© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Marielle Scherer, Mastenbroek, Hendrika Wilhelmina, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Rie_Mastenbroek [20/08/2020]
MASTENBROEK, Hendrika Wilhelmina (geb. Rotterdam 26-2-1919 – gest. Rotterdam 6-11-2003), zwemster. Dochter van Wilhelmina Hendrika Mastenbroek (1900-1987), werkster. Rie Mastenbroek trouwde (1) op 5-4-1939 in Rotterdam met Cornelis Kuijpers (1917-2000), radio-telegrafist; (2) op 17-11-1975 in Rozenburg (Zuid-Holland) met Waltherus de Wit (1910-2000). Uit huwelijk (1), dat in 1946 eindigde in een echtscheiding, werden 1 zoon en 1 dochter geboren; uit (2) werd 1 voorhuwelijkse zoon geboren.
Hendrika Wilhelmina (Rie) Mastenbroek werd op 26 februari 1919 geboren aan de Meent in Rotterdam. Haar ouders waren ongehuwd en de naam van haar vader is nooit officieel geregistreerd. Haar moeder verdiende de kost onder andere als werkster van het Erasmiaans Gymnasium. Een deel van haar jeugd woonde Rie met haar moeder aan de Botersloot in Rotterdam, waar haar grootouders een café runden. Haar vader kwam af en toe op bezoek. Pas in 1940 gingen haar ouders samenwonen.
Rie Mastenbroek leerde op jonge leeftijd zwemmen in ‘het luizenbad’ aan de Singel, later zwom zij in het zwembad aan de Tuinderstraat. Op elfjarige leeftijd ging zij op advies van twee trainsters van de Onderlinge Dames Zwemclub (ODZ) wedstrijdzwemmen. Een van de trainsters was Marie Braun-Voorwinde, beter bekend als Ma Braun, die van 1912 tot 1931 leiding gaf aan de gemeentelijke zweminrichting van Rotterdam en tot 1948 bondstrainer was bij de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB). Onder het strenge regime van Ma Braun en op een dieet van paardenbiefstuk en bruine bonen met spek ontwikkelde Rie zich tot een van Nederlands meest succesvolle zwemsters.
Olympische Spelen van 1936
Op vijftienjarige leeftijd brak Rie Mastenbroek internationaal door toen zij in het Duitse Maagdenburg tijdens de Europese kampioenschappen van 1934 drie gouden medailles won (400 meter vrije slag, 100 meter rugslag en 4x100 meter vrije slag in de estafetteploeg) en één zilveren medaille (100 meter vrije slag). Twee jaar later – tijdens de Olympische Spelen in Berlijn – won zij opnieuw driemaal goud (100 meter vrije slag, 400 meter vrije slag en 4x100 meter vrije slag in de estafetteploeg) en éénmaal zilver (100 meter rugslag). Bij laatstgenoemd nummer ging de gouden plak naar landgenote Nida Senff. Later verklaarde Rie Mastenbroek dat zij Senff de eer had gegund omdat zij onvoldoende gemotiveerd was geweest. Voor het goud op de 400 meter vrije slag had dat anders gelegen: de Deense Ragnhild Hveger, die een doos chocola had gekregen van haar fans, had bij het tracteren Rie als haar meest directe concurrente bewust overgeslagen. Tijdens de laatste vijftig meter van de wedstrijd zwom Rie Mastenbroek haar voorbij met de gedachte ‘en nu krijg je je bonbonnetje terug’ (Volkskrant, 25-11-2010).
Rie Mastenbroek was de eerste Nederlandse vrouw die bij de Olympische Spelen vier medailles won en deze prestatie leverde haar in de media de bijnaam ‘die Kaiserin von Berlin’ op. De Olympische Spelen van 1936 in het nationaal-socialistische Duitsland waren omstreden, maar Mastenbroek heeft kritiek over deelname aan de ‘Spelen van Hitler’ altijd naast zich neergelegd: ‘Ik kwam daar voor de sport, niet voor politieke doeleinden’ (Klippus).
Einde zwemcarrière
Kort na de Olympische Spelen kwam er een einde aan de internationale zwemcarrière van Rie Mastenbroek. Ma Braun wilde meer zeggenschap over haar pupil en trachtte via een juridische procedure de – ongehuwde – moeder van Rie Mastenbroek uit de ouderlijke macht te laten zetten. Haar pogingen mislukten en de affaire leidde eind 1936 tot een vertrouwensbreuk. Rie Mastenbroek voelde zich publiek bezit geworden en stopte als wedstrijdzwemmer. Om in haar levensonderhoud te voorzien ging zij aan de slag als zweminstructrice. Vanwege deze werkzaamheden ontnam de KNZB haar de status van amateur. Hierdoor kwam zij volgens de reglementen niet langer in aanmerking voor deelname aan internationale wedstrijden.
