© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Redactie, Palthe, Guillemette Joanette, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Palthe [29/05/2017]
PALTHE, Guillemette Joannette (geb. Oldenzaal 21-10-1863 – gest. Oldenzaal 26-3-1928), verzamelaarster, laatste bewoonster van het Palthehuis, weldoenster. Dochter van Carel Hendrik Bernhard Palthe (1820-1897), predikant, en Amélie Marie Emerence Michgorius (1832-1868). Gulia Palthe bleef ongehuwd.
Guillemette (Gulia) Palthe groeide op in een welvarend domineesgezin in Oldenzaal, samen met haar één jaar oudere zus Carolina Bernhardina. Haar vader was afkomstig uit een invloedrijke familie die veel predikanten en burgemeesters had voortgebracht. Ook Gulia’s vader was predikant, maar hij had geen eigen gemeente. De meeste tijd bracht hij door met het beheren van zijn eigendommen: behalve het zeventiende-eeuwse patriciërshuis aan de Marktstraat waar het gezin woonde, bezat hij veel grond rond Oldenzaal, bij Denekamp en in De Lutte, en voorname huizen in Oldenzaal, de borg Beuningen en de havezate Het Everlo. Ook de familie van moeders kant behoorde tot de welvarendste van Twente.
Gulia had geen onbekommerde jeugd. Toen ze vier jaar oud was, overleed haar moeder en hertrouwde haar vader met de zus van zijn overleden echtgenote: Maria Emerencia Michgorius (1839-1915), die voor de twee meisjes zorgde. Op haar vijftiende begon Gulia een dagboek, nu nog aanwezig in Museum het Palthehuis. Daaruit blijkt dat ze een nogal teruggetrokken jeugd had. Ze had vanaf haar negende een zeer been en kwam op haar vijftiende terecht in een rolstoel. Enkele jaren lang werd ze in dat wagentje rondgereden. Ze zat veel binnen bij haar grootmoeder in het Michgoriushuis. De zomers bracht Gulia vaak door in het Spijker in Nieuwleusen, een buitenverblijf van de familie, waar ook de omringende landerijen en boerderijen deel van uitmaakten (het tegenwoordige Palthebos).
Landsvrouwe
Gulia Palthe bekwaamde zich in de moderne fotografie; veel glasnegatieven zijn bewaard gebleven. Zij liet een stempel maken met haar naam en de toevoeging ‘amateuse-fotografe’. Buiten haar familie had ze weinig contact met anderen – vanwege het familiegeld was een betaalde baan niet nodig. Ruzie met haar eveneens ongehuwde zus Carolina, die na hun vaders dood (1897) naar een buurhuis aan de Grote Markt in Oldenzaal was verhuisd, versterkte de eenzaamheid van Gulia Palthe. Toen ook hun stiefmoeder in 1915 overleed, liet Carolina een dubbele schutting in de tuin plaatsen om haar niet te hoeven zien. Op het buitenverblijf in Nieuwleusen had ze meer contacten, onder andere met gravin Van Dedem op huis Rollecate. Gulia Palthe beheerde er de landerijen en ondertekende haar brieven trots met ‘landsvrouwe van Nieuwleusen’.
Gulia Palthe was een verwoed verzamelaarster. Ze leefde zuinig en bewaarde alle familiebezittingen van generaties her in haar huis. Familieleden herinnerden zich de volgestouwde kamers, waar kostbaar antiek moeiteloos samenging met goedkope souvenirs en prullaria. Ondanks haar zuinigheid liet ze ook anderen delen in haar bezittingen. Zo gaf Gulia Palthe het Michgoriushuis in bruikleen aan de Oudheidkamer van Oldenzaal, die daar op 14 mei 1916 haar museum opende. Ze ontving belangstellenden in haar eigen woning, het Palthehuis, en schonk authentiek materiaal aan de Oudheidkamer, aan museum De Waag in Deventer en aan het Stedelijk Museum in Zwolle. Toen haar zus Carolina in 1923 overleed, erfde Gulia als enige erfgename al haar bezittingen: goederen van de families Palthe en Michgorius.
Museumwoning
In de winter van 1927 moest Gulia Palthe opgenomen worden in het ziekenhuis Heil der Kranken in Oldenzaal. Daar overleed ze op 26 maart 1928. Ze liet een tot in detail uitgeschreven testament na. Boeren die tot dan toe van haar gepacht, ontvingen hun boerderij in eigendom. De Oudheidkamer van Oldenzaal kreeg het Palthehuis, met als voorwaarde dat het Michgoriushuis nu als kinderbewaarplaats zou worden ingericht. Musea en particulieren ontvingen diverse stukken uit haar boedel en de hervormde kerk in Oldenzaal was universeel erfgenaam van de overige bezittingen in De Lutte.
Het Palthehuis is tot op heden in oude stijl behouden en geldt dankzij de verzamelwoede van Gulia Palthe als een uniek Twents patriciërsmonument.
Naslagwerken
Overijsselse biografieën.
Literatuur
- T.G. de Kempenaer-Van Wulfften Palthe, Het Palthe-huis aan de Marktstraat te Oldenzaal (Joppe 1963).
- H. Besselaar, ‘Patriciërshuizen in Oldenzaal’, NRC Handelsblad, 19-2-1972.
- ‘De Palthe’s, een weldadige familie’, in: 20 Vensters op de geschiedenis van Nieuwleusen (Historische Vereniging “Ni’jluusn van vrogger” 2010) 32-35.
- Website Canon van Overijssel [URL: http://www.regiocanons.nl/overijssel/twente/oldenzaal/het-palthe-huis; geraadpleegd 1-6-2016].
Auteur: redactie (dit lemma is gebaseerd op de door Gees Bartels-Martens geschreven biografie in Overijsselse Biografieën).
laatst gewijzigd: 29/05/2017
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.