© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Arjensdr., Margareta, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/MargaretadeHeer [13/01/2014]
ARJENSDR., Margareta, vooral bekend als Margaretha de Heer (geb. Leeuwarden ca. 1600 – gest. Leeuwarden voor 1665), schilderes. Dochter van Arjen Willems (gest. voor 1632), glasmaker, en Elisabeth Gerrits (gest. na 1632). Margaretha Arjensdr. trouwde op 21-9-1628 in Leeuwarden met Andries Pietersz. Nijhof (gest. na 23-1-1665), schilder. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 1 zoon geboren.
Margareta de Heer groeide op in kunstenaarskringen van Leeuwarden. Haar vader was glasmaker, een oom was muziekmeester, een neef glasschrijver en haar broer Gerrit zou later graveur en tekenaar worden. Zij was de tweede dochter in een gezin van in ieder geval één en wellicht twee zoons en vijf dochters. Het gezin woonde aanvankelijk aan de Berlikumermarkt, en vanaf 1611 op de hoek van de Herestraat en de Oude Oosterstraat. Het kan zijn dat de familie aan dat adres de achternaam ‘de Heer’ heeft ontleend. Haar vader hield ongetwijfeld atelier aan huis, en heeft daar waarschijnlijk niet alleen zijn zoon(s?) en neef, maar ook zijn dochter ingewijd in het vak. Margareta’s biograaf Peter Karstkarel suggereert dat zij in haar vaders werkplaats op het idee is gekomen om te gaan werken met materialen en technieken die horen bij de transparantie en gedetailleerde tekenachtigheid van het glasschilderen.
Vlak na haar huwelijk vertrok Margareta de Heer met haar man, Andries Pietersz. Nijhof, naar de stad Groningen. Daar werden hun twee kinderen, Catharina en Pieter, geboren. Wellicht heeft Margareta de Heer hier in opdracht gewerkt van de botanicus Hendrik Munting (1583-1658). In de zomer van 1636 kreeg zij hoog bezoek: de Franse diplomaat Charles Ogier kwam langs om haar werk te bekijken – in zijn dagboek roemt hij haar als een bekwaam schilderes van vooral bloemen, vogels, vlinders en vliegen. Uit Ogiers dagboek is ook op te maken hoe hij op haar spoor was gezet: in Harlingen had een barbier, Johan Frank, hem verteld dat hij goede schilders in zijn familie had. Deze Johan Frank, zo blijkt uit onderzoek, was getrouwd met Margareta’s zus Janke. Later zou dit echtpaar verhuizen naar Hoorn; dit verklaart waarom nogal wat werk van Margareta daar terecht is gekomen. Margareta de Heer en haar man keerden voor of in 1646 terug naar Leeuwarden, en kochten in 1650 een huis in de Bagijnestraat.
Er zijn veel lofdichten op het werk van Margareta de Heer overgeleverd, onder andere van Sybille van Griethuysen en Gysbert Japix. Negen ervan zijn opgenomen in Klioos kraam (1656). Ter gelegenheid van een tentoonstelling in het Fries Museum in Leeuwarden in 2002 over Margareta de Heer is haar oeuvre, voorzover nog traceerbaar, in kaart gebracht en geanalyseerd (zie de bijdragen van Veerle Mans aan de catalogus). Het telt 42 gesigneerde en 48 toegeschreven werken. De 41 gedateerde werken zijn gemaakt tussen 1644 en 1658. Toch moet zij reeds in 1636 actief zijn geweest, getuige de notities van Ogier. De Heer schilderde genrestukken en historiestukken, maar bij voorkeur schilderde zij stillevens met bloemen, schelpen, vlinders en insecten en boerenlandschappen met dieren op de voorgrond. Haar werk draagt een sterk documentair, bijna encyclopedisch karakter. Zij gebruikte olieverf, waterverf of gouache op perkament of paneel. Een verzameling aquarellen in het Groninger Museum heeft lange tijd op haar naam gestaan, maar kan niet definitief aan haar worden toegeschreven.
Naslagwerken
Van der Aa; DWA; Elck zijn waerom; Immerzeel; Kramm; Regt; Wurzbach; Van Eijnden en Van der Willigen.
Archivalia
Zie de verwijzingen van de diverse auteurs in de catalogus Margareta de Heer (2002).
Werk
Het werk van Margareta de Heer bevindt zich onder andere in het Fries Museum (Leeuwarden), de Stedelijke Kunstverzameling van Leeuwarden, het Amsterdams Historisch Museum en het Groninger Museum. Voor een volledig overzicht, zie de oeuvrecatalogus Margareta de Heer (2002).
Literatuur
- A. Wassenbergh, ‘Reisindrukken van den Franschen gezantschapssecretaris Charles Ogier uit Friesland en Groningen in het jaar 1636’, De Vrije Fries 37 (1943) 162-171.
- Peter Karstkarel, ‘Margareta de Heer en haar “stukjes”’, Tableau 1 (1978) 37-39.
- Veerle Mans, Leven en werk van Margareta de Heer (vóór 1603–vóór 1665). Een Friese schilderes van (klein) formaat (Leuven 2000) [onuitgegeven thesis].
- Veerle Mans, Philippus Breuker en Peter Karstkarel, Margareta de Heer (circa 1600–circa 1665). Dé Friese kunstenares van de zeventiende eeuw. Tentoonstellingscatalogus Fries Museum Leeuwarden (Leeuwarden 2002) [met overzicht van oeuvre en uitvoerige literatuurlijst].
Illustratie
Een portret van Margareta de Heer is niet bekend. Zij moet ooit een zelfportret hebben gemaakt (Van Griethuysen refereert daaraan in één van haar lofdichten), maar dat is niet overgeleverd. Afgebeeld is: Vlinder, waterverf en gouache op perkament, ca. 1650 (Collectie Fries Museum, Leeuwarden). Uit: Mans e.a., Margareta de Heer.
Redactie
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 231
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.