde vriendinnen nog volop van hun vrijheid genoten. Aagje, door de geboorte van Lammert aan huis gekluisterd, had echter spitsvondig tegen haar vriendinnen opgemerkt dat met Harmanus’ thuiskomst ‘ik mijn lieve man alle ’s avon[d]s bij mij [heb] daar ik bij slaap, dat mij meerder vermaak is dan al uw krieken [feesten] met uw vrijers’.

De laatst bekende brief van Aagje, van 30 november 1780, is een aangrijpend document, dat ‘nat van tranen en droefheid’ was. Zij beschrijft hierin het overlijden van het zeven maanden oude zoontje Klaas. Het kind ‘was van zijn hoofd tot zij[n] voetjes toe vol [met kinderpokken] en het sm[a]rtelijks[t] daar van [was] dat hij in zijn borstje is gesmoord’. Aagje moest ophouden met schrijven, want ‘heb nu niet veel lust en mijn hand beeft zo, dat ik meest niet kan schrijv[en]’.

Aagje Luijtsen stierf op veertigjarige leeftijd in Den Burg. Of haar overlijden iets te maken had met een in de brieven uitvoerig beschreven (en door een Amsterdams chirurgijn behandeld) gezwel aan haar borst, is niet bekend. Harmanus Kikkert, die datzelfde jaar hertrouwde, overleed in 1806.

Archivalia

De brieven van Aagje Luijtsen bevinden zich in de National Archives, Londen.

Literatuur

  • Perry Moree, ‘Aagje Luijtsen en haar “Waarde lieve man”. Texelse brieffragmenten uit de tijd van de VOC’, in: Vibeke Roeper en Ineke Vonk-Uitgeest red., Texel en de VOC. Schepen op de rede, Texelaars in de Oost (Texel 2002) 87-93.
  • Kikkertje Lief. Brieven van Aagje Luijtsen geschreven tussen 1776 en 1780 aan Harmanus Kikkert, stuurman in dienst van de VOC,  Perry Moree e.a. ed. (Texel 2003).
Illustratie

Adressering van Aagjes derde brief (november 1776): ‘Aan mijn heer de heer Hermanis Kikkert, op het schip de Ganges op de ree van Texel’ (The National Archives, Londen).

Auteur: Perry Moree

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 574

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.