Rie Mastenbroek had na 1936 als zweminstructrice betrekkingen bij verschillende families in Hilversum, Groningen en Antwerpen. In 1939 trouwde zij met Cornelis Kuijpers, met wie zij twee kinderen kreeg (in 1939 en 1941). Het paar woonde in Rotterdam. Het huwelijk hield echter geen stand, en na de scheiding verhuisde Rie met haar kinderen naar Amsterdam, waar zij werk vond als tolk, boekhoudster bij een specialistenkliniek en inspectrice van gebouwen (De Vries). In 1975 trad zij in haar nieuwe woonplaats Rozenburg (Zuid-Holland) in het huwelijk met Waltherus de Wit, met wie zij al in 1956 een zoon had gekregen.
Een groot deel van haar leven kampte Rie Mastenbroek met een zwakke gezondheid. Na een zwaar auto-ongeluk in 1968 bleek dat zij haar leven lang al leed aan chronische bloedarmoede. De behandelend arts suggereerde dat ze in goede gezondheid nog veel betere zwemprestaties had kunnen neerzetten. Ondanks haar ‘duizend-en-een kwalen’ bleef zij tot het einde van haar leven zelfstandig wonen. Rie Mastenbroek overleed in Rotterdam op 6 november 2003 en is gecremeerd in Spijkenisse.
Waardering
Na 1936 zijn de sportieve prestaties van Rie Mastenbroek snel in de vergetelheid geraakt. Hoewel deze kleurrijke, eigenzinnige vrouw niet graag in het middelpunt van de belangstelling stond, stak het haar wel dat er in Nederland weinig waardering was voor sportprestaties van oud-kampioenen. Vanuit het buitenland kwam deze erkenning wel. In 1968 werd zij benoemd tot lid van de International Swimming Hall of Fame in Fort Lauderdale (Florida, VS) en in 1997 ontving zij de Olympic Order. Deze hoogste onderscheiding van het Internationaal Olympisch Comité kreeg Mastenbroek voor haar prestaties tijdens de Olympische Spelen van 1936 en voor haar nimmer aflatende inzet voor sport en sportiviteit.
Literatuur
- W. den Boer red., Zwemmen ’n eeuwig feest. Uitgave ter gelegenheid van 100 jaar KNZB (Utrecht 1988).
- G. de Vries, ‘De vergeten keizerin van Berlijn’, NRC Handelsblad, 12-7-1996.
- T. Bijkerk, ‘The Empress of Berlin. Forgotten, undervalued and still going… but not very strong’, Journal of Olympic History 5 (1997) 30-32.
- ‘“Ik sprong op een dag in het water en bleef schijnbaar nog drijven ook”. Het laatste interview met zwemster Rie Mastenbroek, de keizerin van Berlijn’, Rotterdams Dagblad, 27-12-2003.
- H. Klippus, ‘De miskende “Keizerin van Berlijn”. Rie Mastenbroek 1919-2003’, Algemeen Dagblad, 8-11-2003.
- C. Zevenbergen, ‘In memoriam Rie Mastenbroek 1919-2003’, Rotterdams Jaarboekje (2004) 65-67.
- M. Derks, ‘Kaiserin von Berlin’, in: W. van Buuren red., Hollands goud. 169 Olympische kampioenen (Amsterdam 2008) 101-103.
- J. van Kuijeren en J. Volkers, Zwemmen in goud. Van Marie tot Marleen, een duik in de geschiedenis van de Nederlandse zwemsport (Nieuwegein 2008).
- I. Strouken red., Allemaal te water! 120 jaar KNZB (Utrecht 2008).
- ‘De vergeten keizerin van Berlijn’, de Volkskrant, 25-11-2010.
- J. Volkers, ‘Rie Mastenbroek. De vergeten keizerin van Berlijn’, in: B. Jungmann red., De sportcanon (z.p. z.j. [Amsterdam 2011]) 145-152.
- Marian Rijk, Vergeten goud. Het leven van olympisch kampioene Rie Mastenbroek (Amsterdam 2020) [verschenen na publicatie van dit lemma].
Illustratie
Tijdens de Olympische Spelen in Berlijn, door onbekende fotograaf, 1936 (Nationaal Archief / Spaarnestad Photo).
Auteur: Marielle Scherer
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 964
laatst gewijzigd: 20/08/2020
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.