Nimwegen, Mariken van (ca. 1515-)

 
English | Nederlands

NIMWEGEN, Mariken van, ook bekend als Mariken van Nieumeghen, fictieve heldin van mirakeltekst uit Antwerpen (ca. 1515).

Omstreeks 1515 schreef een Antwerpse rederijker een mirakeltekst over een soort ‘anti-Maria’. Dit Marikenverhaal is de raamvertelling voor een van de populairste religieuze wagenspelen van die tijd: de Masscheroen, een spel dat toen al ruim een eeuw bestond. Mariken, aldus het verhaal, is een wees die als huishoudster dient bij haar heeroom, een priester. Nadat zij op de markt in Nijmegen inkopen voor hem heeft gedaan, vraagt ze onderdak bij een tante, maar deze weigert omdat Mariken oneerbare betrekkingen met deze heeroom zou onderhouden. Boos en teleurgesteld roept Mariken dat de duivel haar mag halen, en dan verschijnt de duivel, in de gestalte van de verleider Moenen. Deze neemt haar mee naar Antwerpen, waar zij zeven jaar met hem samenwoont in een herberg. Moenen spreekt haar aan met de beginletter van haar naam (‘Emmeken’) omdat hij de naam Maria niet over zijn lippen kan krijgen, en Emmeken mag al die tijd geen kruisje slaan. Ze komt tot inkeer na het zien van het wagenspel Masscheroen, waarin Maria als moeder Gods haar zoon laat verklaren dat er vergeving is voor alle berouwvolle zondaars, behalve voor de duivel zelf. Emmeken toont inderdaad berouw, maar Moenen neemt haar daarop mee in een duivelse vlucht boven de stad en laat haar van grote hoogte vallen op het marktplein waar het spel wordt opgevoerd. Onder de toehoorders is Marikens heeroom, die haar eerst naar Keulen en dan naar Rome brengt om verlossing van haar zonden te vragen. De paus draagt haar als boetedoening op drie ijzeren boeien te dragen tot deze versleten zijn of vanzelf afvallen en haar verdere leven in een streng besloten nonnenklooster in Maastricht door te brengen. Twee jaar nadat de boeien door toedoen van de aartsengel Gabriël zijn afgevallen, overlijdt Mariken daar. De boeien sieren haar graf.

Het klooster waar Mariken zich na haar avonturen terugtrekt, wordt in het verhaal met naam en toenaam genoemd: het Wittevrouwenklooster in Maastricht. In het huidige Theater aan het Vrijthof zijn nog sporen van dit in 1804 gesloopte convent te zien. Het graf met de drie boeien zou echt hebben bestaan. In 1515 was het nog te bezichtigen, maar rond 1648 zou het zijn verdwenen onder een wijwatervat bij een trapopgang naar het nonnenkoor en waren de ijzeren boeien naar verluidt omgesmeed tot een traliehek (Wolthuis, 34, 39, 43). Van een echte bedevaartcultus is niets bekend, maar de gedrukte Antwerpse uitgave in 1515 van het Marikenverhaal was wellicht bedoeld om Marikenbedevaarten te propageren. Het Marikenverhaal is in verschillende Europese talen vertaald. Al in 1518 verscheen de eerste Engelse editie in Antwerpen. Een Italiaanse bewerking diende in 1821 als bron voor een Arabische vertaling (Teule).

Mariken werd in het interbellum een icoon van de ‘Grootnederlandse beweging’. Een lyrische bewerking uit 1928 door Martien Beversluis werd in 1935 als poppenspel opgevoerd door het Dietsch Studenten Verbond. Hella Haasse speelde Mariken in 1943 in een tekstgetrouwe opvoering in Utrecht (Hogenelst en Van Oostrom, 282). In respectievelijk 1941 en 1968 publiceerden Pierre Smit en Hugo Claus moderne bewerkingen onder de titel Masscheroen. Toen het Nederlandse middelbare literatuuronderwijs meer aandacht voor Middelnederlandse letterkunde kreeg, werd het Marikenverhaal onderdeel van de ‘literaire canon’ – zij het gekuist. Zo verzwijgt een veelgebruikt leerboek voor openbare middelbare scholen uit 1969 dat Marikens oom een priester was (ed. Brandsma en Zaalberg, 59-60). De beschuldiging van Marikens tante weerspiegelt de historische werkelijkheid: Bijsterveld stelde vast dat omstreeks 1500 de helft van alle wereldlijke priesters in Brabant in concubinaat leefde.

Van het verhaal van Mariken van Nimwegen zijn tientallen bewerkingen bekend, soms zeer vrije (Van Gestel 1997). Het is tweemaal verfilmd: door Jos Stelling (1974) en door André van Duren (2000, naar Van Gestels kinderboek). In Antwerpen en Maastricht herinnert nog weinig aan Mariken, maar in Nijmegen des te meer. Daar zijn standbeelden opgericht voor Mariken (1956) en Moenen (1986) en een straat, een studentenvereniging, een studentendispuut en een langeafstandsloop (de ‘Marikenloop’) naar haar genoemd. Zelfs een trein voor het streekvervoer draagt haar naam.

Naslagwerken

Nijmeegse biografieën.

Literatuur

  • Die waerachtige ende seer wonderlycke historie van Mariken van Nieumeghen die meer dan seven jaren met den duvel woonde ende verkeerde (Antwerpen 1515; facsimile-herdruk: Den Haag 1904, edities (D. Coigneau): Den Haag 1982 en Hilversum 1996).
  • G.W. Wolthuis, Duivelskunsten en sprookjesgestalten. Studiën over literatuur en folklore (Amsterdam 1952).
  • L. Leopold, Nederlandse schrijvers en schrijfsters deel 1, W.L. Brandsma en C.A. Zaalberg ed. (Groningen 1969).
  • D. Coigneau, ‘Mariken van Nieumeghen: fasen en lagen’, in: M. Demoor red., De kracht van het woord. 100 jaar Germaanse filologie aan de RUG (Gent 1991) 29-47.
  • A.J.A. Bijsterveld, Laverend tussen Kerk en wereld. De pastoors in Noord-Brabant 1400-1570 (Amsterdam 1993).
  • M. van Bavel, ‘Exemplarisch werken met oude teksten: “Mariken van Nieumeghen” als cultuur-historisch knooppunt van teksten, mentaliteiten, thema's, geschiedenis, kunst en cultuur in een Europese context’, in: P.M. Nieuwenhuisen red., Verslag van de zevende conferentie het schoolvak Nederlands in het secundair/voortgezet onderwijs (Groningen 1994) 10-17.
  • D. Hogenelst en F. van Oostrom, Handgeschreven wereld. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen (Amsterdam 1995).
  • P. van Gestel, Mariken (Amsterdam 1997).
  • H. Pleij, Het gevleugelde woord. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1400-1560 (Amsterdam 2007).
  • H.G.B. Teule, ‘The Middle Dutch miracle play Mariken van Nimwegen and a 19th century Arabic collection of miracles of Mary’, in: H. Blommenstein en C. Caspers red., Seeing the seeker. Explorations in the discipline of spirituality (Leuven 2008) 355-363.

Illustratie

Mariken neemt afscheid van haar heeroom Ghijsbrecht. Titelpagina van de eerste Antwerpse druk van Die waerachtige ende seer wonderlycke historie van Mariken van Nieumeghen uit 1515.

Auteur: Kees Kuiken

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 61

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.