© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Kees Kuiken, Poelstra, Jantje, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Poelstra [30/12/2015]
POELSTRA, Jantje (geb. Oosterwolde 9-4-1952 – gest. De Krim, Overijssel 28-3-2008), vrouwenhistorica. Dochter van Pieter Poelstra (1919-1988), buschauffeur, en Jantje Mulder (1921). Jannie Poelstra trouwde (1) op 11-8-1977 in Groningen met Riewing Pilon (1951), historicus en pianist; (2) na echtscheiding (4-2-1981) op 5-3-1991 in Amsterdam met Cornelis Oosterbaan (1944). Beide huwelijken bleven kinderloos.
Jannie Poelstra groeide op als oudste van drie kinderen. Na de mulo en de havo haalde ze haar mo-akte geschiedenis. Daarna ging ze geschiedenis studeren in Groningen, waar ze in 1974 mede-oprichtster was van een werkgroep vrouwengeschiedenis. In 1977 publiceerde ze haar eerste wetenschappelijke artikel, over vrouwenarbeid in de Groninger veenkoloniën in de late negentiende eeuw. In hetzelfde jaar trouwde ze met haar studiegenoot Riewing Pilon, die kort daarna aan een conservatoriumopleiding piano begon. Het huwelijk hield ruim drie jaar stand. In 1979 was ze een van de oprichtsters van het Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis, dat in 1980 voor het eerst uitkwam.
Jannie Poelstra studeerde in 1981 af op een scriptie over dienstbodes in de tweede helft van de negentiende eeuw, die verscheen in het mede door haarzelf opgerichte Tijdschrift voor Vrouwenstudies. In de geest van haar tijd combineerde ze hierin feministische en socialistische perspectieven. Met studiegenote Barbara Henkes interviewde ze in hetzelfde jaar een groep oud-dienstbodes. Hierna maakten ze een werkverdeling: Henkes richtte zich op dienstbodes in de twintigste eeuw, Poelstra op die van vóór 1920. In 1982 werd ze wetenschappelijk medewerkster ‘vrouwengeschiedenis’ aan de Universiteit van Amsterdam en in 1996 promoveerde ze er op Luiden van een andere beweging. Huishoudelijke arbeid in Nederland, 1840-1920: een studie waarin ze onder meer de klassenstrijd tussen dienstbodes en hun ‘mevrouwen’ analyseerde.
Jannie Poelstra was onder meer redacteur van het Tijdschrift voor Vrouwenstudies en het Jaarboek voor Vrouwengeschiedenis, en bestuurslid van het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (na 2012: Atria). In 1990 redigeerde ze Geachte promovenda, een publicatie over de 751 vrouwen (10 % van het aantal gepromoveerden) die tussen 1890 en 1990 aan de Universiteit van Amsterdam waren gepromoveerd. Het onderzoek was gebaseerd op de promotieboeken van de universiteit en een aanvullende enquête. Poelstra hertrouwde in 1991 met Cees Oosterbaan, met wie ze in Haarlem ging wonen. De ervaringen van haar man en diens familie in een Rijksevacuatiekamp tijdens de Duitse bezetting leverden stof voor een studie naar deze vergeten groep. Bij gebrek aan archivalia nam ze haar toevlucht tot de haar vertrouwde methode van ‘oral history’. Ze schreef in 1998 een boek over negentiende-eeuwse vrouwen in haar woonplaats Haarlem en in 1999 over de straat waarin ze woonde. Dit onderzoek bracht haar in contact met de archivaris Gerda Kurtz, van wie ze in 2000 een korte biografie schreef. In hetzelfde jaar schreef ze een groepsportret van de eerste vrouwelijke leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde.
Na 2000 was Jannie Poelstra door gezondheidsproblemen gedwongen haar onderwijs en onderzoek te staken. In 2003 kreeg ze eervol ontslag. Met haar man kocht ze een boerderij met een moestuin in de veenkolonie De Krim in Overijssel. Ze hoopte daar haar studie naar de evacuatiekampen te kunnen voltooien, maar in 2006 werd kanker bij haar vastgesteld. Jannie Poelstra overleed op 28 maart 2008 thuis, vlak voor haar 56-ste verjaardag. Ze is gecremeerd in Emmen.
In de ‘Levensberichten’ van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (2008-2009) herdacht Mineke Bosch Jannie Poelstra als ‘een van de pioniers van vrouwengeschiedenis in Nederland’, voor wie klasse en sekse onlosmakelijk met elkaar verweven waren. Als rode draad in Poelstra’s werk zag Bosch het motto van de ‘tweede feministische golf’: het persoonlijke is politiek. Zowel haar eigen familieachtergrond (haar moeder en grootmoeder hadden beiden als dienstmeisje gewerkt) als die van haar man leverden haar de stof voor haar historische reflecties.
Naslagwerken
Levensberichten.
Archivalia
- Atria, Amsterdam: archief Jannie Poelstra, 1981-2008.
- Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag: collectie persoonskaarten en persoonslijsten.
Publicaties
Overzicht in het ‘Levensbericht’ door Mineke Bosch in Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden (2008-2009) 125-126.
Literatuur
- ‘We waren daar het kampschorem’, De Stentor (27-2-2008).
- Marjolein ’t Hart, ‘In memoriam’, Historica (juni 2008).
Illustratie
Jannie Poelstra, door Yvonne Scherf, 1982 (particuliere collectie).
Auteur: Kees Kuiken
laatst gewijzigd: 30/12/2015
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.