Margaretha van Beieren (1363-1424)

 
English | Nederlands

MARGARETHA van BEIEREN (geb. 1363 – gest. Dijon? 24-1-1424), vanaf 1404 hertogin van Bourgondië en gravin van Vlaanderen. Dochter van Albrecht van Beieren (1336-1404) en Margaretha van Liegnitz-Brieg (ca. 1340-1386). Margaretha van Beieren trouwde op 12-4-1385 in Kamerijk met Jan graaf van Nevers (1371-1419), vanaf 1404 hertog van Bourgondië en beter bekend als Jan zonder Vrees. Uit dit huwelijk werden 7 dochters en 1 zoon geboren.

Margaretha was het derde kind en de derde dochter van Albrecht hertog van Beieren, Neder-Beieren en Straubing, en Margaretha van Liegnitz-Brieg; na haar volgden drie jongens en een meisje. Waar zij is geboren en haar jeugd doorbracht, is niet bekend. Misschien in Den Haag, waar haar vader sinds 1358 resideerde als plaatsvervanger van zijn krankzinnig verklaarde broer graaf Willem V van Holland, Zeeland en Henegouwen. Het is ook mogelijk dat zij haar jonge jaren doorbracht in Straubing (Neder-Beieren), het bestuurscentrum van het Beierse hertogdom van haar vader, waar haar moeder enkele jaren met de kinderen verbleef.

Dubbelhuwelijk in Kamerijk

Toen Margaretha 22 jaar was, werd zij uitgehuwelijkt aan een zoon van de hertog van Bourgondië. Tegelijkertijd zou haar broer Willem trouwen met een zuster van Margaretha’s bruidegom. Margaretha’s toekomstige schoonouders, Filips de Stoute en Margaretha van Male, heersten over een machtig, niet aaneengesloten rijk, bestaande uit het hertogdom Bourgondië en de graafschappen Bourgondië (Franche-Comté), Nevers, Rethel, Vlaanderen, Artois en enkele steden. De verbintenis zou macht en prestige van beide hertogelijke vaders vergroten en hun beider invloedssferen met elkaar verenigen.

De stad Kamerijk, gelegen op bisschoppelijk rijksgebied tussen Henegouwen en Artois, werd het decor voor de prestigieuze huwelijksplechtigheden. Voor het portaal van de kathedraal vond op 12 april 1385 de huwelijkssluiting plaats. Margaretha droeg een rood gewaad, bestikt met gouden vogeltjes, zo blijkt uit een eigentijds verslag. Hoe haar dertienjarige echtgenoot er uit zag, wordt niet vermeld. De plechtigheid werd bijgewoond door circa twintigduizend gasten, onder wie de koning van Frankrijk. Gedurende een week vormden maaltijden, toernooien en wedrennen een luisterrijk schouwspel voor gasten en inwoners.

De helft van Margaretha’s bruidsschat werd door haar schoonvader gebruikt voor aankoop van het graafschap Charolais, dat in het zuiden grensde aan het hertogdom Bourgondië. Hoewel bij de huwelijkse voorwaarden uitdrukkelijk bepaald was dat Margaretha en de kinderen die uit het huwelijk geboren zouden worden, het vruchtgebruik daarvan zouden krijgen, heeft zij nooit van de inkomsten van het gebied kunnen genieten zolang Filips en Jan regeerden.

De titel graaf van Nevers, die de dertienjarige Jan sinds 1384 droeg, bleek een papieren letter, want eigen inkomsten uit het gelijknamige gebied had hij niet; een aparte huishouding kon hij daardoor niet voeren. Waarschijnlijk maakte Margaretha in de eerste jaren van haar huwelijk deel uit van het cultureel sterk ontwikkelde hof van haar schoonouders. Het valt te betwijfelen of Margaretha de eerste jaren haar echtgenoot veel heeft gezien en of het huwelijk geëffectueerd werd. Hij was nog in zijn leerjaren en moest zich bekwamen in militaire en bestuurlijke aangelegenheden.

Omdat haar schoonvader een prominente rol speelde in de Franse politiek, verbleef Margaretha geregeld in Parijs. Nadat Jan in 1394 een kruistocht tegen de Turken had geleid en daarvan in 1398 beladen met roem was teruggekeerd – wat hem de bijnaam ‘zonder Vrees’ opleverde –, stelde zijn vader hem aan als plaatsvervanger in Bourgondië. Met Margaretha aan zijn zijde bestuurde hij het gebied; tevens had hij nu een eigen huishouding, bekostigd door zijn vader. Tussen 1393 en 1414 kregen Margaretha en hij zeven meisjes en één jongen.

Bestuur

Na de dood van Filips in 1404 en Margaretha van Male in 1405 vielen hertogdom en graafschap Bourgondië en de graafschappen Vlaanderen en Artois aan Jan toe. Anders dan Filips, die zijn landen meestal vanuit Parijs had bestuurd, lieten Margaretha en Jan zich vooral in de eerste jaren van Jans regering geregeld in de erflanden zien. Maar omdat Jan als Franse prins ook veel in Parijs was, stelde hij Margaretha aan als zijn plaatsvervangster in het noordelijk deel van zijn rijk. Meestal verbleef zij in Gent, maar zij was ook geregeld in het Zuid-Vlaamse Douai. Zij regeerde met een Raad van Vlaanderen en beschikte over diverse hertogelijke ambtenaren.

