© DVN, een project van Huygens ING en OGC (UU). Bronvermelding: Liesbeth Geevers, Egmont, Sabina van, in: Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. URL: https://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/SabinaVanEgmont [13/01/2014]
EGMONT, Sabina van, ook bekend als Sabina van Gaveren en Sabina van Beijerland (geb. 1562 – gest. Delft 21-6-1614), door haar huwelijk gravin van Solms. Dochter van Lamoraal graaf van Egmont (1522-1568) en paltsgravin Sabina van Beieren (1528-1578). Sabina van Egmont trouwde op 14-3-1595 Delft met Georg Eberhard van Solms, heer van Muntzenberg (1563-1602). Dit huwelijk bleef kinderloos.
Sabina van Egmont was de achtste dochter en het negende kind van Lamoraal, graaf van Egmont en Sabina van Beieren. Ze was zo’n vijf jaar oud toen er met de arrestatie van haar vader in 1567 plotseling een einde kwam aan haar geprivilegieerde leven als dochter van een van de rijkste en machtigste edelen van het land. Nadat haar vader was onthoofd, werden alle familiebezittingen in beslag genomen door de nieuwe landvoogd Alva. Sabina’s moeder nam met haar kinderen haar intrek in het klooster ter Camere nabij Brussel. Vanaf 1571 mocht het gezin weer op het oude familiekasteel van Gaesbeek wonen. Vanaf 1574 woonde het gezin in Antwerpen.
Na de dood van haar moeder (1578) klopten Sabina en haar oudere zuster Françoise – de andere zusters waren ingetreden in verschillende kloosters of gehuwd – voor hulp en onderdak aan bij allerhande familieleden in het Heilige Roomse Rijk en Frankrijk. Uiteindelijk streek Sabina met Françoise neer in Den Haag.
Voor haar dood in 1578 had Sabina’s moeder de zorg voor haar kinderen opgedragen aan Willem van Oranje, op dat moment de onbetwiste leider van de Opstand, maar de kinderen Egmont wilden omwille van het behoud van het familiebezit, verspreid over de noordelijke en zuidelijke Nederlanden, niet ‘en famille’ positie kiezen in het conflict. Sabina zou uitgroeien tot een van de ‘noordelijke’ Egmonts. Omdat haar oudere broers Filips en Lamoraal II in het kamp van Filips II streden, confisqueerden de Staten van Holland in 1579 de Hollandse bezittingen, waaronder het graafschap Egmont en de Beijerlanden, de polders die Lamoraal in 1557 had laten droogleggen en naar zijn vrouw had genoemd. Op voorspraak van Willem van Oranje ontvingen de drie Egmont-zusters Eleonora, Françoise en Sabina toch de inkomsten uit de Beijerlanden. In 1590 droeg Lamoraal II, inmiddels graaf van Egmont, de rechten op zijn Hollandse goederen over op zijn zuster Sabina – Eleonora en Françoise waren inmiddels overleden. De Staten van Holland gaven haar toestemming de Hollandse goederen ook daadwerkelijk in bezit te nemen, ditmaal op voorspraak van stadhouder Maurits van Nassau. In 1592 werd Sabina officieel vrouwe van Beijerland.
Als Hollandse vertegenwoordigster van het Huis Egmont onderhield Sabina uitstekende betrekkingen met de Nassaus. Op 14 maart 1595 trouwde ze met Georg Eberhard van Solms, heer van Muntzenberg, kolonel in het Staatse leger en verwant aan de Nassaus. Het huwelijk vond plaats in Delft, waar Sabina zich had gevestigd. Het werd ingezegend in de Oude Kerk en met veel luister gevierd. Het huwelijk bleef kinderloos. Georg Eberhard stierf op 2 februari 1602, en Sabina overleefde haar man ruim twaalf jaar.
Sabina van Egmont hield zich als ambachtsvrouwe actief bezig met plannen voor het inpolderen van nieuwe gebieden, maar ze stierf voor het zover was. Wel schonk ze in 1604 een klokketoren aan de dorpskerk in Oud-Beijerland, waar ze later begraven werd. Haar erfgenaam, haar jongste broer Karel, kampte met dezelfde problemen als zijn oudere broers: vanwege zijn koninklijke dienst kon hij zijn rechten op zijn Hollandse gebieden niet laten gelden, die hij daarom verkocht aan de Staten van Holland. In de gemeente Oud-Beijerland zijn nog vele straten, scholen en andere organisaties naar Sabina van Egmont vernoemd. Haar persoon figureert in de historische roman De Delftsche wonderdokter van Geertruid Bosboom-Toussaint.
Literatuur
- A.L.G. Bosboom-Toussaint, De Delftsche wonderdokter, 3 delen (Amsterdam 1870-1871).
- G. Dansaert, Une belle figure de femme aimante au XVIe siècle. La comtesse Lamoraal d'Egmont (Brussel 1934).
- R. Avermaete, Lamoral d’Egmont, 1523-1568 (Brussel 1943).
- W.C. Mees, Lamoraal van Egmond (Assen 1963).
- K. Siderius, Uit vervlogen dagen: geschiedenis van dorp en polder van Oud-Beijerland (Oud-Beijerland 1967).
- J.W. [Weijers], ‘Sabina van Beieren’, Bulletin / Vriendenkring van het streekmuseum Hoeksche Waard 76 (1988) 3-6 en 78 (1989) 13-15.
- G. Timmerman, Inventaris van de archieven van de voormalige polder Nieuw-Beijerland en Nieuw-Piershil, 1579-1972 (z.p. [Klaaswaal] 1988).
- G. Timmerman, Archieven van de voormalige polder Den Hitsert (z.p. [Klaaswaal] 1988).
- G. Timmerman, Inventaris van het archief van de polder Oud-Beijerland, Moerkerken, Cromstrijen en de Group gelegen binnen de (voormalige) gemeenten Oud-Beijerland, Klaaswaal, Mijnsheerenland en Westmaas over de periode 1555-1974 (z.p. [Klaaswaal] 1994).
Auteur: Liesbeth Geevers
Biografienummer in 1001 Vrouwen: 171
laatst gewijzigd: 13/01/2014
De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.