Sande Bakhuyzen, Gerardina Jacoba van de (1826-1895)

 
English | Nederlands

SANDE BAKHUYZEN, Gerardina Jacoba van de (geb. Den Haag 27-7-1826 – gest. Den Haag 19-9-1895), bloemen- en vruchtenschilderes. Dochter van Hendrikus van de Sande Bakhuyzen (1795-1860), kunstschilder, en Sophia Wilhelmine Kiehl (1804-1881). Gerardina van de Sande Bakhuyzen bleef ongehuwd.

Gerardina Jacoba van de Sande Bakhuyzen groeide op als oudste dochter in een gezin met zeven kinderen. Haar vader was de bekende landschapsschilder Hendrikus van de Sande Bakhuyzen. Zij en haar broer Julius Jacobus (1835-1925) volgden hun vader in het kunstenaarsvak op. Gerardina van de Sande Bakhuyzen woonde en werkte haar hele leven aan de Nieuwe Haven in Den Haag, waar zij haar vaders atelier na zijn dood deelde met Julius – hij zou pas na haar dood trouwen.

Van jongs af aan had Gerardina al veel belangstelling voor tekenen. Zo versierde ze als kind nieuwjaarswensen voor familieleden met bloemguirlandes. Haar vader zag haar talent en leidde haar op in het schilderen. In 1850 moedigde hij haar aan om de aquarel ‘Rozen en dahlia’s’, voorzien van de spreuk ‘Navolging der natuur is ontdekking van het schoone’, in te zenden voor een prijsvraag van de Groningse Academie Minerva. De toen 24-jarige Gerardina won de prijsvraag (25 gulden prijzengeld).

Van de Sande Bakhuyzen specialiseerde zich in het schilderen en aquarelleren van alledaagse bloemen en vruchten die schijnbaar nonchalant in een landschap liggen. Haar aanvankelijk gedetailleerde schilderstijl, werd rond 1870 losser en vlotter. Ze werd geroemd om haar harmonieuze kleurencombinaties, natuurlijke en gevarieerde composities en voortreffelijke uitvoering. Zoals de schrijver J. Gram het indertijd zei: ‘Zo gezond, fris en natuurlijk schildert en tekent zij hare bloemen en vruchten, dat men een bezoek van de vogelen des hemels uit het sprookje van Apelles niet onverwacht zou vinden’ (Gram 1881, 104-105). Ook schilderde Van de Sande Bakhuyzen landschappen, die zij echter zelden in de openbaarheid bracht. Waarschijnlijk schilderde zij deze vooral in het Drentse dorpje Rolde, waar ze met Julius vanaf 1885 regelmatig de zomer- en najaarsmaanden doorbracht.

Gerardina van de Sande Bakhuyzen nam actief deel aan het Nederlandse kunstenaarsleven. In 1861 kreeg zij een erelidmaatschap van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, in 1876 was ze medeoprichter van de Hollandsche Teekenmaatschappij en in 1879 sloot ze zich aan bij het kunstenaarsgenootschap Arti et Amicitiae, waar ze regelmatig deelnam aan de ledententoonstellingen. Vaak (75 maal) was haar werk te zien op de tentoonstellingen van Levende Meesters. Ook exposeerde ze in België, Frankrijk en Groot-Brittannië. Van de Sande Bakhuyzen ontving een zilveren medaille, twee gouden erepenningen en een onderscheiding voor haar werk. Koning Willem II kocht minstens één bloemstilleven van haar aan en in 1874 werkte ze mee aan een schilderij getiteld ‘Haagse weeskinderen’, dat ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van de koning aan koningin Sophie werd aangeboden. In 1880 ging Van de Sande Bakhuyzen teken- en schilderles geven aan prinses Maria in het koninklijk paleis aan het Lange Voorhout in Den Haag.

Op 19 september 1895 stierf Gerardina van de Sande Bakhuyzen op 69-jarige leeftijd in Den Haag. De schilders Jozef Israëls en Hendrik Willem Mesdag spraken op haar begrafenis.

Reputatie

In haar tijd behoorde Gerardina van de Sande Bakhuyzen tot de meest vooraanstaande bloemenschilders. In een tijd van opkomend dilettantisme onderscheidde zij zich door haar professionaliteit. Ze verkeerde in kringen van gerenommeerde schilders. In catalogi van tentoonstellingen waarop haar werk na haar dood werd geëxposeerd, werd ze geroemd als uitmuntend voorbeeld voor jonge kunstenaressen. Tegenwoordig is ze bij het grote publiek in de vergetelheid geraakt, maar onder liefhebbers van bloemschilderkunst heeft zij haar bekendheid behouden. Dit blijkt uit het feit dat in de kunsthandel hoge bedragen voor haar werk worden betaald.

Naslagwerken

Elck zijn waerom; NNBW; Petteys; Scheen; Thieme; Wurzbach.

Archivalia

  • Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Den Haag: documentatie kunstenaarsgenootschappen Arti et Amicitiae en de Hollandsche Teekenmaatschappij; documentatie Levende Meesters (1852-1895).
  • Stadsarchief Amsterdam: toegang 681 (Archief Academie van Beeldende Kunsten Amsterdam), inv. nr. 128 (Naamlijsten der leden van de Koninklijke Akademie).

Werk

Werk van Gerardine van de Sande Bakhuyzen bevindt zich in het Rijksmuseum (Amsterdam), Haags Gemeentemuseum, Groninger Museum, Museum Mesdag (Den Haag), Centraal Museum (Utrecht), Zeeuws Museum (Middelburg), Museum Teylers (Haarlem), Museum Boymans van Beuningen (Rotterdam) en het Rijksmuseum Kröller-Müller (Otterlo).

Literatuur

  • J. Gram, Onze schilders in Pulchri Studio (Rotterdam 1881).
  • J. Gram, ‘Gerardina Jacoba van de Sande Bakhuyzen’, Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift 4 (jan.-jul. 1894) 117-129.
  • J. Gram, ‘Mej. G.J. v.d. Sande Bakhuijzen’, in: M. Rooses red., Het schildersboek, deel 1 (Amsterdam 1898) 237-253.
  • G.H. Marius, De Hollandsche schilderkunst in de negentiende eeuw (Den Haag 1920).
  • J. de Gruyter, De Haagse School, deel 2 (Rotterdam 1969).
  • W. Laanstra, ‘Gerardine Jacoba van de Sande Bakhuyzen. Navolging der natuur is de ontdekking van het schone’, Tableau (1983-1984) 42-47.
  • A. Hoogenboom, De stand des kunstenaars. De positie van kunstschilders in Nederland in de eerste helft van de negentiende eeuw (Leiden 1993).
  • F. Leeman e.a., Museum Mesdag. Catalogue of paintings and drawings (Amsterdam/Zwolle 1996).
  • T. de Liefde-van Brakel, Een Haagse schildersfamilie uit de negentiende eeuw: Hendrikus, Gerardine en Julius van de Sande Bakhuijzen (Zwolle 1997).

Illustraties

  • Foto, circa 1860 (Fotoarchief Gemeente Den Haag, nr. 1.66625).
  • ‘Papavers en wilde rozen’, gesigneerd en gedateerd ‘G J v d. S. Bakhuyzen 1874’, olieverf op doek. Veiling Christie’s Londen, 20-10-1998, nr. 132.

Auteur: Sanne van der Maarel

Biografienummer in 1001 Vrouwen: 728

laatst gewijzigd: 13/01/2014

De datum onder dit biografisch lemma geeft aan wanneer er voor het laatst aanvullingen en/of correcties in het stuk zijn doorgevoerd. Met ingang van 2023 is het project afgesloten.