© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Mommaal, Cornelia, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Mommaal [13/01/2014]
MOMMAAL, Cornelia (ged. Delft 10-4-1697 – begr. Delft 21-4-1780), volgelinge van Willem Deurhoff. Dochter van Johannes Mommaal (1653-1724), ‘brandewijnpeilder’, en Jacomijntje van der Burgh (1652-1726). Cornelia Mommaal trouwde op 7-5-1719 in Delft met Jan van der Wal (1694-1771), plateelschilder. Uit dit huwelijk werden 4 dochters en 2 zoons geboren.
Cornelia Mommaal groeide op in Delft als jongste van de tien kinderen – vijf jongens en vijf meisjes – van Johannes Mommaal en Jacomijntje van der Burgh. Cornelia’s vader was ‘gezworene peilder [: ijker] van de gebrande wijnen ende gedestilleerde wateren’ (dossier Mommaal). Dat hij niet onbemiddeld was blijkt uit het feit dat hij tweehonderd gulden – koop- dan wel waarborgsom – neertelde voor dit ambt, dat een redelijke kennis van wiskunde vereiste. Verder schreef hij vanaf 1714 het Delftse ‘herenboekje’, een jaarlijks verschijnend overzicht van iedereen die er iets toe deed in de stad. Wat voor onderwijs Cornelia kreeg, is onbekend, maar zij was later wel in staat te dichten.
Op 22 april 1719 ging Cornelia Mommaal, 22 jaar oud, in ondertrouw met Jan van der Wal, een Delftse plateelschilder. Op 7 mei werd hun huwelijk gesloten en tussen 1721 en 1737 kreeg het echtpaar vier dochters en twee zoons. Niet duidelijk is hoeveel er de volwassen leeftijd bereikten. Eind 1737 blijkt dat Cornelia Mommaal behoorde tot een kleine kring van Delftse deurhovisten, of althans tot een kring die naar de smaak van de kerkenraad een al te grote belangstelling toonde voor de geschriften van Willem Deurhoff (1650-1717). Deze stond bekend als een uiterst heterodox schrijver, die om die reden vaak voor spinozist werd uitgemaakt. Haar broer Johannes (1683-1778), timmerman van beroep, haar echtgenoot en haar zwager Michiel werden alledrie voor de Delftse kerkenraad geroepen om verantwoording van hun heterodoxe ideeën af te leggen. Broer Johannes en zwager Michiel zwichtten uiteindelijk voor de enorme druk van de kerkenraad en keerden terug naar de kerk. Alleen Cornelia’s echtgenoot weigerde toe te geven, zich beroepend op de door de Staten-Generaal verkondigde ‘vrijheid van conscientie’: zijn censuur door de kerk is voorzover bekend nooit opgeheven (Wielema, 37). Cornelia zelf is niet ter verantwoording geroepen.
Dat Cornelia Mommaal naar alle waarschijnlijkheid deelde in het gedachtegoed van haar man blijkt uit de ‘Troostende treur-klagt’ die zij schreef, toen in 1741 de Amsterdamse overheid dreigde de publicatie van een van Deurhoffs boeken te verbieden. De bezorger, Jan van der Velde(n), had het boek volgens haar geheel uit de mond van Deurhoff zelf opgeschreven (v. 29-30). Mogelijk waren deze Jan en Cornelia’s schoonmoeder, Maria van den Velden, familie van elkaar (Wielema, 29). In dat geval kan Jan van der Velden, ooit ‘boezemvriend’ van Deurhoff (Munnikhof, 34v), de schakel zijn geweest tussen de Amsterdamse en de Delftse deurhovisten. Dat zou ook kunnen verklaren waarom Munnikhof het ‘fraai gedicht dier Delftse dichteres’ in het Deurhoff-boek opnam. Voor zover bekend is de ‘Troostende treur-klagt’ het enige gedicht dat Mommaal ooit geschreven heeft. Ze noemt Deurhoffs boek een ‘heerlijk’ (v. 1) en ‘waardig boek’ (v. 71) en ontkent (v. 9) dat het ‘spinozistisch’ is. Ze neemt beslist geen afstand van Deurhoff, integendeel. Het is ‘een treffelijk werk,/ [...] vol geleerdheid, en met Godvrucht doorweven’ (v. 13-14). Het gedicht is een breed uitgemeten vergelijking tussen Deurhoff en de bijbelse Job.
Het is onbekend hoe het Cornelia Mommaal en Jan van der Wal na 1741 vergaan is. In 1776 trouwde Cornelia’s nichtje Maria van Schie, de kleindochter van haar broer, met de (later patriotse) schrijver Gerrit Paape. Cornelia Mommaal overleed kort na haar 83ste verjaardag en werd op 24 april 1780 begraven in de Oude Kerk in Delft, waar negen jaar eerder ook haar man begraven was.
Naslagwerken
Lauwerkrans.
Archivalia
- Gemeentearchief Delft: DTB, Dopen 12, 164r [Cornelia Mommaal]. DTB, Trouwen 81a en 138 [Mommaal en Van der Wal]. DTB, Begraven 51 [Jan van der Wal, d.d. 28-12-1771; Cornelia Mommaal, d.d. 21-4-1780].
- Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: dossier Mommaal (CBG; Rijn).
- URL: http://members.casema.nl [kwartierstaat familie Brinkman-van Balen] [laatst geraadpleegd november 2009].
Publicaties
C. Mommael, huisvrouw van Jan van der Wall, ‘Troostende treur-klagt over het beletten der drukking van de voortreffelyke uitlegging van het boek Jobs, door den wydberoemden en zaaligen heer Willem Deurhoff, en uitgegeeven door den zeer geleerden godvrugtigen heere, de heer Joan van de Velde’, in: Willem Deurhoff, Het voorbeeld van verdraagzaamheid onder de goddelyke bezoekingen, deel 2 (Amsterdam 1741) A2r-A4v [ex. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, sign. 2; volledige tekst in Lauwerkrans, 541-543].
Literatuur
- Johannes Munnikhof, ‘Na-reeden’ [handschrift d.d. 21-9-1755; meegebonden met:] Willem Deurhoff, Het voorbeeld van verdraagzaamheid onder de goddelyke bezoekingen, deel 2 (Amsterdam 1741) [ex. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, sign. 2].
- D. Mommaal, ‘Een Delftse “brandewijnpeylder” op de grens van de 17de en 18de eeuw’, Gens Nostra 20 (1965) 117-120.
- M.R. Wielema, ‘Tussen rede en rechtzinnigheid: het wankelmoedige deurhovisme van enkele Delftse gereformeerden (1738-1740)’, Holland 25 (1993) nr. 1, 24-44, aldaar 29-37, 41-42.
- Annelies de Jeu, ‘’t Spoor der dichteressen’. Netwerken en publicatiemogelijkheden van schrijvende vrouwen in de Republiek (1600-1750) (Hilversum 2000) 247-248.
Redactie
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 450
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.