In zijn machtsstreven werd Jan gedwarsboomd door zijn neef Lodewijk hertog van Orléans, broer van de Franse koning. De rivaliteit tussen de beide neven kende naast koele berekening ook een triviale component, met Margaretha in een hoofdrol. Volgens een eigentijds bericht zou Orléans tijdens een hofbal in het koninklijk paleis Margaretha hebben willen overhalen tot het plegen van overspel en zou hij zich zelfs aan haar hebben willen vergrijpen. Een andere lezing verhaalt dat Jan Margaretha’s portret ontdekte in een privéportrettengalerij van vrouwelijke veroveringen van Orléans. Wat er ook waar zij van dit voorval, het gaf Jan een uitgelezen kans zijn eer te wreken en zijn rivaal uit te schakelen. De in zijn opdracht uitgevoerde moord op Orléans in 1407 zou leiden tot een burgeroorlog.

Jan bond in 1409 de strijd aan met zijn tegenstanders, die zich hadden verenigd onder aanvoering van de graaf van Armagnac, en stelde Margaretha aan tot zijn plaatsvervangster in Bourgondië. Afwisselend resideerde zij in Dijon, de hoofdstad, en in het nabijgelegen Rouvres. Hoge prioriteit gaf zij aan de verdediging van het gebied. Om zich te verzekeren van de voor de defensie benodigde financiering liet zij de Staten van zowel het hertogdom als het graafschap in respectievelijk Dijon en Dôle bijeenkomen. Met de toegestane beden, maar ook door middel van geforceerde leningen en met behulp van geldschieters liet zij kastelen repareren en nieuwe fortificaties aanbrengen. Bourgondische troepen slaagden erin de Armagnacs uit Bourgondië te verdrijven en de enclave Besançon aan het graafschap toe te voegen. Buiten het Bourgondische gebied werden het graafschap Tonnerre, gelegen aan de noordwestkant, en Beaujolais in het zuiden geconfisqueerd.

In 1419 werd Margaretha weduwe: ook Jan moest zijn aandeel in de strijd met de dood bekopen. Hij werd in een hinderlaag gelokt en op de brug over de Yonne bij Montereau vermoord. Margaretha’s enige zoon Filips volgde zijn vader op als hertog en graaf; hij zou bekend worden met de bijnaam ‘de Goede’. Gesteund door Margaretha probeerde hij met diplomatie, overleg en huwelijkspolitiek een einde te maken aan de burgeroorlog, waarin ook Engeland als partij was gaan deelnemen.

Reputatie

Margaretha overleefde haar man vijf jaar en bestuurde tot aan haar dood de beide Bourgondiës, uit naam van haar zoon. Zij overleed, vermoedelijk te Dijon, op 24 januari 1424. Haar lichaam werd bij dat van haar man bijgezet in het bij Dijon gelegen kartuizerklooster van Champmol. Een beeldhouwwerk met hun liggende beelden, vervaardigd door Anthoine le Moiturier, siert sinds 1470 hun graftombe. Tegenwoordig bevindt dit mausoleum zich in het Musée des Beaux-arts te Dijon.

Margaretha wordt gekenschetst als een bekwaam en krachtig bestuurder. Zij is geprezen om haar loyaliteit aan haar man en later aan haar zoon. Haar successen in de strijd rond Besançon en Tonnerre gelden als Margaretha’s belangrijkste wapenfeiten, al is haar directe aandeel erin uiteraard niet duidelijk.

Literatuur

  • Magdi Toth-Ubbens, ‘Een dubbel vorstenhuwelijk in het jaar 1385’, Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden 19 (1964-1965) 101-132.

  • Richard Vaughan, Philip the Good. The apogee of the Burgundian state (London 1970).
  • Richard Vaughan, John the Fearless. The growth of Burgundian power (London 1979).
  • Richard Vaughan, Philip the Bold. The formation of the Burgundian state (London 1979).
  • D.E.H. de Boer en E.H.P. Cordfunke, Graven van Holland. Portretten in woord en beeld (880-1580) (Zutphen 1995).
  • Wim Blockmans en Walter Prevenier, De Bourgondiërs. De Nederlanden op weg naar eenheid 1384-1530 (Amsterdam/Leuven 1997).
  • Dorit-Maria Krenn en Joachim Wild, Fürste in der Ferne. Das Herzogtum Niederbayern-Straubing-Holland, 1353-1425 (Augsburg 2003).

Illustratie

Het dubbelhuwelijk in Kamerrijk, 12 april 1385. Miniatuur in de Breslauer Froissart, 1468. Tweede persoon, links van de bisschop, is Margaretha van Beieren, gekleed in een rood gewaad, bestikt met gouden vogeltjes. Uit: Krenn en Wild.

Auteur: Mieke van Leeuwen-Canneman

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 24

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.