Mirande, Catharina Helena (1870-1894)

 
English | Nederlands

MIRANDE, Catharina Helena (geb. Harlingen 25-3-1870 – gest. Harlingen 6-3-1894), naaister, slachtoffer beruchte moord. Dochter van Carel Louis Mirande (1829-1895), winkelier, en Laurina Jacoba van den Broeke (1836-1874). Catharina Mirande bleef ongehuwd.

Catharina (Cato) Mirande was de jongste van een winkeliersgezin in Harlingen. Ze had twee broers en twee zussen – een jonger zusje overleed jong. De moeder, afkomstig uit Middelburg, stierf toen Cato vier jaar oud was. Het gezin leidde een teruggetrokken leven in hun woning op de Grote Bredeplaats 21.

Als zeventienjarige volgde Cato Mirande catechisatie bij dominee Johan Barger (1853-1900), die net was beroepen bij de Nederlands hervormde kerk in Harlingen. Er ontstond een vriendschap tussen haar en mevrouw Barger, die Cato twee dagen per week in dienst nam als naaister. In de pastorie aan de Noorderhaven (nr. 29) werd Cato kind aan huis, en zo kwam ze steeds meer in de nabijheid van de dominee zelf. Hij bemoeide zich met haar opvoeding en stelde zich op als een voogd. Tijdens lange gesprekken in zijn studeerkamer zou het meisje verliefd op hem zijn geworden, aldus Barger in een latere verklaring. ‘Ik ben nog zo jong en heb u lief’, bekende zij hem. In 1892 kreeg Cato aanzoeken van andere mannen, maar op aandringen van Barger wees ze die van de hand. Toen zijn vrouw op 24 november van dat jaar niet thuis was, wist hij Cato het bed in te krijgen.

Hierna behandelde de dominee Cato Mirande als zijn slavin. Hij bedreigde haar als hij zijn zin niet kreeg. Als stok achter de deur had hij een briefkaart voor haar familie klaar liggen waarin hij openheid van zaken zou geven. Tijdens een feestje bij de familie Mirande thuis, in januari 1894, barstte de bom. Voor een toneelstukje moest Cato zich omkleden, maar Barger verbood haar dit te doen in aanwezigheid van enkele heren. Toen dit toch gebeurde, verliet hij woedend het ‘huis van ontucht’ van de Mirandes. Cato biechtte haar verhouding met de dominee op aan haar vader, die haar verbood nog langer bij de Bargers op bezoek te gaan.

Na de breuk raakte de predikant in slechte doen en hij greep naar de fles. In Amsterdam bestelde hij twee wapens, die hij op 2 maart 1894 ophaalde en thuis in de kast legde. Gedachten aan zelfmoord maakten plaats voor moordplannen, neergeschreven in een dagboek dat later als bewijsmateriaal zou dienen. Op 6 maart 1894 stuurde de predikant zijn vrouw naar het huis van de Mirandes om Cato te halen voor een laatste onderhoud. Hij dronk zichzelf moed in en legde de geladen revolvers klaar. ‘Moet nu alles tussen ons uit zijn?’ vroeg hij Cato. Het meisje probeerde te ontsnappen maar Barger had de deuren vergrendeld. Van dichtbij schoot hij haar vijf kogels in het hoofd. Cato Mirande stierf vrijwel terstond. Na de moord gaf Barger zichzelf aan bij de politie.

Terwijl dominee Barger zijn levenslange straf uitzat in de Leeuwarder strafgevangenis, werd zijn daad bezongen in verschillende straatliederen. Een ervan was op de wijs van een populair Amerikaans variéténummer: ‘Tararaboemdiee/ de blikken dominee [: nepdominee],/ Die schoot met kruit en lood/ Zijn arme naaister dood’. Dit volksliedje staat gegrift in de collectieve herinnering en is vastgelegd in verschillende bundels met straatliedjes. De liedjesschrijvers kozen onomwonden de kant van de arme Cato, de ‘jonge maagd’ wier eer de dominee zo bruut had geschonden. Hun liederen raakten in de vergetelheid, maar onverwoestbaar was ‘Tararaboemdiee’, waarvan de tekst na verloop van tijd veranderde in een dikke dominee die zijn gat had verbrand aan de kachelrand. Simon Vuyk publiceerde in 2011 een thriller over de moordzaak.

Archivalia

  • Tresoar, Leeuwarden: Harlingen geboorteregister 1870, aktenr. 105, registratiedatum 26-3-1870, geboorte Cato Mirande.
  • Zeeuws Archief, Middelburg: Archief nr. 25, registratienr. MDB-H-1862, aktenr. 21, huwelijksakte vader en moeder 26-3-1862.

Literatuur

  • Leeuwarder courant, 25-5-1894.
  • Hans van Straten, ‘De dominee en zijn naaister’, in: Moordenaarswerk: een kroniek van 120 Nederlandse moordzaken (Amsterdam 1964) 51-54.
  • Lennart Nijgh, ‘De blikken dominee’, in: Moord en doodslag: twaalf beroemde Nederlandse moordzaken (Schoorl 1990) 48-57.
  • Ewoud Sanders, Tararaboemdiee & de blikken dominee. De geschiedenis van ons nationale straatlied (Amsterdam 1997) 32-42, 47.
  • Simon Vuyck, De blikken dominee of de moord aan de Noorderhaven te Harns (Leeuwarden 2011).

Illustratie

Portretfoto door onbekende fotograaf (Werkgroep Stadshistorie Harlingen).

 

Auteur: Maarten Hell

 

laatst gewijzigd: 24/02/2017

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.