© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Astrid de Beer, Randenraedt, Joanna Baptista van, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Randenraedt [13/01/2014]
RANDENRAEDT, Joanna Baptista van (ged. Brussel 19-10-1610 – gest. Roermond 26-7-1684), klopzuster en schrijfster van ‘gewetensrekeningen’. Dochter van Cornelis van Randenraedt (gest. 1643), jurist, en Levina van der Meeren (gest. 1647). Joanna van Randenraedt bleef ongehuwd.
Joanna werd op 19 oktober 1610 in de Sint Goedele te Brussel gedoopt als telg uit de aanzienlijke Limburgse familie Van Randenraedt. Zij had een oudere broer, Willem Hendrik (1608-1662). Toen haar vader in 1614 werd benoemd tot raadsheer aan het Gelderse Hof, verhuisde het gezin naar Roermond, de stad waar dit rechtscollege voor het Overkwartier sinds 1580 zetelde. Daar woonde Joanna tot haar veertiende, toen ze naar de Zuidelijke Nederlanden gestuurd werd om goede omgangsvormen en de Franse taal te leren. In haar jeugd had Joanna visioenen van Maria (Lauwerkrans, 219). Zij overwoog een kloosterleven, maar haar ouders gaven geen toestemming. Aan een huwelijk wilde Joanna echter niet denken: aardse liefde met haar ‘wondere praktijken ende zottigheden’ interesseerden haar niet, hoewel ze blijkens haar overgeleverde handschriften een keer bijna gezwicht was voor de charmes van een man. Joanna raakte ervan overtuigd dat het Gods wil was dat zij een religieus leven buiten het klooster zou leiden. Zij stelde zich daarom onder de hoede van de jezuïeten en op 17 september 1630 deed zij officieel haar intrede in de kloppenstaat. De klop Agnes van Heilsbach werd haar geestelijk moeder en maakte haar vertrouwd met het levensritme van een geestelijke maagd.
Kloppenstaat
Na haar intrede in de kloppenstaat bleef Joanna in het ouderlijk huis wonen, waar zij zich in haar eigen kamer kon terugtrekken voor gebed en meditatie of om te schrijven. Toen haar ouders tijdens de bezetting door Staatse troepen (1632-1637) Roermond waren ontvlucht, woonde Joanna tijdelijk in bij haar oom Willem van Randenraedt, kanunnik van het bisdom Roermond. Later woonde zij weer in het ouderlijk huis, waar broer Willem Hendrik, schout van Roermond, na de dood van de vader in 1643 met zijn gezin introk. Joanna probeerde in deze periode diens kinderen op te voeden omdat hun eigen ouders daartoe niet in staat bleken – de moeder was zwak, de vader dronk. Na de dood van haar schoonzus nam zij de zorg voor het huishouden van haar broer helemaal op zich. Bij zijn overlijden in 1662 erfde zij een failliete boedel. In 1665 ging Joanna’s huis in vlammen op bij een grote stadsbrand, waarop zij naar Mönchengladbach vertrok. Van 1669 tot circa 1673 woonde zij samen met haar nicht Maria Catharina van Randenraedt (1641-na 1702) in het klooster Godsweerd te Roermond. In 1673 woonde Joanna zelfstandig in een huisje van de jezuïeten, eveneens te Roermond.
Al tijdens haar leven werd Joanna van Randenraedt vereerd als een heilige. Haar profetieën en visioenen vonden in het door oorlogen geteisterde Roermond een vruchtbare voedingsbodem. Zo verzekerde zij de inwoners in 1672, toen de Franse troepen de stad naderden, dat zij niets te vrezen hadden omdat de stad beschermd werd door de Moeder Gods. In 1683 gaf zij leiding aan processies om bij Onze Lieve Vrouwe in ’t Zand de bevrijding van Wenen af te smeken, dat op dat moment werd belegerd door de Turken. Driemaal daags bad de bevolking van Roermond onder leiding van Joanna voor de bevrijding van Wenen. Haar reputatie als heilige nam toe toen zij op haar sterfbed door handoplegging de ernstig zieke dochter van de kanselier van het Gelderse hof genas (Monteiro, 225). Joanna van Randenraedt stierf op 26 juli 1684 en werd begraven voor het hoogaltaar in de jezuïetenkerk in Roermond.
