Petersheim, Margaretha van (?-1347)

 
English | Nederlands

PETERSHEIM, Margaretha van (gest. tussen 26-10-1347 en 6-6-1345), abdis van Thorn. Dochter van Willem heer van Petersheim (gest. 1326).

Margaretha van Petershe(i)m werd geboren als dochter van Willem van Petersheim  het jaar van haar geboorte en de naam van haar moeder zijn onbekend. Haar broer, Johan van Petersheim, wordt tussen 1300 en 1345 in oorkonden genoemd als heer van Stevensweert. In 1304 werd Margaretha door het kapittel gekozen tot abdis van Thorn  van oorsprong een benedictinessenklooster. Zij werd hiermee de opvolgster van haar moei (tante) Guda van Rennenberg (1273-1304). Om gekozen te kunnen worden moest de toekomstige abdis behoren tot een familia illustris’ én kapittelvrouw van Thorn zijn: Margaretha voldeed kennelijk aan beide voorwaarden. De rijksabdij van Thorn was een zelfstandig vorstendom binnen het Heilige Roomse Rijk, met eigen rechtspraak en wetgeving. De abdis legde bij haar inhuldiging de gelofte van kuisheid af, de overige kapittelvrouwen waren hier niet toe verplicht.

Het doen en laten van Margaretha van Petersheim als abdis is te vinden in de talrijke oorkonden die betrekking hebben op de abdij van Thorn. Zo klaagde zij in maart 1310 bij de bisschop van Luik over het feit dat drie van de vier kanunniken van het kapittel van Thorn niet resideerden  ze waren dus afwezig. In mei van datzelfde jaar stichtte zij het kapittel van Sint-Geertruidenberg en in juni vroeg ze paus Clemens V toestemming om de zwarte bovenkleding van de kapittelvrouwen te mogen vervangen door een andere kleur, om te voorkomen dat ze voor reguliere kloosterlingen werden aangezien. In februari 1316 verhief zij de kerken van Ginneken, Princenhage, Etten en Bavel tot onafhankelijke parochies. In 1329 stichtte zij een vijfde kanunnikprebende in de collegiale kerk van Thorn.

Vanaf 1314 raakte Margaretha van Petersheim verwikkeld in een langdurige vete met Gerard heer van Horne en diens zaakgelastigde Godfried Slaterbeeck. De ondervoogd van Thorn bezat van oudsher bepaalde voorrechten in het gebied van de abdij, maar in 1282 hadden de toenmalige heer van Horne en zijn oudste zoon deze aan de abdij verkocht. Na hun overlijden probeerde de tweede zoon, Gerard, met geweld de verkochte rechten weer in bezit te krijgen. Onmiddellijke excommunicatie volgde, maar de heer van Horne en Godfried Slaterbeeck bleven zich aan gewelddaden te buiten gaan. In 1316 wendde Margaretha van Petersheim zich tot paus Johannes XXII om hulp. Pas op 30 juli 1320 werd er een ‘Akte van vergelijk en van verzoening wegens roof en manslag opgesteld tussen Margaretha van Pietersheim en de heer van Horne. Gerard van Horne beloofde voldoening voor de moord op een kanunnik en de verminking van een knaap bij het hof van de abdis. Verder moest hij alle onrechtmatig verkregen boeten en gebieden teruggeven aan de abdij.

Gedurende de laatste jaren van het bestuur van Margaretha van Petersheim was er sprake van misstanden, zoals ongeletterde kanunniken, te jonge stiftsdames en jonkvrouwen die de abdis niet gehoorzaamden, gekrulde haren droegen en buitensporig gekleed waren, verval van kerk en kloostergebouwen en verkoop van eigendommen van de abdij zonder toestemming van abdis en kapittel. De bisschop van Luik stuurde daarom in 1336 enkele kanunniken naar Thorn om orde op zaken te stellen.

Margaretha van Petersheim stierf na 26 oktober 1337 (laatste oorkonde als abdis waarin zij een altaar sticht). Op 6 juni 1345 stichtte Johan van Petersheim een maandelijkse  begenkenis (herdenkingsmis), ter nagedachtenis aan wijlen zijn zuster Margaretha van Pytersheym.

Naslagwerken

NNBW.

Literatuur

  • M.J. Wolters, Notice historique sur lancien chapitre impérial de chanoinnesses à Thorn (Gent 1850) 18, 19, 73, 111-112.
  • J. Habets, De archieven van het kapittel der hoogadellijke rijksabdij Thorn, deel 1 (Den Haag 1889).
  • H.J. Allard, De stichting van het kapittel te Geertruidenberg, Taxandria 1 (1894) 15-18, 31-32, 38-43.

Auteur: Astrid de Beer

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.