© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Naas, Genoveva Johanna, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Naas [13/01/2014]
NAAS, Genoveva Johanna (ged. Breda 14-10-1797 – gest. Den Bosch 29-7-1868), schoolhoudster, schreef een lofdicht op de Nederlandse vrouw. Dochter van Antonius Adrianus Naas (ca. 1771-na 1842), boekhouder, en Jacoba Isabella Snels (ca. 1770-1801). Genoveva Johanna Naas trouwde op 2-3-1832 in Den Bosch met Leonardus Vermeer (1805-1875). Uit dit huwelijk werd ten minste 1 zoon geboren.
Genoveva Johanna Naas werd geboren als tweede dochter in een katholiek gezin met vier kinderen. Haar moeder overleed in 1801 enkele maanden na de geboorte van haar vierde kind. Enkele weken voor haar dood had ze een testament opgemaakt: Genoveva erfde een derde van haar vermogen. Omstreeks 1807 hertrouwde haar vader met Maria Theresia Dissel (ca. 1778-1842) uit Voorburg, waarna nog drie kinderen werden geboren. Het gezin verhuisde in 1816 naar Vlissingen, waar Johanna’s vader boekhouder werd bij het Loodswezen.
Genoveva Naas volgde een opleiding tot onderwijzeres en leidde omstreeks 1820 een meisjesschool in Vlissingen. Op 14 februari 1824 werd zij benoemd tot ‘schoolhouderesse’ van de Franse en Engelse school voor jonge juffrouwen in Vlissingen (Nieuwe bijdragen, 83, 769). De schoolcommissie oordeelde positief over haar omdat ‘haar onderwijs met oordeel naar de vatbaarheid harer leerlingen en klassikaal is ingericht’ (Visser, 90).
Als lezeres van Penélopé, het maandblad voor ‘het vrouwelijk geslacht’ onder redactie van Anna Barbara van Meerten-Schilperoort, reageerde Genoveva Naas in datzelfde jaar op een oproep om poëzie in te zenden. In 1826 publiceerde het blad haar gedicht ‘Bij het hooren eener satyre op Nederland en de Nederlandsche vrouwen’, een lofdicht op de Nederlandse vrouw. Op wiens ‘vreemde lastertaal’ zij reageerde, is onduidelijk. In haar lofdicht geeft Naas blijk van haar nationale trots, en ze doet dat als vrouw: ‘Mijn hart gevoelt geen wuft verlangen,/ Om vreemde wensen op te vangen,/ Neen, ik ben een Nederlandse vrouw!’ Vervolgens prijst zij de vrouwen uit het nationale verleden, zoals Jacoba van Beieren (‘Vermaard om schoon- en dapperheid’), Magdalena Moons (‘Die veldheer Baldes kon beminnen,/ Maar meer het lieve Vaderland’), Kenau (‘Dan wordt het deugd het zwaard te grijpen,/ De snoodaard in het hart te nijpen’), Maria van Reigersberch (‘Heeft huwelijkstrouw ooit meer geblonken’), Van Schuurman (‘bedreven,/ in al wat smaak en kunst kan geven’), Koerten (‘Wij kunnen uit haar arbeid leren/ Hoe groot haar kunde is geweest’) en enkele achttiende-eeuwse schrijfsters. Maar vooral prijst zij de Hollandse huisvrouw, die zo ‘zindelijk, vlijtig en trouw’ is, en iedere ochtend klaar staat voor haar kroost, terwijl bij onze naburen de morgen vaak ‘versluimerd’ wordt. Met dit korte lofdicht trad Naas in het voetspoor van dichters als Hajo Spandaw (Jensen, 114). Van haar zijn verder geen publicaties bekend.In 1829 verhuisde Genoveva Johanna Naas naar Den Bosch omdat ze daar een betere baan kreeg aangeboden. In 1832 trouwde zij er met Leonardus Vermeer. Op 19 december 1833 werd haar zoon Antonius Leonardus Laurentius geboren. Zij overleed in Den Bosch op 29 juli 1868, 71 jaar oud.
Archivalia
- Brabants Historisch Informatiecentrum, Den Bosch: toegang 50.083 (BS), inv. nr. 3933 [huwelijk Vermeer en Naas]; aktenr. 405 en 399 [overlijden resp. Naas en Vermeer].
- Stadsarchief Breda: DTB, Dopen [kinderen N(M)aas en Snels]. Notariële archieven 1800-1810, inv. nr. N 1237, 38 en N 1243, 107 [betr. testament Jacoba Isabella Snels].
- Zeeuws Archief: op familienaam Naas en Dissel.
Publicatie
‘Bij het hooren eener satyre op Nederland en de Nederlandsche vrouwen’, Penélopé 4 (1826) 276-280.
Literatuur
- Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding, voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen in het koningrijk der Nederlanden (Leiden 1824) 83, 769.
- Tine Visser, Vernieuwing van het lager onderwijs in Zeeland in de eerste helft van de negentiende eeuw (Utrecht 1995) 90-91.
- Lotte Jensen, ‘Bij uitsluiting voor de vrouwelijke sekse geschikt’. Vrouwentijdschriften en journalistes in Nederland in de achttiende en negentiende eeuw (Hilversum 2001) 109, 114, 115, 132, 247.
Redactie
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 657
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.