Lom, Mechteldis van (1600-1653)

 
English | Nederlands

LOM, Mechteldis van (geb. Venlo 1600 – gest. Venlo 19-11-1653), religieuze in het klooster Transcedron, dichteres van geestelijke liederen. Dochter van Hubert van Lom (1570-1622), schepen, rentmeester en burgemeester van Venlo, en Elisabeth van Vogelsanck (ca.1570- na 11-1640).

Mechteldis (Metgen) werd geboren als vierde van de zes kinderen uit het huwelijk van Hubert van Lom en Elisabeth van Vogelsanck. Zij behoorde tot een familie van aanzien. Mechteldis’ vader was onder meer burgemeester van Venlo, en ook in de familie van haar moeder bevonden zich burgemeesters en schepenen van de stad. Zowel van moeders- als van vaderskant was Mechteldis bovendien verwant aan de bekende humanist Erycius Puteanus.

In 1619 trad Mechteldis toe tot de orde der Annunciaten in het klooster Transcedron te Venlo. Voordien hadden de zusters van het voormalige nonnenconvent In Genooi het klooster bewoond, maar het kloostergebouw was in 1582 door de ‘ketters’ verwoest en zij hadden tijdelijk hun toevlucht moeten zoeken in Roermond. Toen zij in 1599 in Venlo terugkeerden, was Transcedron volkomen uitgewoond. De kapel was enkele keren geplunderd en vernield, het hoofdgebouw was een tijdlang als school gebruikt, en herstelwerkzaamheden en nieuwbouw waren dus noodzakelijk. Van de kloosterdiscipline en de oorspronkelijke idealen was weinig meer over. Een nieuwe lichting nonnen, onder wie Barbara Puteanus, wist ondanks tegenstand van de oudere zusters een kloosterhervorming te bewerkstelligen, met meer nadruk op vergeestelijking en gebed, ascese en strenge afzondering van de buitenwereld. In 1614 waren alle formaliteiten geregeld: een nieuwe kloostergemeenschap ging van start onder het vaandel van de Annunciaten – de orde die in 1501 was gesticht door Jeanne de Valois. Deze Annunciaten, ook bekend als de Zusters van de Tien Deugden – of Vreugden – van Maria, lieten zich leiden door hun liefde voor Maria.

Mechteldis van Lom was een van hen. Zij dankt haar bekendheid aan het feit dat ze geestelijke liederen schreef. Haar oeuvre bevat voorzover bekend 42 ‘liedekens’ die na haar dood zijn herschreven en gebundeld, samen met liederen van medezusters. Dit manuscript is een kopie, gemaakt door Mechteldis’ verwante en medezuster Elisabeth van Lom, die zelf ook enige liederen aan de bundel heeft bijgedragen. De liederen waren slechts bedoeld voor de zusters van Transcedron. Dat neemt niet weg dat het uitingen zijn van Mechteldis’ eigen gemoedstoestand, soms jubelend en ‘dronken’ van goddelijke liefde, dan weer zwaarmoedig (Wijngaards, 77). De afschrijfster van Mechtildis’ liederen verdeelde ze in vier categorieën: liederen voor hoogtijdagen, liederen tot troost voor degenen die ‘in lijden ende strijd zijn’, liederen ‘van verlangen, liefde, vereniginge ende lovinge Gods’ en Marialiederen (Wijngaards,145). Naast de liefde voor Maria is er in haar gedichten ook een centrale plaats  ingeruimd voor de ‘hemelse bruidegom’. Haar liederen getuigen van een persoonlijke, mystieke verhouding tot God. Ook het lijden neemt een belangrijke plek in binnen haar oeuvre, wat niet verwonderlijk is aangezien Mechteldis tot aan haar dood voortdurend gekweld werd door hevige lichamelijke pijnen, die zij zo dapper droeg dat Matthias Crooneneborch, biechtvader van de Annunciaten, haar liederen ‘bovennatuurlijk geïnspireerd’ noemde (gecit. in Lauwerkrans,184).

Het merendeel van haar liederen is geschreven als beurtzang. Een aantal, zoals de samenspraken (tussen engel en ziel, of tussen ziel en Liedewij) waarin allerlei problemen van het geestelijke leven worden behandeld, kan beschouwd worden als lyrisch-dramatisch. Zo laat zij in haar ‘liedeken ter ere het H. maagdeken Ludowina’ de ziel zingen: ‘Och, wanneer kom ik tot die graad/ Dat ik naar ’t lijden hake./ Krachtig begere metterdaad/ In ’t zuur het zoet mocht smaken.’ Aan het slot zingt Lidewij: ‘Maakt een couragie ende moed,/ Wilt het lijden omhelzen./ Jezus uwe bruidegom zoet/ Zal ’t u zeer wel vergelden’. De gezongen samenspraken werden ook gedramatiseerd om de zusters te vermaken, aldus Wijngaards (14). Onbekend is of Mechteldis deze liederen heeft geschreven in opdracht van haar meerderen. Zeker is dat haar werk andere zusters heeft gestimuleerd om haar voorbeeld te volgen. Mechteldis van Lom stierf in 1653.

De liederen van Mechteldis van Lom zijn per toeval overgeleverd. Haar werk is onbekend en verborgen gebleven totdat het manuscript rond 1938 via een veiling in bezit kwam van broeder Edgar Heynen, die het vervolgens in 1946 in druk liet verschijnen. Samen met de Transcedronkroniek van Barbara Puteanus kan haar werk gezien worden als het belangrijkste wat Transcedron op literair gebied  in de zeventiende eeuw heeft voortgebracht.

Naslagwerken

Lauwerkrans.

Archivalia

Centre Céramique, Stadsbibliotheek Maastricht: SB 6003 D 3, Hier volghen eeneghe deellen vande liedekens gemaeckt door inse weerde sustr mechteldis van Lom saliger memorie gewesen Annontiat int clooster deser H. order tot Venlo.

Werk

Liederen van Mechteldis van Lom en andere annuntiaten, voorafgegaan door de Transcedronkroniek van Barbara de Put, N. Wijngaards ed. (Zwolle 1957).

Literatuur

  • M. Hub. H. Michels, Geschiedenis der Lorettokapel te Genooi (Venlo 1917) 182-190.
  • N.C.H. Wijngaards, Mechteldis van Lom, 1600-1653. Dichteres en Annuntiate van Venlo (Zwolle 1957).
  • J.J.M.H. Verzijl, ‘Van Lom - De Lom de Berg’, Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie 15 (1961) 223-236.
  • P.J.A. Nissen, ‘Mechteldis van Lom en anderen’, in: A.A.J.J. van Pinxteren e.a. red., Pronkstukken. Venlo 650 jaar stad. Catalogus Goltziusmuseum Venlo (Venlo 1993) 108-110.

Illustratie

Liedekens handschrift, tweede helft zeventiende eeuw (detail) (Maastricht, Stadsbibliotheek). Uit: Pronkstukken.

Auteur: Astrid de Beer

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 232

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.