De schriftelijke nalatenschap van Joanna van Randerraedt bestaat uit meer dan drieduizend pagina’s met correspondentie, religieuze oefeningen, twee spirituele autobiografieën (Les amours de Joanna Baptista) en ‘gewetensrekeningen’ – een soort zelfanalyses die klopjes schreven in opdracht van hun biechtvader. In circa 1635 was Joanna in opdracht van haar biechtvader begonnen met het afschrijven van de gewetensrekeningen van Agnes van Heilsbach, en ook schreef zij haar eigen zelfonderzoeken. Alleen van Agnes van Heilsbach en Joanna van Randenraedt zijn gewetensrekeningen overgeleverd (Monteiro, 205). Het tweede deel van Joanna’s autobiografie, Les amours de Joanna Baptista, is gebaseerd op deze gewetensrekeningen. Het eerste deel, waarschijnlijk rond 1640 geschreven, beschrijft haar leven tot eind 1636.
Reputatie
De stichtelijke boodschap van de handschriften en haar reputatie als heilige verklaren waarom Joanna’s geschriften al tijdens haar leven verspreid raakten en zodoende bewaard zijn gebleven. Al vijf jaar na haar dood werd haar levensverhaal opgetekend door Daniël Huysmans in Kort begryp des levens ende der deugden van de weerdighe Joanna van Randenraedt geestelijcke dochter onder de bestieringhe der Societeyt Iesu (1690). Geïnspireerd door de vita van Joanna zouden vele vrouwen een religieus bestaan buiten het klooster verkozen hebben. In 1777 werd haar stoffelijk overschot bijgezet in het familiegraf van de Roermondse raadsheer Rutger Jozef van Dunghen in het Mariakoor van de kathedrale kerk. Ruim een eeuw later, op 7 maart 1884, werd haar graf voorzien van een monumentale epitaaf waarop zij in gebed afgebeeld staat. In 1857 werd haar vita opnieuw uitgegeven. Joanna en Agnes werden in het begin van de twintigste eeuw vereeuwigd op gebrandschilderde ramen van de kapel in ’t Zand. Het grafmonument van Joanna van Randenraedt trekt ook tegenwoordig nog veel bezoekers naar de Sint Christoffelkathedraal in Roermond.
Naslagwerken
Biographie Nationale; Lauwerkrans; NNBW.
Archivalia
Gemeentearchief Roermond: Handschriftencollectie, handschriften J.B. van Randenraedt.
Literatuur
- Daniël Huysmans, Kort begryp des levens ende der deugden van de weerdighe Joanna van Randenraedt geestelijcke dochter onder de bestieringhe der Societeyt Iesu (Antwerpen 1690).
- H. van Krugten, Het mirakuleus beeld van Onze Lieve Vrouw in ’t Zand te Roermond en de waardige Joanna van Randenraedt (Roermond 1875).
- J.J.F. Brouwer, De laatste levensdagen en de grafstede van de waardige dienaresse Gods Joanna Baptista van Randenraeth (Roermond 1884).
- H. Mossmans, ‘Uit het leven van de waardige Joanna van Randeraedt’, De Maasgouw 6 (1926) 37-40.
- H. Mossmans, ‘Een Limburgse magistraatsfamilie (Bijdrage over de Randenraedts)’, Publications de la Société Historique et Archéologique dans le Limbourg 66 (1930) 69-96.
- Edmond Jansen, Inventaris der handschriften van de eerbiedwaardige Joanna van Randenraedt, geb. te Brussel 18 October 1610, overl. te Roermond 26 juli 1684 (Roermond 1937).
- Marit Monteiro, Geestelijke maagden. Leven tussen klooster en wereld in Noord-Nederland gedurende de zeventiende eeuw (Hilversum 1996) [vooral 376-371: Overzicht van de handschriften van Joanna van Randenraedt].
Illustratie
Portet door A. le Poutre, ongedateerd. Uit: Lauwerkrans.
Auteur: Astrid de Beer
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 249
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.